Menu English

Voorbereiden

In de voorbereidingsfase ga je bedenken hoe je antwoord op je vraag kunt krijgen. Je maakt daarvoor een plan van aanpak (PvA). Dit plan bestaat uit een onderzoeksplan, een tijdsplanning en eventueel een taakverdeling.

Hoe doen anderen dat?

Hoe maak ik een plan van aanpak

Als je weet wat je wilt gaan onderzoeken is het tijd voor stap twee: de voorbereiding. Je gaat een plan van aanpak maken.

Een Plan van Aanpak (PvA) bestaat uit:

  • Je hoofdvraag + deelvragen
  • Een onderzoeksopzet
  • Een tijdsplanning

Handige Tip: Als je met twee of meer mensen werkt is het altijd handig om een taakverdeling te maken. Zo weet je altijd wie er verantwoordelijk is.

Stap 1: Hoofdvraag + deelvragen

Schrijf jouw vragen op
  • Je onderzoeksvraag

  • Je deelvragen

  • Je hypothese*

* Let op, je hoeft niet altijd een hypothese op te stellen, maar het helpt je wel je onderzoek te structureren.
Een hypothese is een stelling of verwachting die je wilt gaan bewijzen en waar je je onderzoek mee start.

Stap 2: Onderzoeksopzet

Hoe krijg je antwoord op je vraag?

In je plan van aanpak schrijf je op welke stappen je moet ondernemen om je onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden. Welke onderzoekmethodes ga je toepassen om je antwoorden te vinden? In de praktijk worden vaak meerdere methodes gecombineerd, denk aan literatuuronderzoek en een experiment.

Experiment

Een experiment kan een proefje zijn in een laboratorium, maar ook een testje op straat of op je sportclub.

Enquête

Met een enquête kun je een groep mensen vragen stellen over een onderwerp, hun gedrag, hun voorkeuren, eigenschappen en gevoelens. Je kunt een enquête mondeling of digitaal afnemen.

Interview

Met een telefonisch of straatinterview stel jij rechtstreeks vragen aan mensen. Bij een diepte-interview kun je een expert uitgebreid vragen stellen.

Observatie

Observatie is kijken wat er gebeurt. Bijvoorbeeld het observeren van een klas schoolkinderen tijdens een nieuw spel.

Bronnenonderzoek

Met bronnenonderzoek verzamel je informatie. Dit kun je doen door schriftelijke of online bronnen te bestuderen en met elkaar te vergelijken.

Stap 3: Tijdsplanning

Het tweede deel van je PvA is je tijdsplanning. Je maakt een schema met wat je wanneer gaat doen. Werk je met twee of meer leerlingen dan neem je hierin ook de taakverdeling op.

Neem vooral ook belangrijke mijlpalen op: voortgangsbesprekingen met je leraar, inleverdatum eerste versie, deadline voor het inleveren van het definitieve profielwerkstuk. Hou het kort: maximaal 1 A4-tje is genoeg.

Handige Tip: Houd in je planning rekening met je andere vakken, werk, hobby’s en feesten. En: neem je planning over in je agenda!

Hoe begin je met tijd plannen?

Hoeveel tijd heb je?

Bespreek met je docent hoeveel tijd je hebt voor je opdracht.

Begin & einddatum

Wanneer ga je echt van start en wat is de inleverdatum?

Schrijf de weken op

Schrijf letterlijk de weken en maanden op.

Vul je mijlpalen in

Denk hierbij aan voortgangsbesprekingen, inleverdatum, eerste versie, afronding en presentatie.

Vul je taak in

Hoeveel tijd kost het onderzoek uitwerken en je presentatie voorbereiden?

Logboek

Vergeet niet een logboek bij te houden

In een logboek staan zaken als datum, tijd, plaats en verrichte werkzaamheden, eventueel aangevuld met je onderzoeksresultaat of opmerking en gemaakte afspraken. Je logboek omvat niet meer dan één A4-tje.

Voorbeeld logboek
DatumTijdPlaatsWerkzaamhedenOpmerkingen
1 maart 1,5 uur Den Haag Overleg coördinator -
1 maart 2 uur Den Haag Onderwerp kiezen Keuze gemaakt
2 maart 3 uur Rotterdam Plan van aanpak -
2 maart 4 uur Rotterdam Onderzoek -
3 maart 2 uur Rotterdam Practicum Practicum 1

Let op: De beschreven activiteiten in je plan van aanpak moeten altijd kloppen met het logboek.

Check, dit heb je al bereikt!

1. Hoofdvraag maken | 2. Voorbereiden | 3. Onderzoeken | 4. Uitwerken | 5. Presenteren