Binnen opleidingsteams werken docenten van verschillende vakgroepen, specialisten, ondersteuners en onderwijsmanagers samen om studenten goed en betekenisvol onderwijs te bieden, in een doordacht en samenhangend curriculum. Daarbij draagt iedereen vanuit de eigen rol en expertise bij aan het collectieve doel: het opleiden van vaardige en vakkundige (startende) beroepsbeoefenaars.
De centrale rol die taal speelt in beroepsonderwijs - enerzijds bij het denken en leren en anderzijds bij de ontwikkeling van (talige) beroepscompetenties - vraagt om een zelfde gezamenlijke inzet rond het werken aan taalontwikkeling.
- De taal van het vak maakt deel uit van het geheel aan competenties die een vakdocent overdraagt; vakjargon, vakspecifieke redeneerwijzen en vakeigen manieren van communiceren. Vak- en beroepsdocenten zijn ervaren in het gebruik van de vaktaal en bedreven in het lezen en schrijven van vakteksten of de omgang met andere talige beroepstaken en -producten. Zij kunnen vakeigen taalgebruik expliciteren en voorleven, en ook beoordelen in hoeverre studenten dit goed beheersen.
- Taaldocenten en (taal)onderwijsadviseurs weten welke rol taal speelt in verschillende leertheorieën en welke pedagogisch-didactische principes kunnen worden ingezet om taalleren te bevorderen. Taaldocenten kunnen algemene taalleerstrategieën aanreiken en gericht algemene lees- en schrijfvaardigheid trainen, en zo nodig specifiek remediërend onderwijs opzetten of bieden. Daarnaast kunnen zij in een opleidingsteam collega’s van beroepsvakken ondersteunen en inspireren bij het toepassen van taalontwikkelende werkvormen en de vormgeving van taalbewust vakonderwijs.
- Onderwijsmanagers en ondersteuners kunnen de samenwerking en afstemming op opleidingsniveau faciliteren, zodat een gezamenlijke visie en doorgaande leerlijnen gerealiseerd kunnen worden.
(Pas) Wanneer alle betrokkenen bij de opleiding hun specifieke expertise inbrengen bij de ontwikkeling van het onderwijs, ontstaat een krachtig taalbewust curriculum. Een gedeelde verantwoordelijkheid voor goed onderwijs, betekent ook een gedeelde verantwoordelijkheid voor taalontwikkeling.
