Menu English

Ontmoeting 49

Als het in Syrië dondert, kan het bij ons in de klas onrustig worden. En als het in Oekraïne onrustig wordt, ontstaan er bij ons net wat meer vragen over studentuitwisseling daar naartoe. Dialoog over zorgwekkend gedrag en extremisme, lessen over plantkunde en wereldgodsdiensten en een bezoek van Burgemeester en wethouders waren de afgelopen weken de onderwerpen op de agenda van onze Collegevoorzitter.

Als het in Syrië dondert, kan het bij ons in de klas onrustig worden. Als jonge mensen afreizen om te gaan strijden voor het kalifaat, vragen wij ons af: leven dat soort ideeën ook binnen onze gemeenschap? Als Nederland worstelt met het vraagstuk van radicalisering, kijkt men naar het onderwijs. Als ons om een mening gevraagd wordt, erkennen wij het vraagstuk, maar proberen we tegelijkertijd duidelijk te maken dat het vraagstuk van veiligheid breder ligt en dat zorgwekkend gedrag zoals wij dat ervaren, vele oorzaken heeft die overwegend persoonlijk van aard zijn. En als het in Oekraïne onrustig wordt, ontstaan er bij ons net wat meer vragen over studentuitwisseling daar naartoe, of naar Rusland. 

Maandag 4 maart: expertmeeting over zorgwekkend gedrag, extremisme en radicalisering

Het vraagstuk van radicalisering en extremisme raakt een hogeschool op verschillende manieren. Om te beginnen is de hogeschool een afspiegeling van de (Rotterdamse) samenleving. We moeten dus niet uitsluiten dat er onder onze studenten, wellicht ook docenten, mensen zijn die sympathieën hebben met radicale, extreme opvattingen, van welke aard dan ook. Onze hogeschool kent extreem linkse denkers, orthodoxe moslims, veganisten en PVV'ers, om maar eens wat voorbeelden te noemen uit onze rijkgeschakeerde gemeenschap. Zij zijn in principe allemaal welkom, als ze onze 'Grondwet' (de gedragscode waarin de omgangsvormen beschreven staan, die binnen de hogeschool gehanteerd worden) maar in acht nemen, namelijk dat we elkaar respecteren zoals we zijn en niet discrimineren. Mannen en vrouwen, hetero's en homo's, mensen van welke religie dan ook, moeten zich thuis voelen bij ons en als er een verschil van opvatting is, dan vechten we dat met woorden uit. Maar van een hogeschool wordt meer verwacht: het organiseren van het debat, het organiseren van de ontmoeting tussen mensen die elkaar normaal gesproken weinig tegenkomen, met als gevolg het risico dat er meer over elkaar dan met elkaar gesproken wordt. Ook is het van belang de lastige vraagstukken op te zoeken en bespreekbaar te maken.

Dus schuif ik die maandag aan bij een bijeenkomst die de hogeschool samen met het Kenniscentrum Diversiteit Rotterdam georganiseerd heeft over zorgwekkend gedrag, extremisme en radicalisering. Vooral studenten met een moslimachtegrond zijn erop afgekomen, waaronder een jongeman van de Ware Islam. Collega Marina Meeuwisse is een van de gespreksleiders. Eerder heeft ze in een opinieartikel (Radicalisering is van alle tijden) geprobeerd radicalisering in een context te plaatsen, een context van meer ideologieën dan de Islam alleen, een context waarin radicalisering en extremisme uiteen gerafeld worden en waarin jongeren het recht geboden wordt radicaal te zijn. Binnen de grenzen van onze Grondwet. Alles komt aan de orde: Israël, homoseksualiteit, Charlie Hebdo, discriminatie. De emotie is groot als de rol van de media ter sprake komt, daar waar zij bepaalde beelden over moslims alleen maar lijken te bevestigen en niet geïnteresseerd lijken te zijn in het goede nieuws. Soms komen we in de buurt van grenzen van wederzijds respect, zeker als een van de gespreksdeelnemers de aanwezige vrouwen niet de hand schudt of als het thema verschuift naar homoseksualiteit.

"Sorry", zegt het meisje met de hoofddoek, "maar ik moet wat eerder weg. Ik heb vanavond paardrijles".

Wat moest gaan over radicalisering werd een avond van zoeken naar wederzijds begrip, erkenning van vraagstukken en een begin van dieper begrip. Of we de diepste laag aangeboord hebben, weet ik niet. Daarvoor is twee uur praten veel te kort. Ik ging er vol optimisme heen, maar ga tegelijk wat somber naar huis. We dreigen de goedwillenden van ons te vervreemden. Bij ons studeren overwegend normale jongens en meisjes. Als we die van ons vervreemden, dan hebben we echt een probleem.

Donderdag 5 maart: Minister en Staatssecretaris laten zich bijpraten

Minister Bussemaker en staatssecretaris Dekker laten zich door een aantal vertegenwoordigers uit het onderwijs bijpraten over het vraagstuk van radicalisering, met het oog op een internationale bijeenkomst in Parijs. Ze hebben ons ook uitgenodigd, dat wil zeggen onze veiligheidsadviseur Paul Goossens en ondergetekende. Paul krijgt de gelegenheid om de lijn van Hogeschool Rotterdam - die hij voor een belangrijk deel ontworpen heeft - neer te zetten:

  • Zorgwekkend gedrag is veel meer dan moslimextremisme, zo leert de ervaring
  • Maak een goed onderscheid tussen radicalisering en gewelddadig extremisme
  • Zorg dat je breed in contact bent en blijft met de hogeschoolgemeenschap
  • Bed je veiligheidsbeleid goed in in de lokale veiligheidsdriehoek
  • Help door middel van scholing collega's met het onderkennen van vormen van  zorgwekkend gedrag en help ze het hanteerbaar te maken door in geval er lastige inschattingen/afwegingen gemaakt moeten worden, te verwijzen naar professionals binnen de school
  • Zorg voor een zorgvuldig proces waar mensen houvast aan hebben, zodat er handelingsperspectief bestaat en niemand er alleen voor hoeft te staan
  • Zorg voor goede bestuurlijke dekking voor wat je doet
  • Realiseer je dat de eenling die zorgwekkend gedrag vertoont, los van welke ideologie dan ook, wellicht een zorgvraag heeft, dus zorg dat daarover alertheid heerst
  • Respecteer jonge mensen, respecteer verschillen, blijf het gesprek zoeken en organiseer het debat

Donderdag 5 maart: de grote wereldgodsdiensten

Een van de leukere onderdelen van mijn werk. Mezelf laven aan de bron van kennis. Want dat is wat een hogeschool is. Waarmee ik me meteen een beeld vorm van wat we nu als hogeschool te bieden hebben. De kwaliteit van onderwijs laat zich goed indiceren, maar om dat goed te kunnen inschatten, moet je zo nu en dan zelf de collegebanken in. Ik begin in een prachtig aangekleed lokaal met een practicum plantkunde. Er gaan preparaten rond die onder de microscopen geplaatst worden en de studenten leren wat ze zien te herkennen en na te tekenen. Het jargon wordt door het lokaal heen geslingerd: eenzaadlobbigen, tweezaadlobbigen, monocotyl versus dicotyl. Ik geloof niet dat mijn docent, Tom Ansen, echt tevreden is over mijn prestatie....

Ik eindig die dag met een voorbereiding van een excursie naar de Ardennen bij de opleiding Aardrijkskunde (docent: Tom Wils). Pittige materie van plooiende steenlagen die over elkaar heen buitelen waardoor de bovenste laag ouder is dan die daar onder. We stappen in nog geen uur door een miljoenen jaren durende geschiedenis van tegen elkaar aan schurende platen, compleet weg-eroderende continenten en delta's waar het resterende zand wordt afgezet. Ook hier betekenisvol jargon zoals het Brabant Parautochtoon ('dat wat er al ligt') en het Ardennen Allochtoon ('dat wat er bij komt'), waarna een nieuw evenwicht ontstaat..... De docent eindigt met een oproep netjes te administreren in Osiris als je naar het buitenland gaat. "Dan weten we waar je bent als er iets gebeurt."

Tussendoor volg ik de les wereldgodsdiensten van Chris van Dijke (Maatschappijleer). Een groep studenten presenteert aan een divers samengestelde groep collega-studenten de wereldgodsdiensten aan de hand van een typologie. De presentatie laat verassende verschillen (zijn er wel of niet 'heiligen', beelden we die af, met welke uitbundigheid, is er een absolute leer?) maar ook overeenkomsten zien, zoals wederzijdse erkenning van belangrijke figuren in de (historie van de) religie, vormen van verering, etcetera.

Als over tien jaar de Charlie Hebdo van dat moment de kranten haalt - wat ik niemand toewens - dan zal er in de klassen worden gediscussieerd, of juist niet. Hopelijk staat er dan voor de klas een leraar Maatschappijleer die vanuit kennis van zaken dat gesprek leidt, stimuleert en soms in goede banen leidt. Die snapt dat kennis van de veelvormige maatschappelijke werkelijkheid absoluut noodzakelijk is om dat gesprek respectvol te laten verlopen. Die leraar zat wellicht vandaag net als ik in de les wereldgodsdiensten bij Chris van Dijke. Met wie studenten respectvol omgaan. Want ze weten dat Chris meer weet van hun eigen geloof dan zij zelf, welk geloof dat ook is.

Vrijdag 6 maart: burgemeester Aboutaleb op bezoek

Burgemeester en Wethouders van Rotterdam komen bij ons op bezoek. Een mooi moment om de hogeschool nog eens aan de bestuurders van de stad te presenteren. Dat is niet alleen goed voor ons (we willen voor, door, in en met Rotterdam werken en dus hebben we belang bij een goede relatie met de gemeente) maar ook een moment om onze trots te tonen. Nadat ik plenair de hogeschool aan de stadbestuurders heb voorgesteld, gaan we in groepen uiteen om bepaalde thema's uit te diepen. De burgemeester en ik zijn aanwezig bij de (besloten/vertrouwelijke) groep 'veiligheid'.

Ik heb collega's uitgenodigd in alle openheid met de burgemeester hun ervaringen te delen. Zij doen dat en ik maak van de gelegenheid gebruik te vertellen over het initiatief  (van universiteiten, hogescholen en overheid) van kennis delen in het hoger onderwijs (het project Integrale Veiligheid Hoger Onderwijs), van welks stuurgroep ik voorzitter mag zijn. Hij stelt zich luisterend op, deelt zijn ervaringen met ons en nodigt ons uit om goed aan te sluiten bij de veiligheidsstructuur van de stad. Hij is hard in het veroordelen van geweld en laat iets zien van de emotie van zijn toespraak naar aanleiding van Charlie Hebdo. Ik voel me thuis in een redenering die zowel geweld en extremisme veroordeelt alsook oproept om sterk in te zetten op preventie. De meeste tijd besteedt hij dan ook aan een uitnodiging om 'onszelf' te zijn. En dat is jonge mensen niet alleen een vak bij brengen, maar ook opvoeden tot volwassen, kritische en respectvolle burgers. Die uitdaging nemen we graag aan.

Donderdag 26 maart: uitwisseling Rotterdam - Kiev - Zhytomir - St Petersburg

Soms is het hoger onderwijs een zegen door gewoon te doen wat het moet doen: jonge mensen laten leren en hen kennis te laten maken met de wereld om hen heen. Op uitnodiging van collega Alexander von Schmid ben ik 's avonds aanwezig bij een presentatie van vijf groepen studenten Business IT & Management, de opleiding die mensen opleidt die de brug bouwen tussen 'business' en informatietechnologie. Studenten uit Rotterdam, Kiev, Zhytomir en St. Petersburg werken samen aan echte ontwikkelprojecten, echte opdrachten van (Nederlandse) bedrijven en tonen hun producten. De wereldproblematiek is buitengesloten als we kennis nemen van hun werk. Soms zou  je hopen dat wereldleiders zouden luisteren als studenten vertellen over wat ze geleerd hebben. Let goed op culturele verschillen, respecteer die, probeer ervan te leren en overstijg ze door intensief met elkaar in gesprek te gaan, niet via de mail, niet via de media, gewoon, met elkaar aan tafel.

Over de auteur

Ron Bormans - Voorzitter College van Bestuur Hogeschool Rotterdam

Ron Bormans (1957, te Schinnen, Zuid-Limburg) mag zich verheugen in een lange periode van ontmoetingen in en met het hoger (beroeps)onderwijs. Tijdens zijn studies: Natuurkunde (propedeuse) in Eindhoven en Politicologie / Bestuurskunde in Nijmegen. Maar ook in zijn loopbaan. Hij werkte o.a. als plv. directeur HBO en directeur Studiefinanciering bij OCW. Daarnaast was hij consultant bij Capgemini. Op dit moment geeft hij leiding aan Hogeschool Rotterdam als bestuursvoorzitter, een functie die hij eerder bekleedde bij de HAN. Maar hij deed ook de HvA en Inholland aan en hield toezicht op onderwijsprogramma's als directeur NQA.

Elke twee weken is de nieuwe blog-post ook te volgen op Twitter via @ronbormans1.