Vraag de brochure aan
Brochure aanvragen
Opbouw
Hoe is de opleiding opgebouwd?Onderwijsvisie
Bij de opleidingen van Hogeschool Rotterdam voelt iedereen zich welkom en hoort iedereen erbij. Studenten en docenten kennen elkaar en weten elkaar te vinden. De docenten doen er alles aan om je te begeleiden bij je studie op een manier die bij jou past. Dit vraagt van jou betrokkenheid en een actieve inzet. Samen maken we het onderwijs.
Kenmerkend voor het onderwijs van Hogeschool Rotterdam is de aandacht voor:
- De kennisbasis van het beroep
- Handelen in de beroepspraktijk
- Je eigen professionele identiteit
Al deze elementen komen steeds aan bod tijdens de opleiding. Studenten (en medewerkers) hebben invloed op de manier waarop dit gebeurt in medezeggenschapsraden.
Bij de start van je studie ligt de nadruk op het ontwikkelen van kennis en vaardigheden, maar direct komt ook de praktijk aan bod. Je leert reële beroepsvraagstukken aan te pakken, in samenwerking met medestudenten, docenten, professionals uit de praktijk en praktijkgerichte onderzoekers. Eerst krijg je veel begeleiding van je docent, later neem je steeds meer het heft in eigen handen. Tijdens je studie leer je jezelf steeds beter kennen en ontdek je wat jouw unieke kwaliteiten zijn als beroepsbeoefenaar.
Het eerste jaar
Tijdens de propedeuse krijg je een beeld van het beroep en de competenties die hiervoor nodig zijn. Vakken die aan de orde komen zijn gericht op het voorbereiden, uitvoeren en evalueren van lessen en op het leren van leerlingen en studenten. Daarnaast komen vakken gericht op diverse pedagogische thema's aan bod en het leren doen van onderzoek in de beroepspraktijk om je handelen als docent te verrijken.
Je krijgt inzicht in de inhoud van de opleiding en het vak Gezondheidszorg en Welzijn. Het gaat dan bijvoorbeeld om gezondheid en ziekte, basisverpleegkundige zorg, voeding, doelgroepen en organisatie van de gezondheidszorg. Tijdens je stage leer je onder begeleiding van een ervaren docent hoe je lessen verzorgt en hoe je leerlingen tijdens de les kunt begeleiden en coachen.
Na het eerste jaar
In de hoofdfase ligt de nadruk op verdieping en verdere ontwikkeling van je competenties als leraar. De inhoud van de cursussen die aan de orde komen, is zeer divers. Zo leer je hoe je leerlingen die extra zorg nodig hebben, kunt begeleiden, hoe je kunt communiceren met ouders, wat projectonderwijs inhoudt, maar ook het ontwikkelen van toetsen en een leerplan. Natuurlijk staan we binnen de opleiding stil bij nieuwe ontwikkelingen, zoals het brede scala van mogelijkheden die de digitale didactiek biedt en het gebruik van social media binnen het onderwijs. Je leert gebruik te maken van digitale middelen en een digitale leeromgeving. In het eerste semester van het vierde jaar kies je een minor. Een minor kan gericht zijn op verdieping in een bepaald onderwerp van het onderwijs of is verbredend.
Afstuderen
Het laatste semester van de opleiding bestaat uit een afstudeerprogramma. Dit programma omvat een stage, een assessment, een afstudeeropdracht van een externe opdrachtgever en het behalen van de landelijke kennistoets voor de Lerarenopleiding Gezondheidszorg en Welzijn. Bij de afstudeeropdracht ontwikkel je een beroepsproduct; bijvoorbeeld een onderwijspakket, een toetsplan of een stagewerkboek. Hiervoor voer je een praktijkonderzoek uit. De afstudeerstage loop je op een vmbo- of mbo-school naar keuze en hieraan is een opdracht verbonden. Naast je stage en de afstudeeropdracht, neem je deel aan een assessment waarin aangetoond moet worden dat je bekwaam bent om als startende leraar aan het werk te kunnen.
Werk en studie
Je hoeft bij aanvang van de studie geen baan in het onderwijs te hebben. Vanaf het eerste jaar loop je verschillende korte en lange stages. De stageperiode in het eerste jaar loopt van kwartaal 2 tot en met kwartaal 4 (een dag per week). De helft daarvan is tijd die je doorbrengt in een stageschool. Je verzorgt dan lessen en bent betrokken bij andere activiteiten van leerlingen. Ook heb je gesprekken met je stagebegeleider over de lessen en je eigen leerproces. De andere helft heb je nodig voor werkzaamheden en leeractiviteiten die direct verband houden met de stage, zoals de voorbereidingen van je lessen, nazorg en opdrachten en verslagen voor stage. Vanaf het tweede studiejaar loop je een hele dag stage en ben je ook een hele dag bezig met de voorbereidingen van je lessen, nazorg en opdrachten en verslagen voor stage. Naast het uitvoeren van lessen word je dan ook steeds meer betrokken bij het coachen en begeleiden van leerlingen en het ontwikkelen van onderwijs. Tijdens de afstudeerperiode in de tweede helft van het vierde studiejaar omvat de stage 9 studiepunten waarin je aantoont dat je de competenties van de leraar beheerst op afstudeerniveau.
Keuze en begeleiding
Keuze
Tijdens je opleiding kun je kiezen uit zo'n driehonderd keuzevakken. Dit biedt je de kans om over de grenzen van je eigen opleiding heen te kijken en om invulling te geven aan je specifieke leerbehoeften. Via een minor in de laatste fase van je studie kun je bij de meeste deeltijdopleidingen kiezen voor een bepaald profiel waarmee je jezelf kunt onderscheiden. Ook de afstudeeropdracht die je kiest, geeft een persoonlijke inkleuring aan je opleiding.
Begeleiding
Iedere student is uniek en heeft zijn eigen ideeën over wat hij in zijn studie wil bereiken. In onze begeleiding maken we je bewust van je capaciteiten, kansen en uitdagingen. Soms blijkt tijdens of al vóór de opleiding dat je moeite hebt met een bepaald vak. Dan is het nuttig je kennis hiervan bij te spijkeren. Als student krijg je ook een coach (docent) die je begeleidt en de studievoortgang in de gaten houdt.
Minors
In de laatste fase van je opleiding verdiep je je door middel van een minor in je vakgebied of verbreed je je kennis in een door jou gewenste richting. De onderstaande minors geven een beeld van het type minor dat je kunt verwachten.
Minor Werken in het beroepsonderwijs
De minor Werken in het Beroepsonderwijs (incl. VMBO) biedt studenten van de tweedegraads lerarenopleidingen de mogelijkheid tot een zeer aantrekkelijke specialisatie. De minor is bij uitstek geschikt voor studenten die willen kiezen voor het uitstroomprofiel Beroepspraktijkvorming waarmee zij zich voorbereiden op een functie in het (voorbereidend) beroepsonderwijs. Binnen deze minor leren de deelnemers de lesinhoud uit de schoolvakken te integreren met de inhoud van het toekomstig beroep van leerlingen. Daarnaast wordt veel aandacht besteed aan het kiezen en ontwikkelen van de specifieke didactiek voor dit schooltype en aan de eisen die dat stelt aan leraren.
Minor Digitale didactiek
De minor ‘digitale didactiek en nieuwe media’ biedt studenten van de lerarenopleidingen en de pabo de mogelijkheid tot een specialisatie gericht op het onderwijs van de 21e eeuw. Je leert hoe je digitale tools kunt ontwikkelen voor je lessen en hoe sociale media als Twitter, Facebook en Youtube het leren kunnen bevorderen. Ook leer je hoe je een digitale leeromgeving kunt implementeren binnen je organisatie.
Minor Passend onderwijs en leerlingenzorg
Deze minor maakt van jou een vakkundig docent die vanuit een onderzoekende houding problemen die in het werken met jongeren in schoolsituaties in het vo en mbo ontstaan signaleert, er systematisch naar kijkt en er planmatig naar handelt. Daarnaast krijg je zicht op het zoeken naar middelen en richtingen om geschikte begeleiding voor de zorgleerlingen op te zetten en uit te voeren. In deze minor staat de zorg aan leerlingen centraal.
Vakken
Een indicatie van de vakken die je kunt verwachtenOnderwijsperiode 1
- Oriëntatie op opleiding en beroep
- Lesgeven doe je zó
- Natuurwetenschap
- Studieloopbaancoaching
- Doelgroepen
Onderwijsperiode 2
- Lesgeven
- Microteaching
- Keuzeonderwijs
- Voeding
- Basis Verpleegkunde Zorg
- Studieloopbaancoaching
- Jongeren en hun leefwereld
Onderwijsperiode 3
- Leerlingbegeleiding
- Leerlingbegeleiding
- Werkpleksimulatie & vaardigheidsonderwijs
- Werkpleksimulatie & vaardigheidsonderwijs
- Keuzeonderwijs
- Studieloopbaancoaching
- Organisatie Gezondheidszorg
Onderwijsperiode 4
- Werkpleksimulatie & vaardigheidsonderwijs
- Jeugdzorg
- Groepsdynamica
- Pedagogisch handelen
- Studieloopbaancoaching
- Keuzeonderwijs
Onderwijsperiode 1
- Methoden van onderzoek
- Activerende didactiek
- Carrouselvakken
- Studieloopbaancoaching
- Activerende en digitale didactiek
Onderwijsperiode 2
- Thematisch werken
- Projectonderwijs en thematisch werken
- Studieloopbaancoaching
- Carrouselvakken
- Keuzeonderwijs
Onderwijsperiode 3
- Leerlingenzorg
- Studieloopbaancoaching
- Observeren en differentiëren
- Leerlingenzorg
- Carrouselvakken
- Keuzeonderwijs
Onderwijsperiode 4
- Communiceren met ouders
- Communiceren met ouders
- Vergelijking VMBO-MBO
- Studieloopbaancoaching
- Keuzeonderwijs
- Carrouselvakken
Onderwijsperiode 1
- Leerplanontwikkeling 1, Het leerplan
- Carrousel
- Studieloopbaancoaching
- Leerlingenzorg
Onderwijsperiode 2
- Leerplanontwikkeling, Methoden van toetsing
- Carrousel
- Studieloopbaancoaching
- Toetsing
Onderwijsperiode 3
- Leerplanontwikkeling, Ontwikkelen van onderwijs
- Carrousel
- Oudergesprekken
Onderwijsperiode 4
- Leerplanontwikkeling, Kwaliteit van onderwijs
- Afstudeerbekwaam
- Studieloopbaancoaching
- Carrousel
Onderwijsperiode 1
- Minor theorie
- Minor project
Onderwijsperiode 2
- Minor theorie
- Minor project
Onderwijsperiode 3
- Afstuderen
- Startbekwaam
- Studieloopbaancoaching
Onderwijsperiode 4
- Afstuderen
- Startbekwaam
- Studieloopbaancoaching
Onderwijsvorm
Hoe is het onderwijs ingericht?- Praktijk
- Theorie
- Keuzeruimte
- Begeleiding
- Praktijk
- Theorie
- Keuzeruimte
- Begeleiding
- Praktijk
- Theorie
- Keuzeruimte
- Begeleiding
- Praktijk
- Theorie
- Keuzeruimte
- Begeleiding
Na je studie
Wat kun je doen na de opleiding?Na je afstuderen
Gefeliciteerd! Je hebt je Bachelor of Education (B Ed) gehaald. Deze titel mag je achter je naam voeren.
Bij je diploma ontvang je een diplomasupplement met een DS-label. Met dit Engelstalige document kun je de waarde van je diploma eenvoudiger aantonen in het buitenland bij de toelating tot een vervolgstudie of bij het vinden van een baan.
Beroepen
Na het afronden van de opleiding kun je werken als leraar in het voortgezet onderwijs of het beroeps- en volwassenenonderwijs, maar ook als praktijkopleider of opleidingsadviseur in gezondheidszorginstellingen.