Menu English

“We zijn goed op weg, maar er mag meer samenhang komen in duurzaamheid”

Onderzoek studenten naar duurzaamheid bij Hogeschool Rotterdam

22 april 2022

“Een duurzame organisatie worden begint met vaststellen hoe duurzaam je wil zijn, in plaats van ‘voor dit geld kunnen we dit realiseren’. Dat geldt ook voor de hogeschool”, stelt Gil Feiereisen, vierdejaars International Business, na het afronden van zijn minor waarbij de hoofdopdracht was een sturingsmodel te ontwikkelen waarmee de hogeschool haar duurzaamheidsdoelstellingen kan monitoren.

Het eindresultaat van de opdracht presenteerden hij en zijn team niet alleen aan elkaar en de docenten, maar ook aan bijzondere opdrachtgevers, namelijk onderwijsdirecteur Mariska Wit van Rotterdam Business School en bestuurder Wijnand van den Brink.

Met ‘International Sustainable Finance & Accounting’ koos Gil Feireisen niet per se voor een ‘duurzame’ minor: “Ik wilde meer weten over financiën, de basis zijn voor alle bedrijfsbeslissingen, zo leerde ik bij mijn vorige stage. Ik vond het heel interessant te zien hoe duurzaamheid steeds meer onderdeel wordt van financiële beslissingen.”

Duurzaamheid ingebed in het onderwijs

“Naar mijn idee leeft duurzaamheid bij de hogeschool goed in het onderwijs en onderzoek. En is het ook daarin geïntegreerd.”, stelt Feiereisen. “We kregen bijvoorbeeld niet alleen theoretische uitleg over de duurzaamheidsdoelen, wat je vaak ziet, maar leerden ook hoe je er in de praktijk mee om kunt gaan. Eén opdracht was om te berekenen wat het kost om je bedrijfswagenpark om te zetten naar elektrische voertuigen. Daar heb je praktisch wat aan. Wat bedrijfsvoering betreft zie ik van duurzaamheid nog weinig terug op de hogeschool. Ik weet dat er best veel gedaan wordt omdat mij dat is verteld, maar bij het onderzoeken van rapportages en data zagen we geen samenhangend geheel. We hebben op basis van de input benoemd wat kritische succesfactoren zijn waarmee de hogeschool een hogere mate van duurzaamheid kan bereiken. Ook hebben we die vertaald in parameters (KPI’s) die de hogeschool zou kunnen gebruiken. Maar dat is er nu dus nog niet. Vergeleken met andere hogescholen en universiteiten kan er nog veel verbeterd worden.” Ook andere teams die met het vraagstuk aan de slag gingen kwamen met vergelijkbare conclusies.

“De vraag aan de studenten was om een governance (sturings-)model te ontwikkelen voor de hogeschool”, zegt Jako van Slooten, hogeschooldocent en een van de docenten achter de genoemde minor (login op HR Intranet).  Van Slooten, van huis uit register controller, zoekt met een collega jaarlijks naar praktijkopdrachten voor de multidisciplinair georiënteerde minor. “Met mijn collega Dea Knol-Veldhuizen en lector Maaike Lycklama a Nijeholt kwamen we in contact met het hogeschoolbrede programma Samen Duurzaam, en werd het idee geboren om de studenten met duurzaamheidsdoelstellingen van de hogeschool zelf aan de slag te laten gaan. Dit deden we in stapjes. Eén onderdeel was een vergelijking maken met andere hogeronderwijsinstellingen in Europa en hoe zij duurzaamheid verankerd hebben in hun organisatie.”

Wat de hogeschool kan leren van andere onderwijsinstellingen

“Uit die vergelijking bleek dat de ‘beste’ onderwijsinstellingen op het gebied van duurzaamheid een aantal overeenkomsten hebben, zoals duidelijke, meetbare doelstellingen en transparant rapporteren over het bereiken daarvan. Eén van de aanbevelingen van de studenten aan de hogeschool was dan ook dat er heldere ambities geformuleerd moeten worden op organisatieniveau, en die te vertalen naar eigen doelstellingen per onderwijsinstituut, kenniscentrum of dienst, zodat gevolgd kan worden in hoeverre de ambitie gerealiseerd wordt. Sommige groepen hebben er een wat diepere invulling aan gegeven door meetbare sturingsvariabelen te benoemen, zowel op het gebied van onderwijs en onderzoek als bijvoorbeeld energieverbruik, hoeveelheid geproduceerd afval of CO2-voetafdruk.

Het is een mooi leerproces geweest. Het heeft duidelijk gemaakt dat we als hogeschool aan het begin van de route staan. Verschillende organisatieonderdelen staan klaar om invulling te geven aan duurzaamheid. Het is nu zaak om de ambitie helder te formuleren en een tijdspad uit te zetten.”

Waardevol voor student en hogeschool, een win-winsituatie

Ook RBS-directeur Mariska Wit is enthousiast over het project en herkent wat de studenten hebben opgemerkt. “Dat we de expertise die we zelf in huis hebben bij onze docenten en studenten hiervoor inzetten, daar word ik erg blij van”, zegt ze. “Ook dat we hier van het bestuur de ruimte voor krijgen om het zo te doen. Verder vond ik het fijn om van de studenten terug te horen dat zij het waarderen dat duurzaamheid in de opleidingen is verankerd en niet een soort extraatje is. De Rotterdam Business School heeft op basis van dit onderwijsaanbod ook het AISHE-certificaat behaald, de accreditatie voor duurzaamheid in het hoger onderwijs. Duurzaamheid speelt ook een rol bij het personeel dat we aannemen, de partners met wie we samenwerken. We interpreteren duurzaamheid als ‘het kunnen geven van betekenis aan de wereld’, een manier van leven.

Ik herken ook de andere opmerkingen, dat we te weinig communiceren over duurzaamheid in de zin van bijvoorbeeld energiebesparing, waterverbruik of afvalreductie op onze locatie. Dat moeten we in samenhang doen met de rest van de hogeschool. Overkoepelende doelstellingen gaan daar zeker bij helpen.”

“Het is heel waardevol dat wij vraagstukken voorleggen aan onze studenten”, geeft Collegelid Wijnand van den Brink aan. “We nemen de resultaten en hun aanbevelingen dan ook heel serieus, want ze zijn van hoge kwaliteit. De hogeschool heeft kritische feedback ontvangen en aanbevelingen om het beter te gaan doen, wat we ter harte nemen. De studenten op hun beurt hebben een inkijkje gekregen in een complexe omgeving van de hogeschool en kennis opgedaan van een actueel vraagstuk. Het is fantastisch om te zien hoe enthousiast de studenten hebben gewerkt aan de opdracht. Duurzaamheid in brede zin en het meetbaar maken van de impact om stappen voorwaarts te kunnen blijven zetten is een vraagstuk wat in meerdere organisaties leeft, met wat ze hier geleerd hebben kunnen studenten later hun voordeel doen. Een win-win situatie zou ik zeggen.”