Menu
    English

    Boeken lezen tegen digitale vluchtigheid

    De laaggeletterdheid in het beroepsonderwijs neemt toe. De oplossing zien Erna van Koeven en Anneke Smits van Hogeschool Windesheim in het lezen van meer boeken, niet in nog eenvoudiger taal. Dat betoogden ze in hun lezing ‘Op zoek naar rijke taal in het vmbo

    Leerlingen kunnen vaak de schoolboeken niet begrijpen en haken daardoor af, constateerden ze. “Ze hebben geen schrijfvloeiendheid meer, want ze hoeven vaak alleen iets op de open plekken in te vullen”, zegt Erna van Koeven.

    Er is in haar ogen te veel gewerkt met simpele teksten, met de nadruk op grammatica en interpunctie. “Met een rijke taalbasis wordt de woordenschat vanzelf beter. Betere taalvaardigheid begint met lezen en voorlezen. Het kan niet anders dan op deze manier.”

    Rijke teksten zijn verhalend

    Van Koeven en Smits vinden dat leerlingen daarom meer teksten aangeboden moeten krijgen waarin ze zich langer verdiepen. “En dan het liefst een tekst waar je echt wordt meegenomen, niet een opsomming van feiten zonder verbindingswoorden”, zegt Smits.

    “Op het oog kunnen die feitelijke teksten eenvoudiger lijken. Maar we kunnen niet zoveel losse feitjes onthouden. Een rijke tekst is verhalend en neemt je mee. Uiteindelijk is zo’n tekst makkelijker te begrijpen en biedt meer kansen tot taalontwikkeling.”

    Ga voorlezen uit relatief moeilijke boeken, adviseert Erna van Koeven. Bijvoorbeeld met de nieuwe app Lees, die speciaal ontworpen is voor vmbo-leerlingen en mbo-studenten. Op deze app staan ruim 120 e-books en luisterboeken om lezen bij jongeren te bevorderen.

    Ook een thema werkt uitstekend om leerlingen en studenten te stimuleren. Denk bijvoorbeeld aan moed, vriendschap of grenzen. “Gebruik niet een werkblad vol vragen, maar ga in gesprek over een vraag uit een boek. Dat leidt tot rijke taal.”

    Te grote sprong

    Ga op het vmbo ook actief praten over de inhoud van de tekst, spoorde Van Koeven aan. Behandel daarna pas de hoofdgedachte, de tussenkopjes en de alinea’s. “We gaan meteen naar het metaniveau en slaan daarmee de ervarings- en taalbasis over. Maar voor kinderen uit minder talige gezinnen is die sprong te groot.”

    “Onderwijsmethodes gaan bij taal vaak absurd veel verder dan nodig is voor de toetsing. Bovendien gaan de methodes uit van taal die concreet en meetbaar moet zijn, liefst met multiple choice. De angst dat je als school niet aan de toetsing voldoet, is een onnodige kramp.”

    Anneke Smits lector Onderwijsinnovatie en ICT Hogeschool Windesheim