Menu
    English

    Lezen en laten lezen

    Leraren als leesbevorderaars in het PO en VO

    Publicatiedatum: 14 februari 2024

    Er zijn aanwijzingen dat Nederlandse leraren in basis- en voortgezet onderwijs weinig literaire teksten lezen die voor hun leerlingen relevant zijn en dat hun repertoirekennis en competenties om het lezen te bevorderen achterblijven. Dat maakt het voor deze leraren moeilijk om de leesfrequentie, leesmotivatie en het leesbegrip van leerlingen te stimuleren. Het doel van dit project is om de leesfrequentie, repertoirekennis en leesbevorderingscompetenties van zittende leraren (in opleiding) te versterken.

    Het lezen van literatuur is belangrijk voor de ontwikkeling van leerlingen tot gemotiveerde, ‘diepe’ lezers. Er zijn echter aanwijzingen dat Nederlandse leraren in basis- en voortgezet onderwijs weinig literaire teksten lezen die voor hun leerlingen relevant zijn en dat hun repertoirekennis en competenties om het lezen te bevorderen achterblijven. Dat maakt het voor deze leraren moeilijk om de leesfrequentie, leesmotivatie en het leesbegrip van leerlingen te stimuleren. Het doel van dit project is daarom om de leesfrequentie, repertoirekennis en leesbevorderingscompetenties van zittende leraren en leraren-in-opleiding (pabo en tweedegraadsopleiding Nederlands) te versterken, zodat ze hun leerlingen beter kunnen ondersteunen in het lees- en fictieonderwijs. Het onderzoeksteam ontwerpt samen met leraren (in opleiding) een professionaliseringstraject en onderzoekt het effect hiervan op hun leesfrequentie, repertoirekennis en leesbevorderingscompetenties, én op het lezen door hun leerlingen. Daarnaast brengt het team in kaart welke rol de leescultuur in de school kan spelen in een dergelijk traject.

    Over het project

    Projectbeschrijving

    Het lezen van literatuur is belangrijk voor de ontwikkeling van leerlingen tot gemotiveerde, ‘diepe’ lezers. Onder andere de PISA-onderzoeken tonen aan dat Nederlandse leerlingen weinig leesmotivatie hebben en steeds minder goed in staat zijn tot diep lezen. Hun leraren kunnen daarin het verschil maken: leraren die zelf enthousiaste lezers zijn en op effectieve wijze aandacht besteden aan literatuur in de klas kunnen het leesplezier en -gedrag en de leesvaardigheid van leeringen stimuleren. Er zijn echter aanwijzingen dat Nederlandse leraren in basis- en voortgezet onderwijs maar weinig literatuur lezen die voor hun leerlingen relevant is en dat hun repertoirekennis en competenties om het lezen te bevorderen achterblijven. Dat maakt het voor deze leraren moeilijk om gemotiveerd en diep lezen bij hun leerlingen te stimuleren.

    Het doel van dit project is daarom om de leesfrequentie, repertoirekennis en leesbevorderingscompetenties van zittende leraren en leraren-in-opleiding (pabo en tweedegraadsopleiding Nederlands) te versterken, zodat ze hun leerlingen beter kunnen ondersteunen in het lees- en fictieonderwijs. Het onderzoeksteam ontwerpt samen met leraren (in opleiding) een professionaliseringstraject en onderzoekt het effect hiervan op hun leesfrequentie, repertoirekennis en leesbevorderingscompetenties, én op het lezen door hun leerlingen. Daarnaast brengt het team in kaart welke rol de leescultuur in de school kan spelen in een dergelijk traject. Het onderzoeksproject resulteert in een overdraagbaar professionaliseringstraject waarmee scholen en lerarenopleidingen (na)scholing op het gebied van leesbevordering kunnen vormgegeven.

    In het project wordt samengewerkt in een breed consortium, waar betrokkenen vanuit lerarenopleidingen, basis- en middelbare scholen, vakverenigingen en leesbevorderingsorganisaties bij zijn aangesloten.

    Projectaanpak

    Het onderzoeksteam ontwerpt samen met leraren (in opleiding) een professionaliseringstraject en onderzoekt het effect hiervan op hun leesfrequentie, repertoirekennis en leesbevorderingscompetenties, én op het lezen door hun leerlingen. Daarnaast brengt het team in kaart welke rol de leescultuur in de school kan spelen in een dergelijk traject. Het onderzoeksproject resulteert in een overdraagbaar professionaliseringstraject waarmee scholen en lerarenopleidingen (na)scholing op het gebied van leesbevordering kunnen vormgegeven.

    Resultaten

    Het project bouwt voort op de resultaten die zijn behaald in het project Lezen en laten lezen. Een ontwerponderzoek naar de versterking van leraren als leesbevorderaars (Jongstra, Kieft, Goriot & Van den Eijnden, 2023; zie https://www.lezen.nl/wp-content/uploads/2023/03/Lezen-en-laten-lezen_2023_digitaal-1.pdf) dat in het basisonderwijs is uitgevoerd. Daarnaast vormen de tussentijdse resultaten van het project Focus op lezen: lezen stimuleren in de tweedegraadsopleiding Nederlands een startpunt voor het huidige project. Deze tussentijdse resultaten zijn beschreven in De lezende leraar van de toekomst: een casus vol contrasten (Schrijvers, 2022; in Van Dijk, Hamel, Klaver, & Stronks, Omdat lezen loont: op naar effectief leesonderwijs in Nederland) en Laat de leraar lezen! Leesbevordering bij de lerarenopleiding Nederlands (Schrijvers, 2023, zie https://hsnbundels.taalunie.org/bijdrage/laat-de-leraar-lezen-leesbevordering-bij-de-lerarenopleiding-nederlands/).

    Het project beoogt inzicht te geven in hoe een professionaliseringstraject het lezen onder leraren (in opleiding) en hun leerlingen kan stimuleren en welke rol de leescultuur op school daarbij speelt. Deze inzichten, de ontwikkelde interventie en daarbij behorende materialen zullen breed beschikbaar worden gemaakt voor het werkveld (basis- en middelbare scholen en lerarenopleidingen), onder meer via de websites www.lezeninhetpo.nl en www.lezeninhetvmbo.nl en via een afsluitend symposium voor het veld.

    Samenwerkingen

    Het kernteam voor dit project bestaat uit dr. Jacqueline van Kruiningen (lector, Kenniscentrum Talentontwikkeling, Hogeschool Rotterdam), dr. Marloes Schrijvers (postdoctoraal onderzoeker, lerarenopleiding Nederlands & Kenniscentrum Talentontwikkeling, Hogeschool Rotterdam), dr. Wenckje Jongstra (associate lector, Katholieke Pabo Zwolle), dr. Claire Goriot (postdoctoraal onderzoeker, Katholieke Pabo Zwolle), prof. Roel van Steensel (hoogleraar Leesgedrag, Vrije Universiteit), prof. Jacqueline Bel (hoogleraar Moderne Nederlandse letterkunde, Vrije Universiteit) en Jette van den Eijnden (Stichting Lezen).

    De uitvoering van het project is in handen van postdoctoraal onderzoekers aan de hogescholen, onder begeleiding van de lectoren en hoogleraren. Het team werkt in een consortium samen met praktijkpartners, waaronder diverse lerarenopleidingen aan hogescholen en schoolbesturen in PO en VO, en beleidspartners, waaronder vertegenwoordigers van de PO-raad, de VO-raad, de Taalunie en de Vereniging van Leraren Levende Talen.

    Vanuit Kenniscentrum Talentontwikkeling is het project direct gelieerd aan de Lerarenopleiding Nederlands van Hogeschool Rotterdam. Studenten aan deze opleiding worden uitgenodigd om deel te nemen aan het ontwikkelteam dat onder leiding van de onderzoekers het professionaliseringstraject ontwerpt. Daarnaast zijn studenten van deze opleiding, afhankelijk van hun opleidingsschool, mogelijk betrokken bij het project als deelnemers: zij nemen dan deel aan het professionaliseringstraject samen met hun collegadocenten Nederlands op de opleidingsschool. De resultaten van het project worden tevens verwerkt in het curriculum van de opleiding Nederlands, in de leerlijnen Fictie en Vakdidactiek.

    Projectfeiten



    2024 - 2028

    Regieorgaan SIA, RAAK-PRO financiering



    Lectoraat Taalbewust
    hoger onderwijs


    Optimalisering Leerprocessen

    Medewerkers betrokken bij dit project