Ruim 5.600 studenten vulden een enquête in waarin vragen werden gesteld over eigen middelengebruik en middelengebruik van familieleden. De resultaten zijn verontrustend: jongvolwassenen die opgroeien met een naaste met verslaving kampen vaker met slechtere lichamelijke - en vooral een slechtere psychische - gezondheid dan studenten bij wie in het gezin deze problemen niet voorkomen. Ook hadden zij vaker studievertraging, rookten zij vaker op dagelijkse basis, gebruikten ze meer drugs (vooral cannabis) en dronken ze vaker alleen.
“Ik zie nergens meer het leuke van in. Er gebeurt eigenlijk niks leuks meer. Ik blijf wel gewoon doorgaan, want ik weet dat dat moet.”
Deelnemer, 24 jaar
Wat leven met verslaafden stressvol maakt
Alle deelnemers maakten emotioneel geweld mee, zoals beledigen en vernederen. Een (groot) deel van hen ervaarde en/of was getuige van fysiek geweld, zoals schoppen en slaan of het kort en klein slaan van huisraad. Een deel van hen werd emotioneel of fysiek verwaarloosd. Daarnaast waren er talloze incidenten (zoals een familielid comateus aantreffen), ziekte en dood van hun familieleden met verslaving. Een deel van hen had mantelzorgtaken, variërend van het doen van het huishouden tot het naar bed brengen of in bad doen van hun familieleden met verslaving.
Ondersteuning
Van Namen onderzocht ook of en hoe de deelnemers werden ondersteund door mensen uit hun eigen sociale netwerk, door docenten of door professionals uit de gezondheidszorg. Steun uit hun eigen netwerk (zoals vrienden, familie, buren) en van docenten werd vaker beschreven als helpend dan professionele hulp. Langdurige vertrouwensrelaties en nabijheid (of dat nu sociale of professionele nabijheid is) lijken succesfactoren te zijn voor ondersteuning die als helpend werd ervaren.
Van overleven naar erkenning
Hoewel de problemen ernstig zijn, krijgen veel jongvolwassen in deze situatie geen professionele hulp. Ze schamen zich of weten niet dat hun klachten samenhangen met de verslaving van een ander. In de zorg blijven ze vaak buiten beeld, omdat zij niet ‘de patiënt’ zijn. Van Namen: “Wat ze nodig hebben is iemand die hen ziet en serieus neemt.”
Aanbevelingen: meer aandacht in onderwijs en zorg
Van Namen pleit voor betere signalering in het onderwijs en in de eerstelijnszorg. Docenten, hulpverleners en huisartsen kunnen zelf een luisterend oor bieden of verwijzen naar gerichte vormen van ondersteuning, mits ze weten waar ze op moeten letten. Ook vraagt ze aandacht voor alternatieve steunvormen, zoals sport- en cultuuractiviteiten. Daarnaast kunnen zorgprofessionals een rol spelen bij het bespreken van copingstrategieën. Veel studenten hadden behoefte aan advies over hoe ze met de verslavingsproblemen van familieleden kunnen omgaan.
Oproep: zie hen, hoor hen
Het onderzoek roept op tot maatschappelijke bewustwording: jongvolwassenen die opgroeien met de verslaving van een naaste zijn geen uitzondering. Wel een onzichtbare groep die gezien moet worden, bijvoorbeeld door een voorlichtingscampagne. “Publiekscampagnes dragen bij aan het normaliseren van en het praten over deze ervaringen, die maar al te vaak in de taboesfeer liggen,” aldus van Namen. “Als praten erover normaler wordt, vergemakkelijkt dat het zoeken en aanvaarden van hulp.”
Over het proefschrift
Van Namen, D.M. (2025). ‘Please, see me’: the impact of addiction problems of relatives on young adult family members. Maastricht University. DOI: https://doi.org/10.26481/dis.20250526dn
Klik op de afbeelding om het proefschrift te lezen/downloaden
Dorine van Namen heeft haar proefschrift Please, see me; the impact of addiction problems of relatives on young adult family members op maandag 26 mei 2025 verdedigd aan de Universiteit Maastricht. De verdediging van het proefschrift is terug te kijken via YouTube.