Menu English

Voorschot op de Jaaropening: haken en ogen aan flexibilisering

14 augustus 2019

De aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt staat centraal tijdens de komende Jaaropening van Hogeschool Rotterdam. Wat zijn de belangrijkste dilemma’s op dit gebied? In deze driedelige zomerserie zoeken we antwoord op deze vraag. Deel 1: Om mensen naast hun werk een hbo-studie te laten volgen, is flexibel onderwijs een must. We gingen langs bij twee deeltijdopleidingen die hier ervaring mee hebben: de lerarenopleiding Talen en Verpleegkunde.

De lerarenopleiding Talen startte al in 2009. Marcel du Chatinier, clustermanager lerarenopleiding Nederlands over de beweegredenen: “Bij deeltijd Talen hadden we te maken met hoge studieuitval, studievertraging en studentenontevredenheid. Het probleem was dat voltijd leidend was en deeltijd inhoudelijk precies hetzelfde moest zijn. Met dezelfde toetsen, dezelfde vakken, dezelfde tijd. Flexibel onderwijs was onbespreekbaar, dat is gelukkig veranderd.”

Veel voorkomende profielen

Bij de lerarenopleiding is een aantal profielen ontworpen. Marcel: “Je kunt van ons onderwijs niet 100 procent maatwerk maken. Daarom hebben wij, kijkend naar het werkveld, een aantal veel voorkomende profielen van deeltijdstudenten samengesteld en daar leerlijnen voor ontworpen.”

De druk is best hoog onder de leraren. Veel van de deeltijders hebben dispensatie en geven al les. “Onbevoegd! Dat mogen ze maar twee jaar doen. Die hebben écht een stok achter de deur en kunnen daarbij steun van ons verwachten. En van de werkgever. We zorgen voor een goede begeleiding waarbij student, docent en werkgever aan één tafel zitten om de studie af te stemmen.”

Naast druk is ook ruimtegebrek een obstakel om de flexibiliseren. “Wij willen onze deeltijdopleidingen heel graag overdag aanbieden, maar er zijn helaas onvoldoende lokalen beschikbaar”, zegt Marcel, “Dat is echt een probleem voor ons.”

Een diploma is een vereiste. Zonder dat mag je nu eenmaal je vak niet uitoefenen. Marcel: “Bij de nieuwe deeltijd lerarenopleiding zijn we veel beter in staat om eerder verworven competenties te waarderen en in te zetten om het diploma te behalen. Bijvoorbeeld een trainer of een docent in het hbo die wel didactische vaardigheden kan bewijzen, maar nog geen ervaring met de leeftijdsgroep heeft. Daar kan hij dan bij ons aan werken.

Maatwerk

Ook de Verpleegkunde-opleiding in deeltijd had te maken met grote uitval en ontevredenheid. Net zoals bij de leraren hikten ervaren verpleegkundigen er tegenaan om jaren de schoolbanken in te gaan. “Mbo-verpleegkundigen hebben al een volle rugzak aan jarenlange verpleegkundige kennis en willen niet nog een keer een paar jaar aanhoren wat ze al lang weten”, zegt Christine Rietveld. Zij is onderwijscoördinator flexibele deeltijd Verpleegkunde en is met een team met dat uitgangspunt aan de slag gegaan en in 2018 gestart met de eerste lichting. In de verpleegkunde heerst een groot tekort aan hbo-verpleegkundigen, maar toch wilden veel mbo’ers de overstap niet maken.

“We krijgen deze mbo-verpleegkundigen naar het hbo-onderwijs omdat zij de kennis, vaardigheden en inzichten die ze eerder verworven hebben, kunnen aantonen. Het is voor hen mogelijk om in eigen tempo de opleiding te doorlopen. Ze kunnen de opleiding versneld afronden ofwel verdieping zoeken in onderwerpen die ze nog niet beheersen op hbo-niveau. Maar liefst 85 procent heeft een persoonlijk profiel dat we continu moeten afstemmen.”

Oude gedrag

Essentieel voor deze opleiding is de nauwe samenwerking met de praktijk. Maar niet alle instellingen hebben medewerkers beschikbaar om zich hiermee bezig te houden. Het tekort aan personeel heeft regelmatig tot gevolg dat de studenten te weinig ruimte krijgen voor het ‘leren in de praktijk’.

Elske van Heeringen, docent en lid van deeltijdteam Verpleegkunde: “Vanwege werkdruk bestaat de neiging terug te schieten in het oude gedrag. Vaak doen ze hetzelfde werk met dezelfde patiënt, maar moeten ze zichzelf, in hun rol als student, dwingen om die patiënt nu als een hbo-verpleegkundige te benaderen. Dus met klinisch redeneren, bewust zijn waarom ze zo handelen. En niet gewoon doen wat er op dat moment gedaan moet worden omdat de werkdruk te hoog is.”

Geen rolmodellen

Christine concludeert dat studenten binnen sommige instellingen geen enkel rolmodel hebben. “Dan blijkt er in de hele zorginstelling geen enkele hbo’er rond te lopen waar ze zich aan kunnen optrekken of mee kunnen spiegelen.” Dit gat vult de hogeschool op met studiebijeenkomsten, studiegroep en studiecoach. Dat lukt wel, maar het is niet ideaal.

Elske is bang voor teleurstellingen bij studenten. “We merken dat het werkveld ook wel eens laat reageert en soms blijkt er nog niet eens profiel te zijn aangemaakt voor de hbo-verpleegkundigen die we opleiden. We stomen ze klaar, maar kunnen dan nergens terecht.”

Werk te doen

De deeltijdopleidingen voor leraar en verpleegkundige startten allebei een deeltijdversie waarin flexibilisering ver is doorgevoerd. Bij beide is dat een succes gebleken. De aanmeldingen, studenttevredenheid en studiesucces bewijzen dat. Maar dat had en heeft nogal wat haken en ogen waar werkgevers, overheid en hogescholen samen aan kunnen werken.

Tijdens de Jaaropening op maandag 2 september geeft vicepremier Hugo de Jonge zijn visie vanuit een landelijk perspectief op het onderwerp 'aansluiting op de arbeidsmarkt', net als Maurice Limmen (voorzitter Vereniging Hogescholen) die inzoomt op het hoger beroepsonderwijs. En Zakia Guernina (lid van College van Bestuur Hogeschool Rotterdam) vertelt wat dat voor Rotterdam en de hogeschool betekent.

Lees ook deel 2 en 3 van deze driedelige zomerserie, die vooruitblikt op de Jaaropening van 2 september.