- Inzet professionele zorg:
- Bij gevorderde dementie en complexe zorg
- Meest aanvullend (gemengd zorgnetwerk), minst vervangend (professioneel zorgnetwerk)
- Meest dagbesteding en thuiszorg, minst casemanager, POH, verpleeghuis
- Afhouden professionele zorg:
- Volharden in mantelzorgmotief
- Onbekendheid met dementiezorg (ook door late diagnose)
- Geen ‘pottenkijkers’ willen (schaamte en angst regieverlies)
- Verdeeldheid in familie over professionele zorg
- Ervaringen met professionele zorg:
- Onvoldoende ondersteunend voor en samenwerking met mantelzorger
- Onvoldoende aansluitend op migratieachtergronden en zorgbehoeften
- Vaak stoppen of wisselen professionele aanbieders
- Soms tevreden over professionele zorg
Ervaringen met professionele dementiezorg
Families met een migratieachtergrond met een ouder familielid met dementie maken over het algemeen weinig gebruik van professionele dementiezorg. Sommige families in het onderzoek schakelen professionele hulp in omdat de familie niet (meer) alle nodige zorg zelf kan geven of organiseren. Vaak is de dementie bij het familielid dan al verder gevorderd waardoor de zorg voor de familie complex is geworden. De professionele zorg is meestal aanvullend op de zorg door de familie (Gemengd zorgnetwerk). Slechts een enkele keer is professionele zorg vervangend voor mantelzorgtaken (Professioneel zorgnetwerk).
Er wordt het meest gebruik gemaakt van dagbesteding voor mensen met dementie of geheugenproblemen. Deze voorziening wordt door de familie vaak ingezet als de invulling van de dag thuis moeilijk is geworden voor de oudere. Maar ook als de oudere onrustig is en structuur en continue toezicht nodig heeft die de familie niet kan geven. Zo kan ook de mantelzorger worden ontlast die dan een aantal uren tijd voor zichzelf heeft. Ook zijn er voorbeelden van families die thuiszorg inschakelen voor huishoudelijke taken en voor persoonlijke verzorging door de wijkverpleging. Slechts een enkele keer is een casemanager dementie betrokken bij de oudere en familie voor begeleiding en zorgcoördinatie. Ook zijn er een paar voorbeelden van andere professionals met een bemiddelende rol naar dementiezorg zoals een psychiatrisch verpleegkundige, ouderen maatschappelijk werker (OMW) of praktijkondersteuner van de huisarts (POH). Opvallend is dat er in het onderzoek van het project ‘Oudere migranten met vergeetachtigheid of dementie in Rotterdam' geen voorbeelden zijn van professionele mantelzorgondersteuning.
Er zijn verschillende redenen waarom families geen, weinig en laat gebruik maken van professionele dementiezorg. Een eerste reden is dat de familie de zorg voor hun ouders als een opdracht zien waar zij in moeten volharden. De inzet van professionele zorg wordt door hen opgevat als een falen omdat de familie het niet zelf heeft kunnen volbrengen. Schaamte speelt mee voor de overige familie en gemeenschap dat zorgprofessionals het voor een deel overnemen.
Een andere reden is dat oudere migranten vaak pas laat een diagnose dementie krijgen of zij hebben geen diagnose. Familie herkent signalen van dementie bij het oudere familielid vaak niet in een vroeg stadium. Zorgprofessionals onderkennen eveneens vroege signalen van dementie lang niet altijd bij oudere migranten (zie daarvoor ook het hoofdstuk Vroegsignaleren-van-dementie-bij-oudere-migranten). Het kan hierdoor lang, soms jaren, onduidelijk blijven wat er met de oudere aan de hand is waardoor passende professionele hulp niet of laat op gang komt. Daarnaast zijn veel families niet bekend met het zorgaanbod bij dementie en de regelgeving. Zij weten niet dat er speciale voorzieningen zijn, ook op het vlak van mantelzorgondersteuning. Sommige families willen geen ‘pottenkijkers’ door inmenging ‘van buiten’. Er kan ook verdeeldheid zijn in de familie over het inschakelen van hulp buiten de familie waardoor de inzet van professionals wordt uitgesteld. Daarnaast speelt beeldvorming bij de familie over professionele zorg een rol. Zo denken sommige familieleden dat de familie de regie verliest als zij professionals in huis halen die de zorg dan volledig overnemen en bepalen wat er met de oudere gaat gebeuren. Er is ook angst voor een gedwongen opname in een verpleeghuis. Die verwachting koppelen familieleden aan het beeld dat families zonder migratieachtergrond in Nederland de zorg voor hun ouderen uitbesteden aan een zorginstelling.
Ook zijn mantelzorgers vaak ontevreden over de professionele zorg waar zij ervaring mee hebben. Zij vinden de zorg niet altijd ondersteunend, dat wil zeggen aanvullend op de mantelzorg en dat professionals met de familie goed samenwerken en afstemmen. Daarnaast lopen mantelzorgers er vaak tegenaan dat professionals onvoldoende rekening houden met de taal, culturele en religieuze migratieachtergronden van het oudere familielid waardoor de communicatie en omgang moeilijk verlopen. Een ander knelpunt volgens mantelzorgers is dat de zorg niet altijd voldoende afgestemd is op de zorgbehoeften van de oudere. De dementie bij het oudere familielid is vaak al gevorderd wanneer de familie zorg door professionals inschakelt. Niet alle dementiezorg voor thuiswonende ouderen is daar op ingesteld. Deze negatieve ervaringen zijn redenen waarom families soms stoppen met professionele dementiezorg en de zorg zelf weer volledig op zich nemen. Meestal gaat het om dagbesteding en thuiszorg. Er zijn ook enkelen voorbeelden dat het familielid door de familie weer naar huis wordt gehaald uit het verpleeghuis. Daarnaast komt het regelmatig voor dat families uit onvrede steeds wisselen van zorgaanbieders.
Er zijn niet alleen maar negatieve ervaringen. Sommige mantelzorgers zijn tevreden over de professionele zorg voor hun familielid zoals door de casemanager, ouderen maatschappelijk werk, thuiszorg, dagbesteding maar ook verpleeghuiszorg. Vaak gaat het om cultuursensitieve en cultuurspecifieke zorg die is afgestemd op de taal, culturele en religieuze migratieachtergronden van de oudere. Maar dat is niet zonder meer doorslaggevend voor de familie. Er zijn ook voorbeelden van families die tevreden zijn over reguliere dementiezorg. Mantelzorgers waarderen als goede zorg dat de professionals de oudere respectvol bejegenen, met hen goed samenwerken en dat zij respecteren dat de familie de regie over de zorg voor hun familielid met dementie of geheugenproblemen behoudt. Maar ook dat de zorg is afgestemd op persoonlijke behoeften, wensen en voorkeuren van de oudere en van de familie waarbij oog is voor culturele en religieuze .
Praktijkvoorbeelden uit het Rotterdamse project ‘Oudere migranten met dementie of geheugenproblemen en hun familie’
‘Mijn zus vindt dat er zorg in huis moet komen. Maar zij beseft niet dat de zorg niet altijd op tijd is. Dus als hij in zijn broek heeft geplast moeten we wachten tot de zorg er is. Mijn vader wordt niet altijd op hetzelfde moment wakker. Het zou meer stress opleveren dan dat we het zelf zouden doen.’
Mantelzorger (v) van oudere met Marokkaanse migratieachtergrond
‘Ik had graag hulp willen hebben. Destijds werkte ik er ook nog bij. Je neemt vrij, je gaat in gesprek met die mensen en hopen dat ze iets kunnen betekenen. Er wordt zo’n soort hulpcarrousel in stand gehouden maar uiteindelijk is er gewoon niks. Zelfs de buurvrouw heeft hulp aangeboden. Denk je van, oké fijn. Maar ja, uiteindelijk wil je dan hulp en dan zegt ze: ‘ja maar ik kan alleen tussen 16.15 en 16.45’. Dus ja, uiteindelijk moet je het zelf doen.’
Mantelzorger (m) van oudere met Turkse migratieachtergrond
‘Ik ben op de afdeling (in het verpleeghuis) een hele dag daar met mijn vader geweest. Ik vond het verschrikkelijk. Ik zag een man die vanaf de ochtend tot de avond in een stoel zat. Er werd niks met hem gedaan. De inrichting, het eten, de begeleiding was wel aangepast en de televisie stond op Arabische zenders. De zorgverleners spraken de taal. Dat was wel fijn. Ik kwam de volgende ochtend en toen zat mijn vader een boterham te eten zonder kunstgebit. Toen heb ik hem gelijk meegenomen naar huis. Ik vond dat hij thuis beter af was.’
Mantelzorger (v) van oudere met Marokkaanse migratieachtergrond
Tevreden over professionele zorg
‘Hij (ouderen maatschappelijk werker) vertelde wat hij deed voor migranten die dementie krijgen. Hij zei wat hij allemaal zou kunnen doen voor ons. Toen is het begonnen. En toen hebben zij (Thuiszorg) ons een beter pakket aangeboden. Dus meer hulp. .. We waren er tevreden over. Ze spraken zijn eigen taal, dat is het belangrijkste.’
Mantelzorger (v) van oudere met Turkse migratieachtergrond
‘Lof over de hulpverlening. We wonen op afstand. En iedere keer als we gaan, krijgen we alleen maar complimentjes van mijn broer. Hij zegt, ‘ik krijg hele goeie zorg. Ze behandelen mij heel goed’. Het geeft rust. Dat ze voor hem zorgen en hij het ook accepteert. Wij communiceren met hen ook via zijn rapportage, dat gaat heel goed. Wij lezen hoe het met hem gaat, en we schrijven over en weer als er iets is.’
Mantelzorger (v) van oudere met Surinaamse migratieachtergrond