Menu
    English

    Toetsen voor de toekomst

    Optimaal bijdragen aan de kwaliteit van toetsing

    Toetsing is een belangrijk onderdeel bij het ontwikkelen van een nieuw curriculum. Bij IGO streven naar betekenisvol toetsen, waarbij sprake is van samenhang tussen onderwijsactiviteiten, leerdoelen en toetsing. Daarbij zetten wij toetsing zoveel mogelijk in om een totaalbeeld te krijgen van de ontwikkeling van onze studenten (IGOvisie, 2022). Om een zo goed mogelijk beeld te kunnen krijgen, is het belangrijk dat iedere student – ongeacht eigenschappen of achtergrond – wordt beoordeeld op de vooraf gestelde leerdoelen en dat wat nodig is om een taak te volbrengen. De IGO Ontmoet van 12 april stond daarom in het teken van inclusiviteit en toetsing. Aan de hand van de poster ‘toetsing & inclusiviteit’ hebben we gekeken wat je aan de voorkant in het ontwerp van je toets kunt doen, om deze toegankelijker te maken.

    Toegankelijk toetsen

    Toegankelijk toetsen kan de suggestie wekken dat er sprake is van een specifieke vorm van toetsing of een nieuw toetsmodel. Dat is niet het geval. Het uitgangspunt van toegankelijk toetsen is dat iedere deelnemer een eerlijke, gelijkwaardige kans heeft om de toets wel of niet te halen. Er mag geen sprake zijn van het toetsen van ‘verborgen’ vaardigheden of (impliciete) kennis die geen onderdeel van de doelen is. Dit is belangrijk voor de kwaliteit van je toets, omdat je iedere student toetst op dezelfde inhoud, ongeacht hun achtergrond. Kwalitatief goede toetsing is altijd valide, betrouwbaar, transparant en bruikbaar voor alle betrokkenen. Inclusiviteit is daardoor verbonden met alle toetsvormen, didactische keuzes en toetsmodellen.

    “De poster was voor mij de highlight van deze IGO Ontmoet, omdat het een fijn en handig overzicht biedt”.

    Factoren die van invloed kunnen zijn

    Er zijn verschillende aspecten die van invloed kunnen zijn op een inclusieve toets. Zo is taal bijvoorbeeld altijd een factor. In hoeverre heb je talenkennis nodig om de toets te begrijpen en te maken? Maar ook voorkennis speelt een rol. Bij casussen wordt vaak gebruik gemaakt van een situatie uit de werkelijke wereld. Wanneer dit voorbeeld geen onderdeel is van de lesstof, kan je ervan uitgaan dat studenten verschillende mate van voorkennis hebben over deze situatie. Als deze ‘toevallige’ voorkennis invloed heeft op het toetsresultaat, dan meet je iets anders dan wat je wilt meten. Verder moet je jezelf ook afvragen of je de juiste vorm van toetsing hebt gekozen om aan te tonen dat een student de juiste ontwikkeling heeft doorgemaakt. Wat toets je en wat vind je belangrijk? Ons doel is om professionals op te leiden voor het werkveld. Is het daarvoor noodzakelijk dat zij goed zijn in het schrijven van een verslag of kunnen zij de leerdoelen ook op een andere wijze aantonen?

    Met een inclusie-bril naar je eigen toets kijken

    De expertisegroepen ‘Inclusiviteit’ en ‘Toetsen en Beoordelen’ hebben samen de inspiratieposter Toetsing & Inclusiviteit ontwikkeld. Aan de hand van deze poster kun je met een ‘inclusie-bril’ naar je eigen toets kijken. Op basis van de kwaliteitscriteria betrouwbaarheid, validiteit, bruikbaarheid en transparantie worden de aspecten die van invloed kunnen zijn op een inclusieve toets beschreven. Je vindt tevens handige (doorlees)tips op deze poster.

    Bekijk de inspiratieposter Toetsing & Inclusiviteit

    “De poster is een hele handzame tool om je modules te scannen op inclusiviteit”.

    Inzichten opgedaan

    Tijdens de IGO Ontmoet van 12 april zijn de aanwezige collega’s in groepjes aan de slag gegaan met deze poster. Zij hebben met een inclusie-bril gekeken naar een (zelf ingebrachte) casus en aan de hand daarvan de sterke en zwakke kanten van de toetsvorm benoemd, bekeken welke kansen er zijn en gekeken welke factoren een bedreiging vormen. “Het was fijn om met collega’s ervaringen uit te wisselen, de verdieping op te zoeken en oplossingsrichtingen te verkennen”.  Zo kwam bij de collega’s bijvoorbeeld het besef dat het werken met leeruitkomsten* en zelfgekozen bewijsmateriaal, voor studenten makkelijker is. Zij kunnen op een manier die bij hen past, aantonen dat zij aan het vereiste niveau voldoen. Studenten ervaren zo geen belemmeringen in de vorm van de toetsing, terwijl zij wel aan de competenties voldoen. Voor docenten betekent dit wel veel kalibratie en ervaring opdoen met verschillende bewijsvormen. Om hier in de praktijk mee aan de slag te kunnen, is het daarom belangrijk meer in gesprek te gaan met collega’s en deskundigen.

    Vragen, aanvullingen of tips?

    Wil jij zelf aan de slag met toegankelijk toetsen, maar heb je nog vragen, aanvullingen of tips? Neem dan contact op met de expertisegroepen ‘Inclusiviteit’ en ‘Toetsen en beoordelen’ via: toetsen@hr.nl of inclusiviteit@hr.nl.

    *Leeruitkomsten vs leerdoelen

    Leeruitkomsten beschrijven wat een student geacht wordt om te weten, te begrijpen en te kunnen toepassen na afronding van een onderwijsperiode. Anders dan dat bij leerdoelen vaak het geval is, gaan leeruitkomsten over getoonde en niet gewenste resultaten, over het eindresultaat en niet de weg ernaartoe en zijn ze gekoppeld aan toetsing en niet aan lessen.  

    IGO-ontmoet

    IGO-ontmoet wordt één keer per onderwijsperiode georganiseerd voor alle collega’s van ons instituut. Het doel van deze bijeenkomsten is om van en met elkaar te leren, elkaar te inspireren en met elkaar te verbinden. Dit doen we door samen aan de slag te gaan met actuele thema’s die op dat moment binnen onze organisatie spelen. IGO-ontmoet wordt georganiseerd door team Onderwijsinnovatie en de IGOvationHUB.  

    1 Juni 2023