Menu English

Ontmoeting 117 | Rijkdom, een terugblik op de jaaropening

Tweewekelijkse blog van Ron Bormans - Voorzitter College van Bestuur

Afgelopen donderdag openden we het hogeschooljaar, altijd weer een moment om terug te kijken naar hoe we het gedaan hebben en waar we staan. Het woord dat me steeds door het hoofd schiet als ik er de afgelopen dagen aan terugdenk, is ‘rijkdom’. Ik heb het woord zelf een aantal keer gebruikt en ook uit de monden van mijn collega’s Angelien Sanderman en Zakia Guernina heb ik het mogen horen. Rijkdom in de zin van talentvolle studenten, bevlogen onderwijscollega’s, contextrijk onderwijs, dat we samen vormgeven met bedrijven en organisaties die midden in de Rotterdamse samenleving staan, en betekenisvol onderzoek.

Dit jaar geen getallen of statistieken, maar ruimte voor het individuele verhaal. Kwaliteit is meer dan een getal. Dit keer ook geen groot verhaal over beleid en strategie, maar over wie we zijn en hoe we onze studenten begeleiden bij hun persoonlijke en professionele groei. Een verhaal over wat werkt en wat ons verbindt. En zo starten we met een film waarin we precies laten zien wie wij als Hogeschool Rotterdam zijn.

Ongenuanceerde oplossingen voor genuanceerde vraagstukken werken niet

Geen groot verhaal dus, hadden we besproken. Maar – eenmaal op het podium - kan ik het niet laten iets te zeggen over het BSA-verhaal van de minister. Een paar dagen voor onze jaaropening maakte zij bekend dat zij voornemens is de norm voor een BSA vast te leggen op 40 studiepunten. Het is goed dat de minister zich hard maakt voor de toegankelijkheid van het onderwijs en wil beperken dat de BSA wordt ingezet als selectie-instrument.  Maar een uniforme ingreep ontneemt opleidingen de mogelijkheid om vernieuwende onderwijsconcepten te ontwikkelen die een hogere normering vereisen. Onze ervaring is dat een goede samenhang tussen een doordacht onderwijsconcept - met een grote verantwoordelijkheid voor docententeams – en een daarop aangepaste BSA-norm een positief effect heeft op studentenmotivatie en studierendement.

Moeten we dan niet kritisch zijn op de BSA-norm? Zeker wel. Maar wel door de dialoog daarover te voeren.  Intensieve discussies binnen onze hogeschool hebben er toe geleid dat we met onze centrale medezeggenschap nadenken over wat nu een goede norm zou zijn, het BSA is immers een belangrijk ingrediënt bij het vraagstuk rondom studiesucces. Het proces dat we daaromheen hebben opgestart staat onder de deskundige leiding van Ellen Klatter. Grappige samenloop van omstandigheden, diezelfde Ellen Klatter werd vorige week terecht opgenomen in de tip-5 van ScienceGuide, met als belofte beeldbepalend te zijn in het hoger onderwijs, het komende jaar.

Tekst gaat onder de foto verder.

Ik zou aan de minister willen zeggen: in deze tijd is het niet wenselijk met universele, centraal opgelegde oplossingen te komen. Wat mij aan haar besluit pijn deed, is dat het verkocht werd als een maatregel die genomen wordt, omdat jonge mensen die studeren tegenwoordig veel stress ervaren. Die stress is er maar dat is niet eenduidig, het is een delicaat en divers thema dat niet kan worden platgeslagen door een beleidsmaatregel. Betrek dan ook het effect van het leenstelsel in de overweging, de oplopende rente, de studieschuld die mogelijk het krijgen van een hypotheek ingewikkelder maakt. We gaan het er nog over hebben. Dit collegejaar verwacht ik de eerste resultaten van de commissie-Klatter. Ik hoop dat de minister bereid is er met ons over in gesprek te gaan.

Kruip in de context van het onderwijs

Nu we het toch over stress hebben, eén van de grote stressfactoren in deze tijd is misschien wel de onzekerheid die de toekomst met zich meebrengt. Nu zeiden we dat 20 jaar geleden ook, maar de samenleving, het beroepenveld en het onderwijs staan momenteel op een punt waar we beroepsonderwijs moeten ontwikkelen voor een samenleving die geen beroepen meer kent. Het gefixeerde beroep zoals we dat in het verleden kenden, is aan het verdwijnen, in veel maatschappelijke domeinen ontwikkelen beroepen zich als rollen en functies.

Hoe kom je er nu achter welke rollen en functies die ambigue maatschappelijke vraagstukken nodig hebben? Mijn antwoord is: als je de toekomst niet kunt voorspellen, kruip er dan in, probeer er onderdeel van uit te maken. Probeer het onderwijs in de context te plaatsen van die ontwikkelingen die in de maatschappij plaatsvinden. Probeer die jonge mensen in het onderwijs iets mee te geven uit die maatschappelijke dynamiek die plaatsvindt. Contextrijk onderwijs noemen wij dat.

Ruimte voor het ‘ik’, verantwoordelijkheid voor het ‘wij’

Die onzekerheid brengt met zich mee dat mensen geneigd zijn het comfort van hun persoonlijke identiteit op te zoeken. Dat is niet erg, maar dit gaat in onze samenleving meer en meer samen met een teruglopende verantwoordelijkheid voor het grotere geheel: onze samenleving zelf. Dit voorjaar schreef ik een artikel in NRC, waarmee ik probeerde aan te tonen dat persoonlijke identiteit momenteel zo expliciet geformuleerd wordt, dat het niet alleen includeert naar de groep waar je bij wilt horen, maar ook excluderend werkt naar andere groepen en identiteiten. 

Als hogeschool hebben wij de opdracht die jongeren een omgeving te bieden waar ze zichzelf kunnen zijn. Maar we moeten hen ook leren niet de verbinding te verliezen met het grotere geheel: de gemeenschappelijke menselijke en maatschappelijke waarden die ons verbinden. Het is onze maatschappelijke opdracht om in ons onderwijs uit te dragen dat als we de nadruk alleen gaan leggen op de eigen identiteit, onze samenleving fragmenteert en er veel waardevols verloren gaat.

Tekst gaat onder de foto verder.Vlnr Erwin van Braam (directeur Concernstaf) en de Collegeleden Zakia Guernina, Wijnand van den Brink en Angelien Sanderman (die even later afscheid zal nemen).

Als je de toekomst niet kent, moeten we hem samen maken

Wat is dat, contextrijk onderwijs? Bijvoorbeeld, studenten leren dat ze niet bang moeten zijn voor de ambiguïteit van die ongekende toekomst, maar die juist op te zoeken. In mijn verhaal tijdens de jaaropening kom ik met een paar voorbeelden van wat studenten, docenten en onderzoekers mij het afgelopen jaar hebben laten zien. Voorbeelden die het belang van contextrijk onderwijs illustreren. Waarbij het doen van onderzoek voor ons als hogeschool van groot belang is, omdat het ons helpt in de zoektocht naar de context.

Neem bijvoorbeeld het werk van Willem de Kooningstudente Arieke van Liere, die onderzocht hoe wij nieuwkomers in onze samenleving introduceren met behulp van beelden. Een beeld over relaties toont altijd een man en een vrouw, een arts is een oudere man, opvoedingskwesties worden door de moeder opgepakt. Dat beeld kantelt Arieke door er andere beelden tegenover te zetten en een andere werkelijkheid aan te dragen. Of een onderzoek naar de mentale en fysieke belasting van verpleegkundigen. Een aantal verpleegkunde collega’s leidt dat onderzoek, het leidt uiteindelijk tot een concrete interventie in de werksituatie van verpleegkundigen, en een aanpassing in ons onderwijs, zodat onze studenten én jonge verpleegkundigen minder dat mooie vak verlaten.

Big data, algoritmes, sensortechnologie en… ethiek

Of, als laatste voorbeeld, de wereld van de big data, algoritmes en sensortechnologie en de vraagstukken en dilemma’s die dat met zich meebrengt. Ik noem het project waarin studenten sensoren ontwikkelden voor gezichtsherkenning in de supermarkt. Om te zien of iemand voldoet aan de leeftijdsgrens voor bijvoorbeeld alcohol of sigaretten. Handig hulpmiddel, dat ook voor andere doeleinden ingezet kan worden. Hoe leren wij studenten om te kijken naar de ethische en morele aspecten die dit soort ontwikkelingen met zich meebrengt? Ik vraag aandacht voor meer onderzoek naar de algoritmes die ons leven meer en meer gaan bepalen, onderzoek dat in mijn ogen heel principieel niet bij de grote techbedrijven moet plaatsvinden, maar in het publieke domein. En dus ook bij ons.

En de winnaar is…

Ik vind het altijd mooi om te zien hoe studenten antwoorden bedenken voor dit soort complexe vraagstukken van de moderne tijd. Ook dit jaar verrasten de studenten me aan wie we dit jaar de hogeschoolprijzen mochten uitreiken. De duurzame trailer voor vervoer in de haven van winnaar Steven Boonstra, de nieuwe methode in het rekenonderwijs van Tessa Nicolaas, of de interventies om vrouwen die geen deel uitmaken van de samenleving voorzichtig te laten integreren van Lemar Zedran. Het zijn allemaal weer voorbeelden van hoe de maatschappelijke context jonge mensen geïnspireerd heeft tot prachtige oplossingen die je alleen maar kunt bedenken door je helemaal in zo’n vraagstuk onder te dompelen.

We laten de kandidaten en uiteindelijke winnaars introduceren door niemand minder dan onze docent Leon Goor. Zijn enthousiasme is aanstekelijk. Begin dit jaar werd hij door zijn en onze studenten verkozen tot de docent van het jaar. “Omdat Leon ze zo goed kan motiveren”, zeiden ze daarbij. Hij maakt van elke les een feestje, was een ander veel gehoord argument. Als je Leon zo in actie ziet, weet je dat deze studenten gewoon gelijk hebben.

Grip krijgen op onze éigen complexe werkelijkheid

Als hogeschool zelf is het ook niet altijd eenvoudig hoe wij zelf grip kunnen krijgen onze eigen werkelijkheid. Daartoe hebben wij precies één jaar geleden het idee van de WERKplaatsen geïntroduceerd, als plekken waar mensen hun eigen ideeën kunnen doorontwikkelen, samen met andere collega’s uit allerlei opleidingen. Sindsdien gebeurt er veel binnen onze school. Tijdens deze jaaropening lieten we een selectie van initiatieven van onze docenten zien. Drie collega’s die actief zijn binnen de WERKplaats Inclusieve Pedagogiek en Didactiek presenteren zelf de ideeën die ze de komende tijd verder gaan uitwerken.

Monique van den Heuvel  wil docenten leren vanuit een pedagogische invalshoek  naar toetsen te kijken. Niet ‘ik vertel wat jij moet weten en ik toets of je wel goed geluisterd hebt’, maar ‘wat heb je nodig om die toets te kunnen maken?’. Serge Feldmann ziet als studentendecaan dagelijks de impact van stress op studenten en ontwikkelt een twaalfweeks programma om jongeren te leren beter met stress om te gaan. Over het project van collega Susan Jedelo sprak ik hiervoor al, zij onderzoekt de uitval bij studenten Verpleegkunde, op zoek naar interventies voor in het werkveld en in de klas die dit proces moeten ombuigen. En dit zijn slechts voorbeelden van hoe overal op de hogeschool nu ideeën worden uitgewerkt die ons onderwijs op een nog onvoorziene manier zullen gaan verrijken.

Studenten en docenten, samen in contextrijk onderwijs én onderzoek. Ik vind het getuigen van grote rijkdom dat we op deze manier maatschappelijke én eigen vraagstukken doordenken en op een zoekende, experimenterende manier proberen die vraagstukken verder te brengen.

Tekst gaat onder de foto verder.Ron Bormans introduceert nieuw collegelid Zakia Guernina.

Afscheid Angelien, welkom Zakia

Dan komt het onvermijdelijke moment: afscheid nemen van Angelien Sanderman met wie ik de afgelopen vier jaar intensief en erg fijn heb samengewerkt. Angelien heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan het op de kaart zetten van het onderzoek, dat enorm gegroeid is in deze vier jaar. Zij bracht ons een stuk verder in de ontwikkeling van dit contextrijke onderwijs, ook hiervoor mogen wij haar dankbaar zijn. We laten ons troosten door de wetenschap dat Angelien wordt opgevolgd door een eveneens sterke persoonlijkheid, Zakia Guernina. Ik verheug me nu al op onze samenwerking, nu al wetende dat die ons ook veel rijkdom zal brengen.

Rijkdom

Het studiejaar is net begonnen, maar ik voel me nu al met deze studenten, docenten en collega’s een enorm rijk man!

Over de auteur

Ron Bormans - Voorzitter College van Bestuur Hogeschool Rotterdam

Ron Bormans (1957, te Schinnen, Zuid-Limburg) mag zich verheugen in een lange periode van ontmoetingen in en met het hoger (beroeps)onderwijs. Tijdens zijn studies: Natuurkunde (propedeuse) in Eindhoven en Politicologie / Bestuurskunde in Nijmegen. Maar ook in zijn loopbaan. Hij werkte o.a. als plv. directeur HBO en directeur Studiefinanciering bij OCW. Daarnaast was hij consultant bij Capgemini. Op dit moment geeft hij leiding aan Hogeschool Rotterdam als bestuursvoorzitter, een functie die hij eerder bekleedde bij de HAN. Maar hij deed ook de HvA en Inholland aan en hield toezicht op onderwijsprogramma's als directeur NQA.

Elke twee weken is de nieuwe blog-post ook te volgen op Twitter via @ronbormans1.