Menu English

“Leerlingen stimuleren na te denken. Dát is didactiek.”

Lia Voerman over haar nieuwe rol als lector didactiek

17 juni 2020

Lia Voerman is de kersverse lector Didactiek van Kenniscentrum Talentontwikkeling. Sinds 1 juni kan ze een langgekoesterde wens in vervulling laten gaan. “Dit lectoraat geeft mij de kans om mijn ervaring op het gebied van onderzoek en hoe leren in zijn werk gaat, in te brengen bij een lerarenopleiding. Heel belangrijk, want hier worden de leraren van de toekomst opgeleid.”

Wat versta je onder didactiek anno 2020?
“Didactiek omvat de systematische handelingen om leerprocessen voor elkaar te krijgen. Wat doe je om een leerling tot leren te brengen? Ik houd me vooral bezig met de processen in de klas. Welke vragen stelt de docent? ‘Wat is de hoofdstad van Griekenland?’ levert een concreet antwoord op en feedback van een leraar als ‘goed zo’. ‘Waarom is Athene de hoofdstad van Griekenland?’ levert al een heel ander antwoord op. Dan moet er anders nagedacht worden. Dit soort processen kun je al vroeg beginnen. Zo kun je aan een kleuter die een toren bouwt vragen: ‘Hoe zorg jij dat de toren niet omvalt?’. In een later stadium: waarom valt die toren niet om? Denken en leren kun je al bevorderen vanaf de peuterleeftijd. Als leraar moet je weten hoe je scholieren en studenten stimuleert zelf na te denken. Het geven van feedback speelt hierbij een cruciale rol.”

Waarom is de rol van feedback zo belangrijk?
“Je kunt op verschillende manieren feedback geven. Algemene feedback (‘goed zo’) heeft niet veel invloed op leren. Met specifieke feedback bevorder je het leren. Bij het voorbeeld van de peuter en de toren zou goede feedback zijn: ‘Heel goed dat je het breedste blokje onderaan hebt gelegd. Hierdoor valt de toren niet om.’ Hiermee bevorder je de zelfregulatie van kinderen. Het kind zal de volgende keer weten hoe het een stabiele toren moet bouwen omdat het de juiste feedback heeft gekregen. Helaas geven leraren niet zoveel feedback, zo blijkt uit mijn promotieonderzoek. Hoe dat komt? Ze hebben het niet zo geleerd. Pas sinds de laatste jaren is er aandacht voor feedback. Hoewel er veel prachtig onderzoek gedaan is naar feedback, moesten de docenten de vertaling naar de praktijk vaak zelf doen.”

Wat is je missie als lector?
“Een van mijn missies is de vertaling van wetenschappelijk onderzoek naar de praktijk. En daarbij leraren ondersteunen. Het is niet alleen mijn missie, ik vind dat gewoon leuk. Mijn eigen proefschrift heb ik ook vertaald naar de praktijk (hiervoor ontving Lia de NRO-VOR publieksprijs, red.). Die manier heet Didactisch Coachen. Dat gaat over 3 dingen: vragen stellen, feedback geven en het feit dat leraren geneigd zijn om al snel aanwijzingen te geven. En dat laatste is jammer. Juist wanneer een leerling worstelt wordt er geleerd. Dat moet je als leraar durven aanzien. En dat is moeilijk. Als ervaren leraar ontwikkel je routines. Stel je meestal gesloten vragen, dan is het lastig om over te gaan op open vragen. Ik wil graag dat leraren zich bewust worden van dit soort mechanismes. Routines zijn nodig om al die verschillende leerlingen goed te onderwijzen."

De theorie van de hoge verwachtingen, wat spreekt jou daarin aan?
“Sinds de publicatie van Robert Rosenthal (1968) weten we dat leerlingen die les krijgen van leraren die hoge verwachtingen van hen hebben, beter presteren. Deze theorie spreekt mij enorm aan en hij blijkt te werken. Hoe dat komt? Leraren laten hoge verwachtingen zien door de vragen die ze stellen en de feedback die ze geven. En door niet tevreden te zijn met maar een half goed antwoord. Daarnaast zijn leraren blijkbaar vriendelijker naar leerlingen van wie zij hoge verwachtingen hebben. De in het algemeen lagere schooladviezen aan kinderen met een migratieachtergrond hebben vaak te maken met lage verwachtingen. Dat is jammer, want zo doen wij geen recht aan het menselijk kapitaal dat wij hebben. Vroegtijdig uitstromen is daarbij ook een probleem.”

Wat versta je onder didactische professionaliteit?
“Dat een docent snapt hoe leren in zijn werk gaat en recht doet aan de verschillen tussen leerlingen daarin. En weet wat te doen, zodat een leerproces op gang komt. Alles begint bij hoe de leraren les geven. Liefde voor de leerling én het vak is daarbij een basisvoorwaarde. Als je niet van kinderen houdt dan wordt het ingewikkeld.”

Welke verschillen zijn er met het lectoraat Pedagogiek?
“Leraren vormen de kinderen al in het primair onderwijs: ze zijn enorm belangrijk voor hun ontwikkeling. Een compliment (positieve) feedback is iets wat je bijblijft (soms een leven lang). Natuurlijk gaan pedagogiek en didactiek hand in hand. Pedagogiek stelt de vraag ‘waarom doe je wat je doet?’. Bij Didactiek stel je vragen als ‘als je dit wilt bereiken hoe doe je dat?’. Het een kun je niet los zien van het ander. De vragen vullen elkaar aan en daarom zijn we complementair: de waarom-vraag koppelen aan de wat-vraag. Voor de ene leerling werkt de ene manier, voor de andere een andere. Je wilt als leerling in ieder geval gezien worden.” In de praktijk van het lesgeven kiezen leraren echt niet voortdurend voor didactisch of pedagogisch bezig zijn. Dat is ook de reden dat de lectoraten Pedagogiek en Didactiek naast elkaar staan en samenwerken. Tegelijkertijd is het ontzettend fijn dat er aparte aandacht is voor didactiek, omdat het voor (toekomstige) leraren essentieel is om te weten hoe leren in zijn werk gaat."

Door het coronavirus kwam het onlineonderwijs in een stroomversnelling. Hoe zie je dat in relatie tot didactiek?
“Lesgeven werd meteen heel anders. De uitdaging is om leerlingen en studenten betrokken te houden. Door goede vragen te stellen lukt dat. In feedback kun je vervolgens veel stoppen wat jij relevant vindt als leraar. Dingen die de leerlingen onthouden. ‘Dus jij hebt beredeneerd dat…’. Daarmee laat je de rest van de klas zien wat een goede redenering is. Het op afstand lesgeven noopt tot nadenken over de nabije toekomst. Een mengvorm is denk ik het beste. Echt contact blijft echter het belangrijkste. Daarom zou ik graag onderzoeken hoe je blended leren goed kunt vormgeven.”

Welke didactiek is nodig voor het actuele afstandsonderwijs?
“Face-to-face lesgeven is prettiger. De non-verbale informatie mis je wel (zelfs met beeldbellen), terwijl die vaak zoveel zegt. Online lesgeven en overleggen is ook veel vermoeiender. Stel jezelf als docent steeds de vraag ‘hoe krijg ik studenten aan het denken’ en ‘hoe houd ik ze betrokken en zorg ik dat ze aan de slag gaan’. Een deel van het antwoord ligt in de vragen die je stelt en de feedback die je geeft. ‘Goed zo!’ is daarbij onvoldoende. Feedback moet specifiek zijn.”

Meer informatie