Opbouw
Hoe is de opleiding opgebouwd?Ons onderwijs
Bij onze opleidingen voelt iedereen zich welkom en hoort iedereen erbij. Studenten en docenten kennen elkaar en weten elkaar te vinden. De docenten doen er alles aan om je te begeleiden bij je studie op een manier die bij jou past. Dit vraagt van jou betrokkenheid en een actieve inzet. Samen maken we het onderwijs.
Hierbij besteden we onder andere aandacht aan je:
- kennisbasis van het beroep
- handelen in de beroepspraktijk
- eigen professionele identiteit
- persoonlijke ontwikkeling
Al deze elementen komen steeds aan bod tijdens de opleiding. Studenten (en medewerkers) hebben invloed op de manier waarop dit gebeurt in medezeggenschapsraden.
Bij de start van je studie ligt de nadruk op het ontwikkelen van kennis en vaardigheden, maar direct komt ook de praktijk aan bod. Je leert reële beroepsvraagstukken aan te pakken, in samenwerking met medestudenten, docenten, professionals uit de praktijk en praktijkgerichte onderzoekers. Eerst krijg je veel begeleiding van je docent, later neem je steeds meer het heft in eigen handen. Tijdens je studie leer je jezelf steeds beter kennen en ontdek je wat jouw unieke kwaliteiten zijn als beroepsbeoefenaar.
Programma
De deeltijd bacheloropleiding Bouwkunde duurt 4 jaar. De eerste 2 jaar volg je het voltijdprogramma van Bouwkunde of de 2-jarige Associate degree Built Environment (voorheen Integraal Bouwmanagement) voltijd of deeltijd. Daarna volg je nog 2 jaar deeltijdonderwijs.
Hieronder volgt een overzicht van wat je per jaar kan verwachten.
Jaar 1
In jaar 1 volg je het voltijdprogramma van Bouwkunde of de Associate degree Built Environment voltijd of deeltijd.
Jaar 2
In jaar 2 volg je het voltijdprogramma van Bouwkunde of de Associate degree Built Environment voltijd of deeltijd.
Jaar 3
Bouwkunde kenmerkt zich door zijn integrale benadering van bouwkundige vraagstukken. Er komen namelijk altijd meerdere bouwkundige disciplines tegelijk aan bod. Dit zorgt ervoor dat je alles sneller begrijpt vanuit een breder perspectief zoals ook in de beroepspraktijk gebeurt. Het zijn realistische vraagstukken van échte opdrachtgevers waarmee je aan de slag gaat.
Deze opleiding richt zich op het duurzaam ontwikkelen van de gebouwde omgeving. Wij leiden je op zodat jij een mooie bijdrage kan leveren aan de levenscyclus van een bouwwerk. Je verlaat de opleiding als ingenieur met een pakket aan technische, professionele kennis en vaardigheden.
Jaar 4
In de tweede helft van het vierde jaar werk je aan een afstudeeropdracht: een groot project in de praktijk, in opdracht van een bedrijf. Je helpt een bedrijf een weloverwogen beslissing te maken over een specifieke vraag.
Werk en studie
Bij deze opleiding stellen we geen eisen aan je werkervaring en/of werksituatie. Wel is het belangrijk dat je een mogelijkheid hebt om in een werkomgeving te werken aan de opdrachten voor je opleiding.
Keuze en begeleiding
Keuze
Aan een deel van je opleiding kun je je eigen invulling geven. Via een minor in de laatste fase van je studie kun je bij de meeste deeltijdopleidingen kiezen voor een bepaald profiel waarmee je jezelf kunt onderscheiden. Ook de afstudeeropdracht die je kiest, geeft een persoonlijke inkleuring aan je opleiding.
Begeleiding
Iedere student is uniek en heeft zijn eigen ideeën over wat hij in zijn studie wil bereiken. In onze ondersteuning maken we je bewust van je capaciteiten, kansen en uitdagingen. Soms blijkt tijdens of al vóór de opleiding dat je moeite hebt met een bepaald vak. Dan is het nuttig je kennis hiervan bij te spijkeren. Als student krijg je ook een coach (docent) die je begeleidt en de studievoortgang in de gaten houdt.
Na je studie
Wat kun je doen na de opleiding?Na je afstuderen
Gefeliciteerd! Je hebt je Bachelor of Science (BSc) gehaald. Deze titel mag je achter je naam voeren. Je kunt er ook voor kiezen de titel Ingenieur (ing.) vóór je naam te zetten.
Ook ontvang je bij je diploma een diplomasupplement met een DS-label. Met dit Engelstalige document kun je de waarde van je diploma eenvoudiger aantonen in het buitenland bij de toelating tot een vervolgstudie of bij het vinden van een baan.
Beroepen
Bouwkunde is een breed vakgebied, je kunt er allerlei interessante beroepen mee uitoefenen. Traditioneel leidt de opleiding Bouwkunde op voor beroepen bij architectenbureaus en in de aannemerij: het voorbereiden en bouwen van projecten. Daarnaast kan je aan de slag bij de constructeur, de projectontwikkelaar, de bouwfysisch adviseur (warmte, isolatie en duurzaamheid), bij tal van andere adviesbureaus en functies bij woningcorporaties.
Bekijk hieronder de uitleg van een aantal beroepen:
Je kunt aan de slag als adviseur op verschillende gebieden. Een adviseur bij een bouwfysisch bureau geeft advies op het gebied van klimaat, akoestiek en duurzaamheid. Bouwfysica wordt wel omschreven als de natuurkunde van de gebouwde omgeving. Het bepaalt onder andere het comfort van het gebouw. Een adviseur in projectontwikkeling geeft advies op het gebied van nieuwbouw en herontwikkeling voor de diverse markten van werken, wonen, recreatie, voorzieningen, infrastructuur en combinaties hiervan. De adviseur vastgoed geeft advies op het gebied van verkoop en het beheer van woningen en gebouwen. Hierbij heb je naast bouwkundig ook commercieel en financieel inzicht nodig. De adviseur woningcorporatie werkt als adviseur in het beheer en onderhoud van woningen die verhuurd worden in de sociale en vrije sector.
Een bouwkundig ontwerper/tekenaar werkt het schetsontwerp van de architect uit. De schetsen van een architect zijn niet direct bruikbaar om te bouwen. De ontwerper vertaalt schetsen van uiteenlopende projecten (bijvoorbeeld gebouwen, constructies, installaties) in technische tekeningen die wel werkbaar zijn. Van de dikte van de muren, hoogte van de ruimtes, uittekenen van gevels, alles werkt de tekenaar uit. Hij houdt bovendien rekening met bouwvoorschriften, materiaalkeuze en de wensen van de klant. Traditionele hulpmiddelen van een bouwkundig ontwerper zijn de tekentafel en tekenpen; tegenwoordig wordt veel gebruikgemaakt van tekenprogramma's zoals AutoCAD. Een tekenaar heeft veel materiaalkennis, is gedreven maar geconcentreerd, oplossingsgericht en heeft inlevingsvermogen.
Als constructeur bij een constructiebureau ontwerp je een veilige, betrouwbare en bruikbare draagconstructie (het skelet) voor een gebouw. De constructeur rekent uit of de constructie sterk genoeg is, stabiel blijft en of deze niet te veel doorbuigt. Om tot een goed skelet te komen, zal de constructeur het bouwwerk als het ware moeten uitkleden zodat alleen de dragende delen (kolommen, balken, vloeren en wanden) overblijven. Er zal een keuze in de geschikte materialen gemaakt moeten worden. Bekende materialen zijn beton, staal, hout en metselwerk. Een constructeur heeft een brede kennis van technieken en materialen en de vaardigheid om deze kennis toe te passen. Beroemde constructeurs zijn Alexandre Gustave Eiffel, James Watt en Leonardo da Vinci.
De projectleider is verantwoordelijk voor alle onderdelen van het project. Je bewaakt zowel het ontwerp als de technische aspecten van het werk dat verricht moet worden. De belangrijkste graadmeters voor de projectleider zijn de planning, financiën, kwaliteit en het personeel. Alles moet binnen de afgesproken tijd opgeleverd zijn, binnen de beraamde kosten en voldoen aan de gestelde kwaliteitseisen. Om dit te kunnen bereiken moet je een gemotiveerd team van (project)medewerkers kunnen samenstellen. Het beroep zegt het al, je hebt leiderskwaliteiten nodig. Zo heeft een goed projectleider organisatievermogen, is besluitvaardig, communicatief sterk, kan goed overzicht houden maar moet ook vooruit denken.
Doorstuderen
Na het behalen van je bachelordiploma kun je ervoor kiezen om door te studeren door bijvoorbeeld de master Architectuur of master Stedenbouw aan de Rotterdamse Academie van Bouwkunst te volgen of verder te studeren aan een (technische) universiteit, zoals de TU Delft.