Menu English

Bewegen naar Beter

Meer beweging voor mensen met suikerziekte en hart- en vaatziekten

Publicatiedatum: 10 mei 2016

Suikerziekte en hart- en vaatziekten behoren tot de meest voorkomende chronische ziekten, vooral op oudere leeftijd. In de toekomst wordt een verdere toename van deze chronische ziektes verwacht. Beide ziektes kunnen grote consequenties hebben voor de gezondheid, en daarmee ook voor het dagelijks functioneren en de kwaliteit van leven.

Toon:

Aanleiding

Landelijk gaat het om ongeveer 834.000 mensen met suikerziekte (Diabetes Mellitus) die bekend zijn bij de huisarts, waarvan 90% type 2 (DM-2) heeft. De komende jaren neemt dit aantal naar verwachting verder toe. Voor Rotterdam zijn de geschatte cijfers in 2030: 44.000 volwassenen met DM-2 en 40.000 met hart- en vaatziekten.

In de eerstelijnszorg is de begeleiding van cliënten met Diabetes type 2 en cliënten met (een verhoogd risico op) hart- en vaatziekten, één van de speerpunten. Door het monitoren van cliënten met deze ziektes, kunnen risicofactoren tijdig worden gesignaleerd en aangepakt. Zo kunnen complicaties en voortgang van de ziekte en daaraan gerelateerde beperkingen zoveel mogelijk worden voorkomen. Het bespreken en positief beïnvloeden van leefstijl, vooral ten aanzien van bewegen, speelt hierbij een belangrijke rol.

Aanpak bewegen op de lange termijn

In de dagelijkse praktijk merken zorgverleners dat bij cliënten met een laag beweegniveau, informatieverstrekking en advisering alleen onvoldoende zijn om langdurig gezond beweeggedrag te realiseren. Het slagen van de begeleiding naar duurzaam gezond beweeggedrag en het gebruik van regulier beweegaanbod in de stad is lastig. Rotterdamse partners uit zorg en welzijn hebben daarom een aanpak uitgewerkt om deze groep mensen op lange termijn meer te laten sporten en bewegen.

Binnen de aanpak was veel aandacht voor gedragsverandering en eigen regie, een goede samenwerking tussen professionals in zorg én welzijn en warme overdracht naar regulier beweeg- en sportaanbod. Daarbij worden ervaren barrières naar meer bewegen zoveel mogelijk weggenomen. Zo kan er snel worden ingespeeld op tegenslagen om terugval van cliënten naar een lager beweegniveau te voorkomen.

Onderzoek

Om inzicht te hebben in de implementatie en om aanwijzingen voor meerwaarde in kaart te brengen, heeft Kenniscentrum Zorginnovatie voor de deelnemende partijen de evaluatie uitgevoerd. Hierbij werden zowel veranderingen in beweeggedrag als ook de ervaringen met de aanpak en eventuele aanwijzingen voor verdere verbetering in kaart gebracht. 

In samenwerking met studenten zijn deelprojecten gestart om de ervaringen van cliënten en (zorg)professionals met Bewegen naar Beter in kaart te brengen. Daarbij is ook de coachende rol van de (zorg)professional en de samenwerking tussen de verschillende disciplines meegenomen. Informatie werd  verzameld met behulp van interviews en een focusgroepsbijeenkomst.

Een deel van het consortium van Bewegen naar Beter werkt samen aan een vervolgonderzoek in het project BiBoZ: Blijf in Beweging.