Menu
English

“Ik vind het niet prettig om weg te gaan als lector, het was veel te leuk”

16 mei 2019

Het ene na het andere kaartje viel rond 5 mei op haar deurmat. Jacomine de Lange ging op die dag officieel met pensioen. Familie, vrienden, collega’s en kennissen wensten de lector ‘Transities in de Ouderenzorg’ heel veel plezier met haar vrije tijd. Heerlijk genieten!

“Maar daar ben ik helemaal nog niet aan toe, ik had nog best langer lector aan Hogeschool Rotterdam willen blijven. Ik richtte me vooral op de zorg voor mensen met dementie en op dat gebied is nog veel te doen. Helaas heb ik artrose in mijn nek gekregen en kan ik mijn werk niet meer doen zoals ik graag zou willen.”

Dus neemt ze na maar liefst 15 jaar afscheid als lector, al blijft ze nog wel als adviseur aan Kenniscentrum Zorginnovatie verbonden. Op 23 mei is haar afscheidssymposium. In dit interview blikt ze aan de hand van 15 thema’s terug op haar indrukwekkende loopbaan bij Hogeschool Rotterdam. Bij elk onderwerp is de belangrijkste vraag: wat is er op dit gebied de afgelopen 15 jaar veranderd?

1 Werk als lector
“Samen met Chris Kuiper en AnneLoes van Staa was ik in 2003 een van de eerste lectoren van de hogeschool. Dat was een prachtige tijd, want we konden vrijuit pionieren. Niemand wist wat de bedoeling was, haha. De opdracht was: doe iets met onderwijs, onderzoek en de praktijk met transities in de zorg als theoretische achtergrond. We gingen allerlei praktijken langs om te vragen of ze daar behoefte hadden aan onderzoek. Op den duur dienden we subsidieaanvragen in en ging het er steeds professioneler aan toe. Daardoor nam ook de werkdruk toe. Niet erg hoor, anders moet je geen lector willen worden.”

2 Onderwijs
“Ik had gehoopt dat het onderwijs veel meer veranderd zou zijn. Want ik geef nog steeds colleges in grote zalen, terwijl ik vind dat het veel kleinschaliger moet. Vroeger zat de hele zaal vol en zaten de achterste banken te kletsen. Nu zit het niet meer vol,  de colleges zijn niet meer verplicht. Ik weet niet wat ze met hun laptop doen, maar ik heb geen last meer van dat geklets, haha. Ik vind het wel moeilijker geworden om te bepalen wat we studenten moeten leren. Ze kunnen álles opzoeken. Nu is het belangrijker om te inspireren en enthousiasmeren en om een kritische en empathische houding bij te brengen. Ik vind het leuk naar nieuwe manieren te zoeken om studenten te boeien . We hebben onlangs een VR-bril waarmee je kunt ervaren hoe het is om dementie te hebben geïntroduceerd. Dat vinden ze erg interessant.”

3 Aandacht voor dementie
“Die is enorm toegenomen. Kranten, boeken, toneelstukken, noem maar op. In het begin was de aandacht vooral negatief. Over aftakeling en wantoestanden in de zorg. Maar tegenwoordig gaat het vooral om wat er nog wél mogelijk is als je dementie hebt. Dat probeer ik in mijn onderwijs en onderzoek ook altijd te benadrukken.”

4 Kenniscentrum Zorginnovatie
“We zijn uitgegroeid tot een kenniscentrum met 13 lectoren, enorme producties en omzetten. Heel mooi, al moeten we niet té groot worden. Je moet makkelijk kunnen overleggen met collega’s.”

5 Zorg voor ouderen met dementie
“Er is de laatste jaren veel ontwikkeld, zoals ontmoetingscentra, zangkoren, geheugenpaleizen, vrijwilligerswerk voor mensen met dementie. Heel positief. Al is het nog lang niet overal beschikbaar”   

6 Studenten
“Mijn indruk is dat ze nu minder lang hun aandacht erbij kunnen houden dan vroeger. We hebben kennisclips van een kwartier opgenomen waarin we vertellen wat we in een college van een uur willen meegeven. Maar dat is vaak al te lang als ze thuis zitten. Ik vind het leuk om in kleine groepen te werken en een band met hen op te bouwen, zodat ze enthousiast worden voor het onderwerp en er helemaal voor gaan.”

7 Overheid
“De gemeente Rotterdam is veel meer geïnteresseerd in het onderwerp dan in het begin van mijn lectoraat. Toen zeiden ze: ouderen? Nee onze aandacht is gericht op  jongeren! Maar intussen heb ik veel met de gemeente samengewerkt, onder meer in het project 'Langer Thuis Met Dementie'. Kenniscentrum Zorginnovatie is ook betrokken bij het opstellen van de samenwerkingsagenda Ouder en Wijzer."

8 Wetenschap
“Er is enorm veel onderzoek gedaan de afgelopen vijftien jaar, ook naar oorzaken en behandeling. Helaas is er nog steeds geen afdoende behandeling voor dementie gevonden. In 1988 werd op een conferentie gezegd dat dat binnen twintig jaar zou gebeuren. Tot die tijd is onderzoek naar manieren om een goed leven te leiden met dementie van groot belang. Wij hebben daaraan kunnen bijdragen, juist ook omdat we zo dicht bij de praktijk en het onderwijs zitten."

9 Technologie en dementie
“Het is een spannend onderwerp. Van ontspanning, zoals spelletjes op de iPad, tot hulpmiddelen in de vorm van een knop die vertelt hoe je koffie moet zetten als je die indrukt. Probleem is vaak de techniek die hapert. En je moet mensen met dementie met veel geduld  trainen; twee maanden lang en telkens op precies dezelfde manier. Maar het kan  wel.”

10 Hogeschool Rotterdam
“De hogeschool is veel meer een hogeschool van de stad geworden. We zijn vaak en goed in de Rotterdamse praktijk bezig. Een heel belangrijke verandering.”

11 Docenten
“Ik heb veel oudere, ervaren docenten met pensioen zien gaan. En ik zie  jonge, vaak hoger opgeleide docenten ervoor in de plaats komen die het in het begin best lastig hebben. Daarom zou je ze het liefst willen combineren: ervaren docenten met jonge honden. Zodat ze van elkaar kunnen leren.”

12 De maatschappij
“We zijn net gestart met een onderzoek naar dementie onder ouderen met een migratieachtergrond in Delfshaven en Feijenoord. Zij vinden niet altijd de weg naar de dementiezorg. De familie wil die zelf op zich nemen. Maar dat kan heel zwaar zijn. Hoe kunnen we beter aansluiten op hun behoeften?”

13 Zorgverleners
"We hebben veel onderzoek gedaan naar de functie van casemanagers. Zij kunnen mensen met dementie en hun mantelzorgers van begin tot eind begeleiden en de zorg coördineren. Helaas worden ze nu later ingezet als er al problemen zijn, zodat ze minder preventief kunnen werken. Ze moeten juist zorgen dat mensen langer thuis kunnen blijven en overbelasting van mantelzorgers voorkomen. Wij hebben daarvoor de VitaDem-aanpak ontwikkeld."

14 Mantelzorgers
“Zij zijn de spil in de zorg, vaak cijferen ze zichzelf daarin helemaal weg. Dat is niet veranderd.  De vraag moet steeds zijn: wat heb ik nodig om de zorg vol te houden? In onze projecten hebben we geprobeerd hen daarin te ondersteunen.”

15 Privé
“Tot medio juni ben ik nog zoet met afronden van werk. Daarna ga ik op vakantie naar de westkust van Ierland. Dan begint het grote bezinnen. Ik moet nu toch echt gaan bedenken wat ik later wil worden, haha.”

Meer informatie over Afscheidssymposium 23 mei