Menu English

Verslag van de Centrale Medezeggenschapsraad

De Centrale Medezeggenschapsraad (CMR) van Hogeschool Rotterdam blikt terug op een bewogen jaar. De CMR heeft met betrekking tot de veranderende rol van medezeggenschap geëxperimen­teerd met vernieuwingen, waaronder verschillende werkvormen, intensievere samenwerking tussen de personeelsgeleding (PGMR) en studentgeleding (SGMR) en heeft een start gemaakt met het vergroten van de zichtbaarheid.

De CMR heeft regelmatig bijeenkomsten met het College van Bestuur (CvB) en tweemaal per jaar een bijeenkomst met de Raad van Toezicht. Een aantal keren per jaar heeft het dagelijks bestuur van de CMR een bijeenkomst met de voorzitters van de decentrale raden. Naast jaarlijks terugkerende dossiers als de begroting, de hogeschoolgids, het jaarrooster en de werk- en verlofregeling, volgt hierna een aantal specifieke dossiers die door de CMR behandeld zijn.

Rookbeleid

We zijn een rookvrije hogeschool! De wat enthousiaste besluitvorming kon rekenen op de nodige discussie, want “Hoe kun je hier nu tegen zijn?”; maar ook: “Zorg wel dat er een helder beleid komt.” Nadat het oorspronkelijk beleid op verzoek van de CMR extra was aangescherpt op de punten handhaving en het bevorderen van de aanspreekcultuur, stemde de CMR alsnog in met het beleid dat de hogeschool rookvrij maakte. Voor de zomer zal het beleid worden geëvalueerd.

Hogeschool Rotterdam Business School (HRBS)

De CMR heeft ingestemd met de vorming van de HRBS: een fusie van de instituten in het economisch domein tot één instituut. Om de besluitvorming zo zorgvuldig mogelijk tot stand te laten komen, heeft de CMR verschillende bijeenkomsten gehouden. Naast discussies binnen de raad zelf, zijn gesprekken gevoerd met de betrokken decentrale raden en met een aantal mensen van de verschillende instituten. In een ‘world café-setting’ is gesproken met het CvB waarbij een aantal vragen en zorgen openlijk werd bediscussieerd. Daarbij is besloten de instemmingsbevoegd­heid voor de inrichting van de HRBS te delegeren aan de IMR (instituutsmedezeggenschapsraad) die hoort bij dit instituut in oprichting.

Herziene beleidsnotitie coördinatie

De PGMR (personeelsgeleding) is het afgelopen jaar met het CvB in gesprek geweest over het functiehuis voor docenten, meer specifiek over de coördinerende rol binnen de gesprekscyclus. Waar directeuren en managers de CMR vroegen om in te stemmen met het voorgestelde beleid, riepen medewerkers vooral op om dat niet te doen. Voor de CMR was dat een duidelijk signaal om de zorgen van de werkvloer aan het CvB over te brengen. Hierdoor is de beleidsnotitie ingetrokken en wordt met alle feedback aan een nieuw voorstel gewerkt.

Vervoersbeleid

Het vervoersbeleid kreeg in 2018 vervolg door de invoering van het fietsplan. Het parkeerbeleid is het volgende onderwerp van gesprek tussen CvB en CMR. In de voorbereidende gesprekken heeft de PGMR stevige kritiek geuit en vraagtekens gezet bij de duurzaamheid van het voorstel. In 2019 wordt een nieuw voorstel verwacht.

Professionaliseringsbeleid

Het professionaliseringsbeleid dat ter instemming aan de PGMR werd aangeboden is juist ook met de SGMR besproken. Het was een goed voorbeeld waarbij de geledingen elkaar kunnen versterken. Het advies van de SGMR had vooral betrekking op de ontbrekende kwalificaties van docenten.

Studiesucces

De Commissie Studiesucces is aan de slag met het vraagstuk studiesuccesverhogende maatre­gelen, waaronder de BSA-norm. In 2018 zijn er verschillende bijeenkomsten georganiseerd die ook door de CMR gemonitord zijn. De CMR is benieuwd naar het rapport met de uitkomsten, dat naar verwachting begin 2019 zal worden gepresenteerd.

Werkplekken voor studenten

De SGMR (studentengeleding) heeft een initiatiefvoorstel gedaan over beschikbare werkplekken op de verschillende locaties. Het is vooral lastig om een stille werkplek te vinden in de laatste weken voor en tijdens de tentamenweken, maar ook gedurende de reguliere lesweken zijn er weinig tot geen beschikbare studieruimtes. Het CvB heeft toezeggingen gedaan om op korte, middellange en lange termijn meer werkplekken te gaan realiseren. Inmiddels vinden gesprekken hierover plaats om dit te kunnen realiseren.

Binding

De uitslagen van de Nationale Studenten Enquête (NSE) waren voor de SGMR reden om een initia­tiefvoorstel te schrijven over ‘binding’ en hierover in gesprek te gaan met het CvB. De algemene tevredenheid van de studenten is volgens de NSE gedaald, zaak om de binding tussen Hogeschool Rotterdam en haar studenten te vergroten. Dit kan nieuwe mogelijkheden bieden, waardoor de betrokkenheid en de motivatie van studenten toenemen. Deelname aan buiten-curriculaire activi­teiten kan leiden tot kennisverrijking, netwerkvergroting en internationalisering. Afgesproken is dat het CvB dit thema in 2019 met de SGMR verder gaat uitdiepen.