Menu English

Jaarverslagen examencommissies

Met de publicatie van de jaarverslagen van de examencommissies geven wij inzicht in een belangrijk element van ons kwaliteitszorgsysteem, omdat transparantie essentieel onderdeel is van onze kwaliteitscultuur.

Opleidingen zijn verantwoordelijk voor het zorgen voor de kwaliteit van het onderwijsprogramma en de toetsing. Examencommissies zijn verantwoordelijk voor het borgen van die kwaliteit. De activiteiten van de examencommissies rond de kwaliteitsborging van examens en tentamens worden in hun jaarverslagen vastgelegd.

2022 - 2021

Algemeen

Hogeschool Rotterdam Business School

Instituut voor Communicatie, Media en Informatietechnologie

Instituut voor Engineering en Applied Science

Instituut voor Gebouwde Omgeving

Instituut voor Gezondheidszorg

Instituut voor Lerarenopleidingen 

Instituut voor Sociale Opleidingen

Rotterdam Academy

Instituut Rotterdam Business School

Rotterdam Mainport Institute

Commissie toelatingsonderzoek 21+, onderzoek nt2 en onderzoek deficiëntie

Jaarverslag CTO

 

 

2021 - 2020

Algemeen

Hogeschool Rotterdam Business School

Instituut voor Communicatie, Media en Informatietechnologie

Instituut voor Engineering en Applied Science

Instituut voor Gebouwde Omgeving

Instituut voor Gezondheidszorg

Instituut voor Lerarenopleidingen 

Instituut voor Sociale Opleidingen

Rotterdam Academy

Instituut Rotterdam Business School

Rotterdam Mainport Institute

Willem de Kooning Academie

Commissie toelatingsonderzoek 21+, onderzoek nt2 en onderzoek deficiëntie

 

 

2019 - 2020

Algemeen

Hogeschool Rotterdam Business School

Instituut voor Communicatie, Media en Informatietechnologie

Instituut voor Engineering en Applied Science

Instituut voor Gebouwde Omgeving

Instituut voor Gezondheidszorg

Instituut voor Lerarenopleidingen

Instituut voor Sociale Opleidingen

Rotterdam Academy

Instituut Rotterdam Business School

Rotterdam Mainport Institute

Willem de Kooning Academie

 

2018 - 2019

Hogeschool Rotterdam Business School

Instituut voor Communicatie, Media en Informatietechnologie

Instituut voor Engineering en Applied Science

Instituut voor Gebouwde Omgeving

Instituut voor Gezondheidszorg

Instituut voor Lerarenopleidingen

Instituut voor Sociale Opleidingen

Rotterdam Academy

Instituut Rotterdam Business School

Rotterdam Mainport Institute

Willem de Kooning Academie

Hoe werkt ons kwaliteitszorgsysteem, in 7 vragen

 

  1. Kwaliteitscultuur opleidingen
    Een breed systeem van voorzieningen ziet toe op de borging van de kwaliteit en het niveau van het onderwijs. Een belangrijk onderdeel van het borgingssysteem ziet toe op de kwaliteit van tentamens en examens. Deze in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) verankerde taak is belegd bij de examencommissies. Deze staat naast de taak van de opleidingscommissies om de kwaliteit van de opleidingen te bevorderen en waarborgen. Onze opleidingen opereren binnen een kwaliteitscultuur waarbij ze continu kwaliteitsverbeteringen nastreven en doorvoeren. Ze zijn gebonden aan verschillende kwaliteitscycli waarin kwantitatieve en kwalitatieve indicatoren duiding geven van de kwaliteit. Deze worden ook periodiek beoordeeld tijdens de Instellingstoets Kwaliteitszorg (ITK), een onafhankelijke externe beoordeling van de kwaliteitszorg van een instelling. Hogeschool Rotterdam heeft de ITK, die wordt uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) in 2019 voor de tweede keer succesvol doorlopen.
  2. Controle
    We hebben als hogeschool een controlemechanisme door middel van onze onafhankelijke afdeling Auditing Monitoring & Control (AMC). AMC heeft de opdracht om risico’s voor opleidingen zo scherp mogelijk te duiden en aandachtspunten boven tafel te krijgen. Hun oordelen uiten zich in aanbevelingen, noodzakelijke verbeterpunten en risico’s. Vaak kunnen opleidingen die met vrij eenvoudige aanpassingen verbeteren, soms is een verbeterplan nodig. Daarnaast heeft de examencommissie een controletaak op de borging van de kwaliteit van het eindniveau. Examencommissies bepalen of een student aan de eindkwalificaties heeft voldaan door na te gaan of het in de Onderwijs- en Examenregeling (OER) beschreven toetsprogramma met succes is afgelegd en of daarover geoordeeld is door aangewezen examinatoren. Ter borging laten examencommissies bijv. toetscommissies toetsen screenen op kwaliteit, en voeren ze – steekproefsgewijs – checks op eindwerken (afstudeerscripties) uit.
  3. Accreditering
    Het belangrijkste formele moment is de accreditatie van de NVAO (Nederlands Vlaamse Accreditatieorganisatie), dat een ultiem oordeel (accreditering) geeft over het niveau en de kwaliteit van onze opleidingen. Alle opleidingen van Hogeschool Rotterdam zijn door de NVAO geaccrediteerd. Dat is voor onze opleidingen de formele waarborg van onze kwaliteit. Accreditaties zijn wettelijk gereguleerd. De externe visitatiepanels die de opleidingen beoordelen zijn onafhankelijk van de hogeschool.
  4. Professional
    Naast goed werkende kwaliteitssystemen is kwaliteit in eerste instantie mensenwerk. Onze onderwijskwaliteit wordt uitgevoerd door de mensen die het onderwijs verzorgen. De kern van onze kwaliteit is het onderwijs dat wordt gecreëerd door professionals. We mogen van docenten het kwaliteitsbesef verwachten dat past bij hun professionele rol. We bieden hen gerichte scholing en coaching. Ook worden zij ondersteund via verschillende netwerken, zoals het kennisnetwerk Blended Onderwijs en de expertisegroep Toetsen en Beoordelen.

Alle opleidingen van de hogeschool zijn allemaal geaccrediteerd. De opleidingen doorlopen elke zes jaar het proces van visitatie en accreditatie. Een extern onafhankelijk visitatiepanel schrijft na een visitatiebezoek een beoordelingsrapport. De opleidingen van Hogeschool Rotterdam worden beoordeeld op vier standaarden: de beoogde leerresultaten, het onderwijsprogramma, toetsing en de gerealiseerde leerresultaten. Dit beoordelingsrapport wordt door de instelling bij de NVAO ingediend voor de aanvraag van de verlenging van de accreditatie. Opleidingen moeten op alle vier standaarden voldoen aan de basiskwaliteit voor een reguliere voortzetting van de accreditatietermijn. De NVAO neemt zelfstandig een besluit voor verlenging van de accreditatie op basis van het beoordelingsrapport.

Afhankelijk van welke standaard dat is en of het er een of twee zijn, kan het visitatiepanel het oordeel ‘voldoet ten dele’ geven. De opleiding voldoet dan in belangrijke mate aan de basiskwaliteit, maar er zijn verbeteringen nodig om volledig aan de standaard te voldoen. Hiertoe worden voorwaarden opgelegd. De opleiding behoudt de accreditatie, maar krijgt een herstelperiode, waarin door een verbeterplan alsnog aan de volledige eisen van de standaard kan worden voldaan. de verbeteringen moeten binnen een afzienbare periode worden gerealiseerd. De NVAO beoordeelt dit als positief onder voorwaarden.

De opleiding wordt na de herstelperiode nogmaals gevisiteerd. De uitkomst hiervan is in de regel dat de accreditatie daarna voor de reguliere termijn toegekend wordt. Als in een zeer uitzonderlijk geval het oordeel wederom ‘voldoet ten dele’ is, kan of een langere hersteltermijn worden toegekend of de accreditatie van de opleiding ingetrokken worden. Bij Hogeschool Rotterdam is er geen accreditatie van een opleiding ingetrokken.

 

Het bureau AMC (Auditing, Monitoring en Control) vervult als intern controlemechanisme een belangrijke rol in het kwaliteitszorgsysteem van de hogeschool. Periodiek ondergaan alle opleidingen een audit (onafhankelijk onderzoek) van AMC. Tijdens deze interne audits bekijkt AMC risicogericht en kritisch waar verbeteringen noodzakelijk zijn. AMC geeft op basis daarvan aanbevelingen en noodzakelijke verbeterpunten aan opleidingen en hun opleidings- en examencommissies. AMC legt rechtstreeks verantwoording af aan de Raad van Toezicht via rapportages.

 

Na de audits voert AMC, wanneer passend ook vervolgonderzoek uit of de noodzakelijke verbeteringen en risico’s zijn opgepakt. Naar aanleiding van de auditrapporten houden examencommissies de vinger aan de pols bij opleidingen wat betreft de nodige verbeteringen op toetsen en afstuderen.

 

Alle instituten hebben een examencommissie. De opleidingen zijn verantwoordelijk voor het zorgen voor de kwaliteit van het onderwijs en de toetsing. De examencommissies zijn verantwoordelijk voor het borgen van die kwaliteit. Zij doen periodiek objectieve controle-activiteiten om het eindniveau te controleren. De examencommissie stelt op die manier op objectieve en deskundige wijze vast of een student voldoet aan de voorwaarden van onderwijs- en examenregeling (OER) ten aanzien van kennis, inzicht en vaardigheden die nodig zijn om een diploma te behalen.

 

Via hun jaarverslagen leggen zij hun wettelijke verantwoording af aan het College van Bestuur over hun borgingsactiviteiten. De (vrijwillige) keuze om de jaarverslagen te publiceren gebeurt in het kader van transparantie.