Menu
    English

    Studenten bouwen oefenplatform voor mensen met taalstoornis

    Vier studenten van Rotterdam Business School zetten kunstmatige intelligentie in om mensen met afasie te helpen herstellen van hun taalverlies. Een maatschappelijk relevant project dat begon tijdens het programma omgaan met AI en uitgroeide tot een project met echte impact.

    Tijdens het semester 6 programma werken studenten aan verschillende projecten waarin ze samenwerken met praktijkpartners en aan de slag gaan met verschillende thema’s. Het Discipline-overstijgend Opgavegericht Onderwijs (DOO) wordt hiermee in de praktijk uitgevoerd. Dankzij de samenwerking tussen praktijkpartners, onderzoekers en docenten krijgen studenten de kans om echte impact te maken en hun eigen grenzen te verleggen. 

    Omgaan met AI

    Eén van de programma’s is ‘omgaan met AI’. Vier studenten van verschillende opleidingen: Isabelle, Jort, Tjeerd en Max zijn tijdens dit programma gaan samenwerken met onderzoeker Jan. Met behulp van AI zijn ze aan de slag gegaan met online afasie therapie. Afasie is een taalstoornis door gevolg van niet-aangeboren hersenletsel. De manier om dit op te lossen is door intensief te oefenen op de punten waar patiënten moeite mee hebben, legt Jan uit. Logopedisten kunnen dit met testen uitzoeken waar patiënten moeite mee hebben en daar de juiste oefeningen bij vinden. Deze oefeningen zijn op maat met wat een patiënt nodig heeft op dat moment. Daarom kwam Jan met het vraagstuk om met behulp van AI, oefeningen op het online platform efficiënter te maken. Studenten van Rotterdam Business School hebben gekeken wat mogelijk is met AI en hier een eigen website omheen gebouwd. Met behulp van AI creëren ze nieuwe oefeningen voor patiënten op basis van de oefeningen van de logopedist. Bij deze oefeningen zitten ook afbeeldingen gemaakt door AI-modellen. Dit is ter ondersteuning. Sommige patiënten leren beter met beeld.” legt Max uit. Een belangrijk voordeel is dat patiënten hiermee zelfstandig thuis kunnen oefenen en daarmee gemakkelijker werken aan hun herstel. Jan ziet hier veel potentie in; “We doen dit nu voor mensen die de taal verloren zijn, maar er is ook een grote groep kinderen met een stoornis die iets moeten leren wat ze nog niet konden. Daar kan dezelfde systematiek voor gebruikt worden, AI kan enorm helpen in dit project.”

    De studenten zijn voordat ze aan de slag zijn gegaan met de website en de oefeningen eerst onderzoek gaan doen. Door in gesprek te gaan met patiënten en logopedisten leerden ze wat afasie exact inhoud. “Met logopedisten ging het interview vrij makkelijk en hadden we een vragenlijst opgesteld. Met afasiepatiënten was het moeizamer en merk je dat ze onzeker zijn en dat je ze op hen gemak moet stellen.” Jan vult aan: “Het is al een prestatie dat ze deze gesprekken überhaupt hebben gevoerd, dat kost veel doorzettingsvermogen.” 

    Onder de indruk van studenten

    Het project zelf is zeker geslaagd, met een sterke inhoud wordt er maatschappelijke en in de organisatie impact gemaakt en gaan de studenten verrijkt de wereld in. Jan is onder de indruk van hoe snel de studenten het vraagstuk eigen hebben gemaakt. Ze deden onderzoek, bezochten de doelgroep en gingen daarna direct praktisch aan de slag. Ook verwerkten ze feedback zorgvuldig en communiceerden ze helder over hun keuzes. “Je zag dat ze als groep plezier hadden in het samenwerken, dat was mooi om te zien.” Zegt Jan. 

    De studenten waren zelf ook enorm enthousiast over het project. Hoe verder ze in het project kwamen hoe meer vragen ze kregen. “Om het realistisch te houden en tot een eindproduct te komen moest er wel op de rem getrapt worden, gelukkig hadden we Max en uiteindelijk is dat allemaal gelukt.” vertelt Tjeerd.

    Samenwerken

    Tijdens het semester 6 programma komen studenten van verschillende opleidingen samen in één groep. Dit biedt de kans voor studenten om van elkaar te leren en met verschillende expertises samen te werken om tot een nog beter eindproduct te komen. In het begin was het aftasten wie welke expertise had, maar al snel wisten ze elkaar goed aan te vullen. “Ik ben niet zo goed in financiën, dus ik was blij met iemand die daar juist sterk in is. Zo kon ik me focussen op marketing.” vertelt Isabelle. 

    Ook de samenwerking met Jan verliep soepel. In drie fasen werkten de studenten aan het project, waarin ze regelmatig bij elkaar kwamen voor tussentijdse gesprekken om voortang en wensen te bespreken. Zo bleef het platform zich ontwikkelen en ontstond een eindproduct waar iedereen trots op is. 

    Deze gesprekken tussen de studenten en opdrachtgever zijn cruciaal voor een goed verloop. “In het begin was het echt zoeken naar wat wij kunnen betekenen en wat Jan precies wil. Maar door in gesprek te blijven gaan en vragen te blijven stellen kom je daarachter en tot een mooi eindproduct waar iedereen blij mee is. We hadden niet gedacht een werkende website op te kunnen leveren, maar die staat er nu wel.” vertelt Jort. 

    Maatschappelijke impact maken

    Jan is zelf ook erg tevreden met de samenwerking. “Hier zit de toekomst. Ik vind het maatschappelijk van groot belang en ook vanuit mijn rol bij de hogeschool om studenten te helpen en een stap verder in hun carrière te brengen. Ik heb eigenlijk maar weinig hulp hoeven geven. Het mooiste is dat hier vier jonge mensen zitten die straks de wereld ingaan met waardevolle ervaring. Ze hebben laten zien hoe onderwijs, technologie en maatschappelijke impact hand in hand kunnen gaan.” vertelt Jan trots. 

    Werken met echte opdrachtgevers is niet alleen nuttig voor het werkveld, het is ook bijzonder en interessant voor studenten. “Het leukste en interessantste was om met de opdrachtgever aan de slag te gaan. Je leert het meeste als je daadwerkelijk bezig bent met AI.” Legt Isabelle uit. 

    Voor de studenten was het niet alleen leerzaam maar ook bijzonder om met een maatschappelijk project bezig te zijn. “Het voelt beter om iets te doen voor mensen met afasie dan een chatbot maken voor een accountant of sales bedrijf. Ik denk dat die impact een grotere motivatie heeft gegeven om er echt iets goeds van te maken.” vertelt Tjeerd. 

    Inloggen