In een serie interviews vertellen collega’s over hun ervaringen in een van die open netwerken. In de tweede aflevering vertelt Emile Jackson, programmacoördinator Energy Transition bij RDM Centre of Expertise, over de WERKplaats Techniek.
De WERKplaats techniek is geïntroduceerd om meer samenwerking te realiseren tussen vier onderwijsinstituten (EAS, IGO, RMI en CMI) van Hogeschool Rotterdam, het Kenniscentrum Duurzame HavenStad en RDM Centre of Expertise (beide eveneens van Hogeschool Rotterdam).
Mijlpalen
Het bouwen van een netwerk waarbij docenten van verschillende opleidingen elkaar weten te vinden voor het ontwikkelen en geven van onderwijs, was een belangrijke doelstelling voor 2018. Daarin zijn goede stappen gezet door het organiseren van de Ideeënpitch en verschillende inhoudelijke bijeenkomsten.
24 collega’s maakten gebruik van de mogelijkheid om hun idee te pitchen tijdens een speciaal evenement. Daarmee werden de verwachtingen ruimschoots overtroffen. Uiteindelijk zijn zeventien van deze ideeën verwerkt tot een aanvraag, waarvan er elf doorgegaan zijn als experiment/project. De overige aanvragen zijn in overleg doorgeschoven naar 2019 of op een andere manier opgepakt buiten de organisatie van de WERKplaats Techniek om.
Emile, wat is je rol in de WERKplaats Techniek?
“Ik ben samen met Marit van Lieshout trekker van het experiment ‘Duurzaam ondernemen als verbindende schakel’. We ontwikkelen een programma van onderwijs- en onderzoeksprojecten over de wijze waarop we nieuwe systemen voor energieopwekking samen met bedrijven kunnen ontwikkelen. Bedrijven willen met ons samenwerken als een technologie slagingskans heeft op de markt. Maar ze zijn vaak meer geïnteresseerd in kosten dan in CO2-besparing. Studenten moeten dat laatste wel leren, dus bedenken we business cases met zowel technische als financiële componenten. Studenten uit het technisch en het economisch domein trekken daarbij straks samen op.”
Waarom is dit belangrijk voor jouw werk?
“De hogeschool wil meewerken aan de verduurzaming van de samenleving, van de haven en industrieel complex. Implementatie van nieuwe innovatieve technologie is alleen mogelijk als er op een andere manier naar kosten en baten gekeken wordt. Meer samenwerking tussen technische opleidingen onderling en met andere opleidingen is daarbij belangrijk.”
Wat heb je geleerd?
“Ik zelf heb ruime ervaring met multidisciplinaire projecten en samenwerking met bedrijven. Ik betrek er nu anderen bij die daar minder ervaring mee hebben. Het samenstellen van een programma met praktijkopdrachten kost veel tijd, vooral om gezamenlijk af te stemmen en het in de curricula van de verschillende opleidingen een plek te geven.”
Wat ga je doen met de opgedane kennis in 2019?
“In het studiejaar 2019–2020 hopen we de eerste opdrachten in dit programma te draaien.”