Een belangrijk onderdeel van het project is het onderzoeken hoe pedagogisch professionals minimaal één huisbezoek per kind kunnen inzetten op een manier die daadwerkelijk bijdraagt aan het taalonderwijs. Dit vraagt om een lerende aanpak, waarbij samen wordt geëxperimenteerd, onderzocht en ontwikkeld. Het doel: kinderen laten opgroeien in een rijkere taalomgeving – op school én thuis.
Over het project
De aanpak combineert de sterkste elementen van Thuis in Taal op School en de Maatwerk aanpak thuis tot één geïntegreerde aanpak. Die wordt vormgegeven binnen een Professionele Leergemeenschap (PLG) in elke school, ondersteund door een procesbegeleider en coaching op de werkvloer. Elke school stelt bovendien een ouder-kindcoördinator aan: een sleutelfiguur die de aanpak aanstuurt, ouder-kindactiviteiten organiseert en borgt in beleid en praktijk.
De werkwijze draait om vier kernacties:
- Verankering in de school – Elke school ontwikkelt een aanpak die past bij de eigen context, onder leiding van een ouder-kindcoördinator.
- Verbinding met thuis – Scholen zoeken manieren om de thuissituatie van kinderen beter te begrijpen en benutten, passend bij hun mogelijkheden.
- Samen leren en ontwikkelen – Leraren en pedagogisch medewerkers leren met en van elkaar binnen de PLG.
- Ouder-kindactiviteiten verdiepen – De wekelijkse spel- en praatmomenten vormen het hart van de aanpak. Het gaat om veel interactie, waarbij kinderen hun eigen taal en kennis mogen gebruiken. Daarbij gaan we op zoek naar verdiepende activiteiten.
Projectfeiten
![]() Looptijd 2024 - 2028 |
![]() Financiering Gemeente Rotterdam |
![]() Lectoraat Samen werken aan een Taalrijke Omgeving voor Jonge Kinderen |