Dr. Mirella Soyer

Mirella Soyer heeft gewoond en gewerkt in Nederland, Hong Kong en Maleisië. In Nederland werkte zij als organisatieadviseur voor de KVA-groep waar zij organisaties bijstond in complexe veranderingsprocessen. Een soortgelijke rol vervulde zij ook voor de Amerikaanse organisatie de Hay Group in Hong Kong. Daarna is zij in Maleisië haar eigen adviesbureau gestart onder de naam The Liaison Combination Sdn Bhd (TLC). TLC hielp organisaties (o.a. Shell, Makro, New Strait Times, PWC) en NGOs (o.a. Save the Children, UNDP, Women’s Aid Organisation, Malaysian Aids), bij het realiseren van hun maatschappelijk verantwoorde ambities.  

Haar vrije tijd besteedt ze het liefst buiten onder water (ze is een PADI-duikinstructeur), op het water in een zeilboot of in de tuin of in het bos.  

Sinds 2012 werkt Mirella voor Hogeschool Rotterdam. Eerst als docent organisatie en management, daarna als subject leader onderzoeksmethoden, coördinator duurzaamheid RBS, coördinator van de minoren op het thema circulaire economie, onderzoeker circulaire mode, en als themaregisseur circulaire economie.  

Ze studeerde aan de Radboud Universiteit neuro- en revalidatiepsychologie en klinische psychologie, en studeerde af aan Universiteit Leiden als sociaal organisatiepsycholoog (Universiteit van Leiden). Ze heeft een MBA (Henley Business School) en promoveerde in 2015 aan de Radboud Universiteit op de strategische rol van duurzaamheid voor buitenlandse multinationals in opkomende markten. In 2022 rondde Mirella haar Postdoc Duurzame Mode af voor het kenniscentrum.  

Het lectoraat Gedrag voor Circulaire Transities onderzoekt de rol van circulair gedrag in de transitie naar een circulaire en duurzame economie. Circulair gedrag omvat alle gedrag dat bijdraagt aan het verminderen van het grondstoffengebruik en de milieu impact, activiteiten die bijdragen aan het verlengen van de levensduur en het sluiten van materiaalkringlopen.

De transitie naar een circulaire economie vraagt om het loslaten van oude gedragspatronen en het ontwikkelen van nieuwe zowel van consumenten als van organisaties. Het gaat hierbij over het communiceren over duurzaamheid, het beïnvloeden van sociale en psychologische processen (emoties, verwachtingen en cognitieve biases) en het scheppen van een omgeving die duurzaam gedrag stimuleert.  

Het onderzoek richt zich op het identificeren van wenselijk circulair gedrag, de factoren die dit gedrag belemmeren dan wel bevorderen, en het ontwikkelen en valideren van interventies.  

Bijvoorbeeld, in het programma Circular Fashion onderzoekt het lectoraat hoe verduurzaming van de klantenreis kan worden ingezet om duurzamere keuzes te maken. Het initieert ook een nationaal kledingkast onderzoek om inzicht te krijgen in de kledingkast van consumenten en de keuzes die zij hierin maken. In organisaties, zoals in de zorg, het hoe “green teams” kunnen worden ingezet om circulair gedrag te bevorderen, of hoe circulaire inkoopkeuzes bevordert kunnen worden.  

Het lectoraat gedrag voor circulaire transities is betrokken bij de circulaire programma’s in semester 6 en 7. In programma Leadership for Circular Transitions onderzoeken studenten hoe horecabedrijven voedselverspilling kunnen verminderen in de processen betrokken bij inkopen, bewaren, bereiden en serveren. In het programma Fighting Fast Consumption dragen de studenten bij aan het project de nationale kledingkast audit en ontwikkelen ze interventies die helpen om gedrag van consumenten en retailers te veranderen.

Het is ook betrokken bij circulaire zorg in de Masteropleiding Physician Assistant in het zorgdomein, waar onderzoek wordt gedaan naar de circulaire rol van het zorgprotocol.

Daarnaast participeert het middels workshops en projecten in de minoren circulaire economie in semester 7, en ontwikkelt het afstudeerprojecten voor semester 8 waar studenten onderzoek doen naar circulair gedrag voor wat betreft circulair inkopen en circulaire teams.  

Het doel is om samen relevante kennis te ontwikkelen waarbij praktijkgericht onderzoek op dit thema goed aansluit bij de praktijk van het werkveld, en die van het onderwijs.