Menu English

Groen licht voor kwaliteitsafspraken Hogeschool Rotterdam

24 september 2020

Minister Van Engelshoven van OCW heeft ingestemd met het plan Kwaliteitsafspraken van onze hogeschool. Zij neemt daarmee het positieve advies voor het door ons ingediende plan over van kwaliteitszorgorganisatie NVAO. De gelden die hiermee beschikbaar komen zetten we in voor kwaliteitsverbetering van het onderwijs.

Aan de positieve beschikking ging een intensief proces vooraf. In 2018 heeft de minister met de studentenbonden ISO en LSVb, de Vereniging Hogescholen en de VSNU afgesproken dat het geld dat vrijkomt door het afschaffen van de basisbeurs rechtstreeks naar hogeronderwijsinstellingen gaat. Dit extra geld gaan zij inzetten om een zichtbare kwaliteitsverbetering van het onderwijs te realiseren. De instellingen dienden hiertoe plannen in, gericht op een zestal landelijk vastgestelde thema’s.

Het plan van Hogeschool Rotterdam, gerealiseerd met intensieve betrokkenheid van studenten, docenten, medezeggenschap en externe partners, is begin dit jaar in korte tijd herzien nadat het oorspronkelijke plan in onvoldoende mate voldeed aan een aantal voorwaarden van de NVAO. Het beoordelend panel van de NVAO was unaniem enthousiast over het herziene plan, waarna ook de NVAO als instelling zich achter het plan schaarde en in juli van dit jaar de minister adviseerde het herziene plan te honoreren.

Op de goede weg, uitvoering mogelijk net wat anders

Wat gaat er nu gebeuren met de extra middelen voor Hogeschool Rotterdam, die oplopen tot 26 miljoen euro in 2024? Collegevoorzitter Ron Bormans: “Dit positieve besluit van de minister bevestigt dat we met onze plannen op de goede weg zitten. Passend bij onze onderwijsvisie en strategische agenda, zetten we de extra middelen vooral in om ons onderwijs steeds verder intensief en kleinschalig in te richten. Daarnaast investeren we in verdere professionalisering van onze docenten en passende onderwijsfaciliteiten.

Samen met onze docenten en medezeggenschap spannen we ons maximaal in om onze plannen ook in coronatijd te realiseren. We worden in feite getest of we ook in deze omstandigheden studenten ‘bij de les’ kunnen houden en nieuwe vormen – in de klas én via het scherm – weten te ontwikkelen die dat mogelijk maken. Dus sluit ik niet uit dat we de plannen net wat anders gaan uitvoeren dan we pre-corona hebben opgeschreven.”