Menu English

Begeleiding en rolverdeling

In de opleidingsscholen hebben de samenwerkingspartners de afgelopen jaren een begeleidings- en opleidingsinfrastructuur ontwikkeld. In de begeleiding en opleiding van de aankomende leraar op de partnerschool spelen medewerkers op verschillende niveaus een rol.  
Een andere ’rol’ vraagt andere bekwaamheden, brengt andere bevoegdheden met zich mee en soms een andere verhouding tot collega’s. Rollen structureren functies in natuurlijke gehelen van werk. Rollen maken de diversiteit en complexiteit van het werk zichtbaar. Voor een goedlopende infrastructuur op een opleidingsschool moeten alle medewerkers op eenzelfde golflengte zitten. Het is van belang om te opereren vanuit eenzelfde visie en te spreken in dezelfde taal. (ADEF Rollenportfolio, 2019).  
In dit rollenportfolio vindt u een uitwerking van de rollen binnen de huidige partnerschappen OS BOSS PO en AOS3R. 

Rollen

Leden van de stuurgroep voeren gezamenlijk de overkoepelende regie over het programma en bewaken de samenhang tussen de afzonderlijke delen.  
 
Kerntaken:  

  • is eindverantwoordelijk voor de organisatie en coördinatie van de Opleidingsschool (OS) in zijn geheel;  
  • stuurt op visie, ambities en hoofddoelen; 
  • bewaakt (samen met de programmaleiding) de opdracht van het partnerschap door toe te zien op het realiseren van de streefdoelen;  
  • houdt toezicht op het functioneren van het partnerschap als geheel; 
  • beheert de financiën en is eindverantwoordelijk voor besteding van de door de subsidieverstrekker toegekende middelen, en de verantwoording daarvan terug naar de subsidieverstrekker;
  • is verantwoordelijk voor de facilitering van de in dit document beschreven rollen;
  • draagt de inhoud van het programma uit in diverse gremia op stedelijk-, bestuurs-, HR- en opleidingsniveau;  
  • stelt vast of (her)beoordeelt de in het partnerschap ontwikkelde structuur, organisatie en producten;  
  • Hiervoor dienen zij blijvend op de hoogte te zijn van maatschappelijke en politieke ontwikkelingen die raken aan de ontwikkelopdracht. Zij adviseert de programmaleiding hoe hierop in te spelen;
  • ziet toe op het goed functioneren van de programmaleiding. 
     

De rol van programmaleider is een duo-schap: Een programmaleider vanuit het werkveld en een programmaleider vanuit de opleiding zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de uitvoering van deze rol binnen het partnerschap.   

Kerntaken: 

  • het coördineren van de implementatie en uitvoering van het ontwikkelplan; 
  • het jaarlijks opstellen c.q. bijstellen, uitzetten en monitoren van opleidings-/projectplannen waarin de uitgangspunten uit het ontwikkelplan concreet worden gemaakt;  
  • het leveren van een bijdrage aan een effectieve (opbrengstgericht en efficiënte) organisatie van en samenwerking binnen het partnerschap; 
  • het op basis van het ontwikkel-/opleidingsplan leidinggeven aan de bij het partnerschap betrokken medewerkers; 
  • het samen met de penvoerder voorbereiden en organiseren van de besluitvorming door de stuurgroep en het samen voorbereiden van de proefvisitatie en zelfevaluatie in het kader van de NVAO-toetsing; 
  • het opstellen van rapportages ten behoeve van de vereiste financiële verantwoording en leveren van een bijdrage bij het opstellen van de begroting; 
  • het bewaken van de facilitering en ureninzet van de diverse rollen in het partnerschap;  
    het voorbereiden en opstellen van de kwaliteitszorg; 
  • het initiëren, uitzetten en monitoren van verbeteractiviteiten; 
  • het samen met de betreffende bestuurders, programmateam en schoolleiders stimuleren dat scholen binnen het partnerschap voor hun schoolontwikkeling verbinding maken met het opleidingsplan en de in het partnerschap aanwezige expertise inzetten; 
  • het onderhouden van contacten c.q. kennisuitwisseling met andere opleidingsscholen en voor het partnerschap relevante partners. 

Profiel: 

  • beschikt over hbo+ werk- en denkniveau; 
  • heeft kennis van ‘samen opleiden’ of in staat is dit snel eigen te maken; 
  • heeft ruime kennis van en ervaring binnen het primair onderwijs;  
  • functioneert op het niveau van de stuurgroep (directieniveau) waaraan hij verantwoording aflegt;  
  • is binnen de gestelde kaders (visie, begroting, kwaliteit, planning) gevolmachtigd door de stuurgroep; kan dus binnen de afgesproken kaders zelfstandig beslissingen nemen;  
  • heeft binnen het partnerschap voor de samenwerkende scholen en het opleidingsinstituut een coördinerende taak ten aanzien van het Samen Opleiden vanuit een inhoudelijk en organisatorisch gezichtspunt en fungeert als verbindende schakel tussen de diverse geledingen en partners;  
  • neemt deel aan de vergaderingen van de stuurgroep en is voorzitter van het programmateam en de ontwikkelgroepen. 

Kerntaken: 

  • heeft een initiërende, signalerende en bewakende functie en rol; 
  • voert de regie, heeft zicht op ontwikkelingen in werkveld, onderwijs en onderzoek en signaleert indien van toepassing dat wijzigingen nodig zijn; 
  • is verantwoordelijk voor de inbreng van producten/programma onderdelen met en voor het onderwijsveld en het onderhouden en creëren van draagvlak voor de (vernieuwde) programma’s binnen de scholen en besturen; 
  • creëert draagvlak en verbanden m.b.t. de ontwikkelingen en implementatietrajecten in de eigen organisatie; 
  • adviseert de stuurgroep over benodigde ontwikkelingen en facilitering; 
  • organiseert en bereidt bijeenkomsten voor m.b.t. professionalisering en onderwijsontwikkeling; 
  • is verantwoordelijk voor de communicatie met stuurgroep, ontwikkelgroepen en trainers; 
  • is verantwoordelijk voor de jaarplanning; 
  • is verantwoordelijk voor de kwaliteitscultuur. 

 
Profiel: 

  • beschikt over hbo+ werk- en denkniveau; 
  • heeft kennis van ‘samen opleiden’ of in staat is dit snel eigen te maken; 
  • heeft ruime kennis van en ervaring binnen het primair onderwijs;  
  • is binnen de gestelde kaders (visie, begroting, kwaliteit, planning) gevolmachtigd door het eigen bestuur; kan dus binnen de afgesproken kaders zelfstandig beslissingen nemen;  
  • heeft binnen het partnerschap vanuit het eigen bestuur een coördinerende taak ten aanzien van het Samen Opleiden vanuit een inhoudelijk en organisatorisch gezichtspunt en fungeert als verbindende schakel tussen de diverse geledingen en partners;  
  • neemt deel aan de vergaderingen van de programmaleiding/het programmateam  

Aanleveren van producten aan de programmaleiding en stuurgroep. 

Kerntaken: 

  • werken in het ontwikkelplan vastgestelde ontwikkelopdrachten uit binnen de thema’s Lerende Leraar, Leeromgeving, Organisatie & Professionalisering, Kwaliteitscultuur; 
  • maken een jaarplan en jaarkalender voor het thema; 
  • brengen producten/programma onderdelen met het onderwijsveld in, onder meer via de diverse bijeenkomsten en onderhouden en creëren van draagvlak voor de vernieuwde programma’s binnen de scholen en besturen; 
  • creëren draagvlak en verbanden m.b.t. de ontwikkelingen in het ontwikkel- en implementatietraject in de eigen organisatie; 
  • vormen het schakelpunt tussen werkveld en opleiding; 
  • vangen relevante signalen op en delen deze. 

De trainer is een gecertificeerd coach die de scholing tot ‘coach en opleider in de school’ uitvoert en vormgeeft. Hij traint schoolteams of een verzameling werkplekbegeleiders van verschillende scholen in het samen opleiden, samen begeleiden en samen beoordelen volgens de uitgangspunten van OS Boss po. Hij signaleert actuele ontwikkelingen en speelt daar – in overleg met het programmateam en volgens de visie en uitgangspunten van de opleidingsschool – met de trainingen op in. Hij blijft zich ontwikkelen in professionele gesprekken met de andere trainers en houdt zijn trainersvaardigheden up-to-date. 

Kerntaken: 

 
Profiel: 

Professionalisering: 

Kerntaken: 

  • draagt bij aan een krachtige leerwerkplek voor (aanstaande) leraren door, samen met het team, een professionele cultuur te creëren en in de school een ondersteunende structuur voor het Samen Opleiden in te richten;  
  • speelt een centrale rol in de kwaliteitsborging van samen opleiden op de basisschool. Hij beheert samen met de schoolopleider en instituutsopleider de jaaragenda en verbindt die aan de actuele ontwikkelingen van de school en de schoolcontext.  
  • faciliteert de betrokkenen bij Samen Opleiden in tijd en middelen en initieert en faciliteert op alle niveaus in de basisschool professionele gesprekken over het leraarsberoep en de opleiding tot leraar; 
  • verbindt de professionalisering rond Samen Opleiden van de betrokken leerkrachten aan het HRM-beleid van de school en laat die professionalisering een vast deel uitmaken van de gesprekscyclus. 

De dialoogkaart (link naar Dialoogkaart | Schoolleider versterkt in beeld bij Samen Opleiden - Platform Samen Opleiden) voor leidinggevenden op het Platform Samen Opleiden helpt bij het bewust maken van de rol die een schoolleider heeft bij Samen Opleiden.  

 

Profiel: 

Professionalisering: 

De bovenschools schoolopleider is de verbindende kracht tussen de basisscholen en schoolopleiders van het eigen bestuur en kent een coördinerende rol vanuit de eigen organisatie binnen Samen Opleiden.  

Kerntaken: 

  • heeft een inhoudelijk en organisatorisch verbindende rol in de ontwikkeling van Samen Opleiden in de scholen van het eigen bestuur; 
  • staat in direct contact met de schoolleiders en schoolopleiders van de basisscholen;  
  • zijn nauw betrokken bij de ontwikkelingen binnen Samen Opleiden, de ontwikkeling van het leerwerkplekcurriculum en de professionalisering. Neemt hierbij deel aan de opleidersgroep of ontwikkelgroep; 
  • signaleren ontwikkelingen in de scholen en verbinden deze met ontwikkelingen binnen Samen Opleiden 
  • organiseert intervisie met alle schoolopleiders (en instituutsopleiders) 
  • organiseert bovenschoolse bijeenkomsten SO&P voor het eigen bestuur en is nauw betrokken bij de organisatie van professionaliseringsdagen en symposia binnen het partnerschap SO&P; 
  • coacht en begeleidt nieuwe schoolopleiders binnen het eigen bestuur. 

Profiel: 

  • beschikt over hbo+ werk- en denkniveau; 
  • heeft ervaring als schoolopleider, kennis van ‘samen opleiden’  of is in staat dit snel eigen te maken; 
  • heeft ruime kennis van en ervaring binnen het primair onderwijs;  
  • heeft ruime ervaring met het begeleiden en coachen van stagiairs 

 

Professionalisering: 
 

Dit is de lerarenopleider van en op de basisschool die verantwoordelijk is voor het werkplekleren en de begeleiding op de werkplek. De student bespreekt, bij voorkeur aan de hand van de koppelkaart, zijn ontwikkeling met de schoolopleider op de bekwaamheidseisen die voor hem centraal staan. De student verbindt samen met de schoolopleider zijn ontwikkelstappen aan het leren in de context van de school en legt met hem de relatie theorie-praktijk. De schoolopleider en instituutsopleider werken hierin nauw samen. De schoolopleider groeit als leerkracht, begeleider en verbinder tussen Pabo en school in contact met studenten, mentoren, instituutsopleider en schoolleider, door voortdurende explicitering van en reflectie op het handelen. 

Kerntaken: 

Profiel: 

Professionalisering: 

Dit is de lerarenopleider van de pabo die samen met de SO en de WPB de student begeleidt, opleidt en beoordeelt op de werkplek. De student bespreekt zijn ontwikkeling met de IO op de bekwaamheidseisen die voor hem centraal staan. De student verbindt samen met de SO en IO zijn ontwikkelstappen aan het leren in de context van de school en legt met hem de relatie theorie-praktijk. De IO stemt samen met de SO de stagebezoeken af, bepaalt in samenspraak met de student en WPB/SO of er voldoende ontwikkeling zichtbaar is op het niveau dat er verwacht mag worden en voert samen met de SO het eindgesprek met de student. De instituutsopleider ontwikkelt zich door de ervaringen die hij in het werkveld opdoet, in te brengen in zijn onderwijs op de Pabo (en vice versa) en verbindt op die manier de opleidingspraktijk aan de praktijk van het werkveld. 

Kerntaken: 

Profiel: 

Professionalisering:

Met de PI-begeleider van de opleiding bespreekt de student zijn totale ontwikkeling als leerkracht. In wekelijkse bijeenkomsten worden de inhouden van de lessen op de pabo en de onderwijssituaties uit de praktijk besproken. Het gaat hierbij om wie de student is als leerkracht en/of welke leerkracht hij graag wil worden. De PI-begeleider ondersteunt de student bij het opstellen van zijn stagedossier. 

Kerntaken: 

Profiel: 

Professionalisering: 

Dit is de leerkracht die de student dagelijks in de klas begeleidt. Met de WPB worden de onderwijssituaties en bekwaamheidseisen besproken die voor de student belangrijk zijn. De student vraagt zijn WPB dagelijks om feedback op de onderwijssituatie en de bekwaamheidseisen die de student wil oefenen en stelt samen nieuwe ontwikkelstappen op. Dit gebeurt met behulp van de koppelkaart, altijd in relatie tot de bekwaamheidseis(en) die centraal staan. De WPB heeft een belangrijk aandeel in het bepalen of de student zich voldoende kan ontwikkelen en voldoende ontwikkeling laat zien. 

Kerntaken: 

Profiel: 

Professionalisering: 

Een belangrijk aspect van het beroepsbeeld van de leerkrachten die we opleiden is het onderzoekend handelen. Hieronder verstaan we het bewust streven naar het koppelen van theorie en praktijk in de specifieke schoolcontext, het nieuwsgierig kijken en luisteren, analyseren van vraagstukken, en met een passende grondigheid ontbrekende kennis vinden en het resultaat bruikbaar binnen de schoolcontext en delen met anderen.  

Het begeleiden van het onderzoekend handelen gebeurt op basis van een samenwerkingsrelatie tussen opleiding en basisschool waarbij een praktijk onderzoeksbegeleider (van de basisschool) en een instituutsonderzoeksbegeleider (van de opleiding) vanuit de eigen professionele rol de student begeleiden bij het onderzoek.   

Kerntaken: 

  • begeleidt de student bij het oriënteren op een praktijkvraagstuk dat leeft binnen de school (samen met de instituutsonderzoeksbegeleider); 
  • begeleidt de (derdejaars) student bij het bepalen van een onderzoeksvraag (samen met de instituutsonderzoeksbegeleider); 
  • faciliteert dataverzameling door de (derdejaars) student binnen de school; 
  • begeleidt de student bij het formuleren van aanbevelingen die voortkomen uit het onderzoek (samen met de instituutsonderzoeksbegeleider); 
  • zorgt voor draagvlak voor onderzoek door de student binnen de school; 
  • stemt af met de instituutsonderzoeksbegeleider en de schoolopleider rondom de richting en de voortgang van het onderzoek van de student; 
  • laat waar mogelijk de student aansluiten bij een voor het onderzoek relevante werkgroep binnen de school. 

Profiel: 

  • Heeft affiniteit met onderzoekend handelen/evidence-informed werken; 
  • heeft ervaring met het doen van onderzoek door een master of afgeronde academische pabo;  
  • is op de hoogte van schoolontwikkelingsvraagstukken; 
  • is in staat om draagvlak te creëren voor het onderzoek van studenten binnen de school. 

Professionalisering: (data worden jaarlijks opgenomen in de jaarkalender Opleidingsscholen) 

  • Deelname aan scholing voor onderzoeksbegeleiders (2x een bijeenkomst van 1.5 uur + 0.5 uur voorbereiding) 
  • Bijwonen van jaarlijkse startbijeenkomst onderzoek samen met de student en de instituutsonderzoeksbegeleider (alleen als een derdejaars student onderzoek gaat doen op de school) 
  • Bijwonen van jaarlijkse onderzoekspresentatiebijeenkomst samen met de student en de onderzoeksbegeleider van de pabo (alleen als een derdejaars student onderzoek doet op de school) 
  • Deelname aan de jaarlijkse intervisie/uitwissel/evaluatiebijeenkomst met andere onderzoeksbegeleiders 

Het begeleiden van het onderzoekend handelen gebeurt op basis van een samenwerkingsrelatie tussen opleiding en basisschool waarbij een praktijk onderzoeksbegeleider (van de basisschool) en een instituutsonderzoeksbegeleider (van de opleiding) vanuit de eigen professionele rol de student begeleiden bij het onderzoek.   

De Instituutsonderzoeksbegeleider leidt de student op tot onderzoekend handelende leraar en begeleidt de student bij alle activiteiten van de cyclus van praktijkgericht onderzoek, inclusief het rapporteren van het onderzoek. Hij werkt daarin samen en stemt af met de Praktijk Onderzoeksbegeleider over de richting en de voortgang van het praktijkonderzoek van de student in een school. De Instituutsonderzoeksbegeleider is verantwoordelijk voor de beoordeling van het praktijkonderzoek door studenten.  

Kerntaken: 

Profiel: 

Professionalisering: 

Startende leraren zijn steeds meer in staat om hun eigen leren vorm te geven met behulp van reflectie op het handelen. Reflectie vraagt tijd en interactie met anderen. Daarom volgen startende leraren binnen de opleidingsscholen een inductieprogramma dat onder andere bestaat uit coaching in de klas en bovenschoolse intervisie. De coach begeleidt startende leerkrachten bij het vormen van een brug tussen het leren als student en het leren als professional waarmee een doorlopende leerlijn wordt gerealiseerd.  

Kerntaken: 

Profiel: 

Professionalisering: 

Beoordelen vormt een integraal onderdeel van het onderwijs. Een assessment is een gedragsgerichte beoordeling, een doordachte vastgelegde manier om de voortgang van competenties te beoordelen en subjectiviteit in beoordeling tot een aanvaardbaar minimum te beperken. 
Het betrouwbaar beoordelen van een assessment vraagt van de assessor wel een specifieke deskundigheid.  

Kerntaken: 

  • is in staat om een veilige beoordelingsomgeving te bieden, waarin hij de  kandidaat faciliteert om zijn ontwikkeling en zijn bekwaamheid te etaleren; 
  •  is bekend met het beroepsprofiel, de beoogde leeruitkomsten en de assessmentprocedure en kan deze hanteren en uitleggen; 
  • is in staat om op adequate wijze informatie over het bekwaamheidsniveau van de kandidaat te verzamelen en om door middel van het toepassen van vraag- en interviewtechnieken de kandidaat te faciliteren om zijn bekwaamheid en leerontwikkeling te tonen en die in het gesprek te vergelijken met het competentieprofiel;  
  • kan zijn beoordeling verantwoorden en is in staat om de kandidaat op een constructieve, motiverende wijze feedback te geven; 
  • is in staat om een duidelijk, gedetailleerd en gestructureerd verslag op te stellen.  

Profiel: 

Professionalisering: 

  • Niveau 1 t/m Niveau 3 assessments kunnen worden afgenomen door een assessor met bewijs van deelname van de basiscursus [aspirant assessor]. 
  • Niveau 4 assessment kan worden afgenomen door een gecertificeerd assessor 
  • Een aspirant assessor mag als tweede assessor naast een gecertificeerd assessor een Niveau 4 assessment afnemen 
  • Een expert assessor mag alle opleidingsassessments en niet opleidings-assessments afnemen (bijv. zij-instroom geschiktheidsonderzoek, zij-instroombekwaamheidsonderzoek, HBO werk- en denkniveau, EVC) 

Meer informatie over de assessorentraining is te vinden op: Assessorentraining - Hogeschool Rotterdam