Menu English

Ontmoeting 55 | empathie in het onderwijs, binding en studiesucces

Ron Bormans over empathie in het onderwijs, over binding en studiesucces. Over een essay en bijeenkomsten met docenten, een toespraak in de Burgerzaal van het Stadhuis en een bezoek van Koningin Máxima.

Lang geleden mocht ik mijn loopbaan starten als assistent-beleidsmedewerker bij het ministerie van Onderwijs en Wetenschappen. Ik zou er in totaal 13 jaar blijven werken. De eerste jaren zijn voor mij de meest vormende geweest in professioneel opzicht, met als leermeesters mijn toenmalige directeur Ferdinand Mertens (later o.a. Inspecteur-Generaal Inspectie van het Onderwijs en hoogleraar te Delft en Rotterdam) en - wat meer op afstand - mijn oud-hoogleraar Roel in 't Veld, toen Directeur-Generaal Hoger Onderwijs. 

Mijn directeur daagde ons voortdurend uit op een moderne manier beleid te maken: respect tonen voor politieke opvattingen maar ook steeds proberen het vraagstuk te verzakelijken, van empirie te voorzien, proactief de maatschappelijke vraagstukken opzoeken, etc. In die 'wetenschappelijke' aanpak van de vraagstukken gebruikten wij woorden als evidentie en empirie, interventies die bewezen succesvol zijn en gebaseerd op wetenschappelijke inzichten. Die houding heb ik mezelf eigen gemaakt.

 Maar die tijd heeft me nog meer gebracht. Sinds die tijd ben ik bepaalde concepten bij mij gaan 'dragen'. Op een dag kwam onze directeur binnen en riep ons op in beleid ook het begrip 'empathie' te hanteren. Empathie is afgeleid van het Griekse woord 'empatheia' oftewel invoelen en staat voor de kunde of vaardigheid je in te leven in de gevoelens en belevingswereld van de ander. We gniffelden wat, konden het niet goed plaatsen in die zakelijk-methodische aanpak waar we voor stonden en het zou jaren duren voordat het begrip voet aan de grond kreeg in ons discours. Vanaf dat moment is het onderdeel van mijn vocabulaire. Eerst wat verscholen, latent, zoekend en zonder dat het echt landde aan de bestuurlijke tafels. Ook zonder dat ik het echt gecommuniceerd kreeg.

Sinds een paar jaar rolt het woord net wat vaker uit de mond van beleidsmakers en mensen die nadenken over beter onderwijs. Nu is het een veel gebruikt woord dat treffend duidelijk maakt wat ons te doen staat als we de grote uitdagingen van de komende jaren effectief tegemoet willen treden. We herdefiniëren onze pedagogiek door op zoek te gaan naar de moderne invulling van met empathie omgaan met de jongeren die we nu in de klas hebben zitten.

Woensdag 17 juni: in de studio bij BNR

De Vereniging Hogescholen bestaat 40 jaar en brengt in dat verband een reeks uit van essays waarin de belangrijkste vraagstukken van het hbo van nu wat diepgaander besproken worden dan we in de dagelijkse hectiek doen. Samen met een drietal collega's schrijf ik een essay over diversiteit en studiesucces. Izaak Dekker, filosoof, docent, adviseur bij onze hogeschool doet het meeste werk. Ere wie ere toe komt. We wortelen ons betoog in het historische gegeven dat het hbo altijd gerust heeft op twee pijlers: zorgen voor de arbeidskrachten die op dat moment nodig zijn en zorgen dat groepen die dat voorheen niet hadden, toegang krijgen tot het hoger onderwijs.

Dat begon ooit in Amsterdam toen in 1781 de voorloper van de Zeevaartschool werd opgericht om de expanderende natie van zeevarenden te voorzien, maar wel met een zichzelf opgelegde maatschappelijke opdracht dat eerst en vooral te doen voor de zonen van gesneuvelde zeelieden. Het hbo heeft altijd een emancipatoire functie gehad en altijd met groot succes. Ons essay laat getallen zien die de vraag oproepen of die machinerie niet aan het haperen is. Met name de emancipatoire roltrap die de doorstroom mbo/hbo altijd geweest is, vertoont die hapering.

Ik krijg die ochtend via BNR (Business Nieuws Radio) ruim de gelegenheid ons verhaal wereldkundig te maken. Best een beetje spannend, zo'n live-uitzending, en die spanning voel ik ook wel op weg naar Amsterdam. De oplossing van het vraagstuk, zo betoog ik, moet in de klas gevonden worden. Een simpele conclusie, één die voor de hand ligt, maar ook één die we in het essay ontlenen aan veel wetenschappelijke evidentie. En een conclusie die niet vaak genoeg in die eenvoud gecommuniceerd kan worden, omdat we mogelijk anders te snel op zoek gaan naar (beleids)oplossingen buiten de klas. En juist in de klas moeten we de verbinding maken met de student van nu. Moeten we zorgen dat die verbinding evenwichtig is, dat wil zeggen, zonder dat deze cultureel 'gebiased' is. Empathie zou wel eens een sleutelwoord kunnen zijn. We moeten bereid zijn om nog eens goed te kijken of we de kunde en vaardigheid om ons in te leven in de gevoelens en belevingswereld van de klas van nu - in al haar diversiteit - voldoende ontwikkeld hebben.

Woensdag 24 juni: pop-up bijeenkomst over studiesucces

Het essay is voor ons aanleiding om op allerlei plekken in de hogescholen ingelaste bijeenkomsten te organiseren. We noemen de bijeenkomst 'pop-up bijeenkomsten'. Ik ben aanwezig bij een van die bijeenkomsten in het atrium van ons gebouw Museumpark. In kleine groepjes discussiëren zo'n vijftigtal collega's over wat ons te doen staat. Allemaal input voor onze jaaropening in september. Dat moment wil ik aangrijpen om wereldkundig te maken wat we in Rotterdam gaan doen - naast wat we nu al doen, want relatief doen we het eigenlijk niet slecht - om met name het studiesucces van de mbo'er een positieve wending te geven.

In onze groep komen docenten tot een duidelijke conclusie. Cultureel aangesloten zijn en blijven bij de grote diversiteit die onze klassen kenmerkt is niet altijd gemakkelijk. Er gaan voorbeelden over tafel van zowel begrip als ook onbegrip. Een collega vat het op enig moment mooi samen: we hebben het vaak over randvoorwaarden, over het curriculum, we spreken veel over didactiek, maar moeten het meer over de pedagogiek hebben en elkaar helpen daar winst te maken. Die avond zoek ik nog eens op wat 'pedagoog' precies betekent. Ik vind treffende synoniemen: opvoeder, leermeester, onderwijzer. We komen in de buurt van onze kern.

Donderdag 25 juni: de Ad's in het zonnetje in Rotterdams mooiste zaal: de Burgerzaal

Ooit mocht ik aanwezig zijn bij een academische bijeenkomst waarin studenten in het zonnetje gezet worden, in de mooiste zaal die Rotterdam kent: de Burgerzaal in het Stadhuis. Een zaal die zich niet alleen kenmerkt door pracht en praal, maar ook Rotterdams is vanwege afbeeldingen van hard werkende mensen tussen al dat marmer. Het is ook een zaal - en dat is het belangrijkste - waar een zekere erkenning van uit gaat. Als het thema dat je dierbaar is door die ruimte galmt, is het betekenisvol voor Rotterdam. Die avond dacht ik: in deze zaal moeten we het een keer hebben over onze Associate degree-opleidingen.

Toespraak in de Burgerzaal. Foto: Hans Tak

Vandaag, op deze mooie zomerse dag, is het zo ver. De Rotterdamse onderwijswethouder - Hugo de Jonge - spreekt, evenals de directeur van ons instituut dat de Ad-opleidingen aanbiedt, Bert Reul en ik mag zelf ook een paar woorden spreken. De Ad-opleidingen zijn in Rotterdam een schot in de roos. Een paar geleden begonnen we met 160 studenten, volgend jaar tikken we de 2000 aan, overwegend mbo'ers, die daarna voor 70% aan het werk gaan op Ad-niveau of doorstuderen voor een verwante bachelor.
Inmiddels weten we dat 85% van de afgestudeerden in korte tijd een baan op Ad-niveau vindt. En waar leunt dat succes op? Natuurlijk, omdat we het onderwijs aanbieden in een mooi, sprekend gebouw, we goed samenwerken met de Rotterdamse ROC's en omdat iedereen in de leiding en staf gecommitteerd is. Maar vooral omdat we het onderwijs inrichten op een manier die de studenten aanspreekt, met de kleinschaligheid die studenten plezierig vinden, met docenten door wie ze zich begrepen voelen; die jonge mensen vanuit empathie vormen en onderwijzen.

Vrijdag 26 juni: in gesprek met Hare Majesteit Koningin Máxima over muziekonderwijs

Op weg naar Den Bosch. De Koningin komt op bezoek bij een van Pabo's van Fontys Hogescholen. In haar hoedanigheid van ambassadeur van het muziekvakonderwijs. Extra aandacht voor een net pak, passende das en ik merk dat ik me net wat zorgvuldiger scheer dan normaal gesproken. Zou dat typisch Nederlands zijn? Nuchtere mensen houden meestal niet zo van teveel poespas, maar als de Koningin op bezoek komt, poetsen we de schoenen net wat extra. Ik ben uitgenodigd omdat ik portefeuillehouder ben van de Lerarenopleidingen van de Vereniging Hogescholen.

De Koningin heeft eerst een geanimeerd gesprek met bevlogen muziekdocenten. Inhakend op de actuele trend meer ruimte te krijgen voor 'Bildung' in de programma's, laten zij zien welk potentieel er schuilt in goed muziekonderwijs. Als ze met die bevlogenheid voor de klas staan waarmee ze de Koningin proberen te overtuigen van hun zaak, staan ze stuk voor stuk voor mooi onderwijs. Na een kort intermezzo waarbij de Koningin een les bezoekt, mogen de bestuurders en directeuren aan tafel. Zij benadrukken het belang van muziekonderwijs, maar trekken het net wat breder en bepleiten aandacht voor kunsteducatie, maar ook andere manieren van vorming - techniek en wetenschap - die ons Bildungsideaal dichterbij brengen.

Ik agendeer een tweede invalshoek, naast Bildung, namelijk het streven naar binding met de studenten in de klas. Muziekonderwijs kan daar een enorm inspirerende rol bij spelen, maar dan wel eigentijds en aansluitend bij het perspectief van de student en leerling. Daar passen klassieke muziek, het koor en de viool bij, maar ook wereldmuziek, rap, elektronica, of wat dan ook. Ik ontmoet een oud-collega van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) en ik vind het mooi dat ik kan aansluiten bij zijn verhaal en ervaring. In de eerste ronde bepleit hij eigentijds muziekonderwijs en ziet een groot potentieel in slim gebruik maken van ICT. En hoe dat zou kunnen gebeuren, vinden ze op dit moment uit bij de HAN met het zogeheten Ixperium, waar op allerlei manieren de verbinding gezocht wordt tussen onderwijs en ICT en dus ook op het gebied van muziek.

Leuke bijeenkomst. Onze Koningin doet dat mooi. Maandag maar eens vragen hoe wij dat in Rotterdam doen: eigentijds muziekonderwijs gericht op het zoeken naar vorming van en verbinding met de Rotterdamse jeugd. Of wij daar de juiste empathische snaar weten te raken.

Over de auteur

Ron Bormans - Voorzitter College van Bestuur Hogeschool Rotterdam

Ron Bormans (1957, te Schinnen, Zuid-Limburg) mag zich verheugen in een lange periode van ontmoetingen in en met het hoger (beroeps)onderwijs. Tijdens zijn studies: Natuurkunde (propedeuse) in Eindhoven en Politicologie / Bestuurskunde in Nijmegen. Maar ook in zijn loopbaan. Hij werkte o.a. als plv. directeur HBO en directeur Studiefinanciering bij OCW. Daarnaast was hij consultant bij Capgemini. Op dit moment geeft hij leiding aan Hogeschool Rotterdam als bestuursvoorzitter, een functie die hij eerder bekleedde bij de HAN. Maar hij deed ook de HvA en Inholland aan en hield toezicht op onderwijsprogramma's als directeur NQA.

Elke twee weken is de nieuwe blog-post ook te volgen op Twitter via @ronbormans1.