Menu English

Methodiekbeschrijving Slachtoffers 'Loverboys' in de JeugdzorgPlus

Beschrijving en ontwikkeling van een integrale behandelmethodiek voor jonge vrouwelijke slachtoffers van 'loverboys'.

Publicatiedatum: 01 september 2015

Het lectoraat Disability Studies; Diversiteit in Participatie van Hogeschool Rotterdam heeft samen met Expertisecentrum Jeugd van Hogeschool Leiden de opdracht gekregen een basis te leggen voor een methodiekbeschrijving die speciaal is afgestemd op deze doelgroep.

Toon:

Introductie

In Rotterdam bestaat voor jeugdige vrouwelijke slachtoffers met aan seksueel misbruik gerelateerde problematiek een JeugdzorgPlus voorziening van Horizon Jeugdzorg & Onderwijs, locatie Hestia (voorheen Roffa). Hier worden meisjes en jonge vrouwen van 12 tot en met 18 jaar met een machtiging gesloten jeugdzorg begeleid en behandeld. 

Doelstelling

De doelstelling van het project was – in samenwerking met de meisjes, hun ouders en professionals in de JeugdzorgPlus-afdeling Hestia – een basis te leggen voor een methodiekbeschrijving die richtinggevend is voor de opvang en begeleiding die bij de gesloten afdeling van Hestia wordt verleend. De beoogde methodiekbeschrijving moet integraal zijn, dat wil zeggen dat er afstemming is tussen het leefklimaat op de groep, de behandelingen op de groep en specialistische therapeutische interventies (eerste-, tweede-, en derdegraads milieu).

Methodiekbeschrijving

De methodiekbeschrijving sluit aan bij het Actieplan 'Aanpak meisjesslachtoffers van loverboys/mensenhandel in de zorg voor de jeugd' van de Commissie Azough (2014). Deze commissie heeft een aantal kernelementen geformuleerd voor de opvang en behandeling van slachtoffers van mensenhandel die gebaseerd zijn op het best beschikbare bewijs.

Daarnaast constateerde de Commissie Azough dat op dit moment nog onvoldoende kennis aanwezig is over de effectiviteit van bestaande interventies. In de methodiekbeschrijving voor Hestia worden zodoende inhoudelijke voorstellen gedaan op grond van gesprekken met de meisjes en met hun ouders, en op grond van bestaande wetenschappelijke evidence, voor bevordering van een veilig leefklimaat en passende therapeutische behandeling voor de meisjes en jonge vrouwen.

Op basis van al deze informatie is een rapport opgesteld waarin verslag is gedaan van het onderzoek, de huidige werkwijzen zijn beschreven en er zijn aanbevelingen gedaan om te komen tot een methodiek die voldoende draagvlak heeft bij de betrokken stakeholders en die met ingang van februari 2016 stapsgewijs geïmplementeerd is. Elementen waarover overeenstemming bestaat en die eenvoudig zijn in te voeren, zijn al eerder ingevoerd.

Onderzoek

Gegeven de doelstellingen is gekozen voor een participatief ontwerp onderzoek, waarin gestreefd is naar co-creatie. Hiervoor is het nodig om alle betrokken stakeholders een stem te geven. Er is literatuurstudie gedaan, er zijn interviews en focusgroepen gehouden met meisjes en hun ouders en er heeft participerende observatie plaats gevonden. Ook zijn er interviews gehouden met de professionals van het team. Tijdens het project zijn er regelmatige vergaderingen geweest met het team en het management om resultaten terug te koppelen en te discussiëren over hoe verder te gaan.

In dit onderzoek is gebruikgemaakt van de gespreksmethode Mijn Pad, tevens ontwikkeld door het lectoraat Disability Studies, Diversiteit in Participatie.