Met het hart op de goede plek doen docenten en begeleiders elke dag hun best om studenten en leerlingen zo goed mogelijk te begeleiden. Vaak geeft het voldoening, en soms is het frustrerend. Vooral wanneer een student of leerling weinig voortgang boekt, of als het contact stroef verloopt om wat voor reden dan ook. Op die lastige momenten zijn jouw verwachtingen van de student/leerling mogelijk niet al te hoog. Gedachten als ‘het zal hem niet zo snel lukken’, ‘daar is ze toch niet zo goed in’, of ‘hij is niet zo goed in contact zoeken’, ‘wat luistert deze leerling eigenlijk slecht’ liggen op de loer…en voor je het weet ga je je er als docentbegeleider ook naar gedragen. En we weten dat onze verwachtingen, hoog of laag, een enorme impact hebben op de leerprestaties van onze studenten/leerlingen.
Daarom ontwikkelden medewerkers van het lectoraat Didactiek van hoge verwachtingen deze vragenset. We hopen je hiermee te stimuleren jouw eigen rol als begeleider, en jouw student/leerling in een ander licht te gaan zien - zodat je, ook al had je lage verwachtingen, met hernieuwde energie hoge verwachtingen bij deze student/leerling kunt gaan doen!
Symbolen en invalshoeken
Tekeningen: Claire OhlenschlagerJouw beeld van de student en van jezelf
Eigen modus en kwaliteiten onderzoeken en reguleren
Het gesprek voorbereiden
Eigen modus reguleren tijdens het gesprek
"De voorbereiding heeft me vooral geholpen. Om daar rustig te zitten en in een soort openheid naar haar te kunnen kijken zonder vooroordeel van, 'nou, het wordt best een moeilijke'."
Mogelijke werkvormen
Ter voorbereiding op het werken met de vragenset: neem een student of leerling in gedachten waar je jezelf soms betrapt op lage verwachtingen. Belangrijk hierbij is dat je de student/leerling momenteel op de een of andere manier begeleidt, bijvoorbeeld bij zijn profielwerkstuk, haar stage, of... Het kan ook zijn dat je zijn/haar mentor of studieloopbaancoach bent. In de verschillende werkvormen vragen we je om ‘de situatie’ te schetsen, dit gaat dan om de context waarbinnen je de student/leerling begeleidt, en hoe jij deze begeleiding ervaart.
Informeel gesprek met collega
Wat |
Bespreek met een collega jouw situatie aan de hand van enkele vragen die jij de moeite waard vindt. Deze vragen kun je van tevoren selecteren, of je laat je verrassen door enkele willekeurige kaarten uit de stapel te trekken. Wat neem je je voor om straks te doen/bespreken of juist niet? |
Hoe |
Informeel, bijvoorbeeld in de docentenkamer of tijdens een wandeling. |
Resultaat |
Een kort en krachtig voornemen om uit te voeren! |
Voor jezelf
Wat |
Als je de situatie met een student helder hebt, selecteer enkele vragen. Kies de vragen die jou ‘trekken’ of laat je verrassen door een willekeurige vraag uit de stapel te halen. Schrijf jouw gedachten naar aanleiding van de vraag op voor jezelf. Als je er klaar voor bent kun je een voornemen formuleren. |
Hoe |
Informeel, individueel |
Resultaat |
Een kort en krachtig voornemen om uit te voeren! |
Intervisie in een groep
Bekijk hier het bijbehorend materiaal
Wat |
De inbrenger vertelt de groep over situatie zoals hij/zij deze ervaart. In de eerste fase is het belangrijk dat de groepsleden vooral verduidelijkende vragen stellen om een helder beeld te krijgen. Als de situatie helder is, wordt de groep in vier kleinere subgroepjes verdeeld. Ieder subgroepje krijgt een set vragen behorend bij een van de invalshoeken en kiest elke ronde een passende vraag. Deze vragen worden gesteld en beantwoord, de groepsleden geven regelmatig specifieke, bij voorkeur waarderende feedback op strategie, modus en kwaliteit. Als het genoeg is komt de inbrenger met een voornemen. |
Hoe |
Tijdens een training of intervisie met collega’s. Bij voorkeur met een gespreksleider. |
Resultaat |
Een voornemen om uit te voeren! Indien de groep elkaar een volgende keer ziet is het zinvol om samen terug te blikken op het verloop van het gesprek |
Verdiepende ochtend als onderdeel van traject Didactisch Coachen
Bekijk hier het bijbehorend materiaal
Wat |
Je onderzoekt een lastige begeleidingssituatie met een collega, aan de hand van de vragen. Degene die de vragen stelt richt zich op het geven van specifieke, waarderende feedback op strategie, modus en kwaliteit.
|
Hoe |
In tweetallen, jullie komen beide aan de beurt om een lastige begeleidingssituatie te onderzoeken
|
Tijd |
Bij voorkeur 2 * 1 uur voor het gesprek, 3 uur voor workshop in totaal. Je kunt het gesprek eventueel ook wat inkorten bij minder tijd.
|
Resultaat |
Een concreet voornemen om uit te voeren tijdens het eerstvolgende gesprek. Indien je deelneemt aan een traject Didactisch Coachen kun je het gesprek opnemen en meenemen naar de eerstvolgende video intervisie. |
Totstandkoming vragenset
Toen Lia Voerman lector werd bij Hogeschool Rotterdam, nodigde ze de leden van de kenniskring uit om een praktijkgericht onderzoek op te zetten en uit te voeren, gericht op de didactiek van de hoge verwachtingen. Ik moest gelijk terugdenken aan een lessituatie uit mijn onderwijspraktijk, van jaren geleden.
Ooit was ik stagebegeleider van een derdejaars groep bij de lerarenopleiding. Het was onder andere mijn taak om mijn studenten voor te bereiden op een assessment, waarvoor ze een portfolio moesten maken. De opdracht om te komen tot een volwaardig assessmentportfolio was geen makkelijke. Ik vond het als begeleider erg spannend, succes en falen van studenten straalt toch ook een beetje op jou als begeleider. En het was mijn eer te na: ik wilde natuurlijk graag dat ze het allemaal haalden. Maar, zo was mijn overtuiging, dit is erg moeilijk: mijn studenten hadden vaak al moeite met schrijven, en wisten eigenlijk ook niet echt goed wat ze moesten doen. Tijdens de stagebegeleidingslessen ging ik er vol voor, waarbij ik veel zelf aan het woord was en veel aanwijzingen gaf en de studenten welwillend naar mij luisterde.
Deze situatie zat me niet lekker, en na een intervisieronde waarbij ik deze casus inbracht, ontdekte ik dat ik stiekem lage verwachtingen van deze studenten had, ondanks ons prettige contact. Het advies dat ik toen meekreeg: bereid je volgende les voor alsof je hoge verwachtingen van ze hebt: ze kunnen dit, en gaan het ook allemaal halen. Ik stond open voor dit experiment en ging aan de slag met de voorbereiding van de volgende bijeenkomst. Ik gaf meer ruimte, formuleerde oefeningen en opdrachten die gebaseerd waren op vertrouwen, en ook uitdagender en opener waren, ook al dacht ik er diep in mijn hart het mijne van.
Deze anders ingerichte les verliep tot mijn verbazing totaal anders dan eerdere lessen, het leek wel alsof ik een andere klas voor me had. Studenten konden het gewoon aan en namen het heft in handen! Mijn overtuiging draaide hierdoor snel bij en ik kon mijn studenten met meer vertrouwen en meer ontspannen benaderen.
Mijn persoonlijke conclusie is dat ik met de nodige nieuwsgierigheid in het begin ook kan ‘doen alsof’ ik hoge verwachtingen hebt om me daarna te laten verrassen.
Maar… in hoeverre is dit ook van een algemenere geldigheid? Kun je echt lage verwachtingen hebben, en ondanks dat toch concreet met studenten werken vanuit hoge verwachtingen? En zo ja, wat is daar dan voor nodig, hoe kunnen ervaren docenten dat voor elkaar krijgen? Intrigerende vragen die de start vormden van mijn praktijkonderzoek.
Ik besloot om een ‘reflectieve ochtend’ te organiseren voor enkele docenten, met als startpunt de lage verwachtingen die ze hadden van een van hun student. Mijn vraag was: Hoe veranderen de verwachtingen van docenten na deze reflectieve middag en na de ervaring(en) met studenten die ze hierna opdoen?
De basis van deze ochtend was een eerdere versie van deze vragenset. Hierbij heb ik me laten inspireren door de Categorie 2 en categorie 3 vragen uit het boek van Lia Voerman en heb een vertaalslag gemaakt in twee stappen: de vragen uit de set zijn bedoeld voor zelfreflectie in plaats van het coachen van studenten/leerlingen. Daarnaast zijn de vragen toegesneden op de rol van begeleider.
Ik heb twee ochtenden van drie uur georganiseerd – de intensieve werkvorm die ook op deze site beschreven staat heb ik toegepast. In totaal hebben 10 collega’s aan deze ochtend meegedaan. Iedere collega eindigde de ochtend met een concreet voornemen, om zo met een andere mindset het gesprek in te gaan, Met zes van deze collega’s heb ik een gesprek gevoerd na afloop van hun begeleidingsgesprek.
Een van hen kon melden dat haar verwachtingen wel hoger waren na het gesprek, de anderen waren hier wat voorzichtiger mee. Wel gaf bijna iedereen aan dat ze met een meer open vizier en beter voorbereid het gesprek in zijn gegaan. Elke collega gaf aan dat het gesprek anders, fijner verliep, en soms veranderde het beeld dat ze van hun student hadden.