In de opleidingsscholen hebben de samenwerkingspartners de afgelopen jaren een begeleidings- en opleidingsinfrastructuur ontwikkeld. In de begeleiding en opleiding van de aankomende leraar op de partnerschool spelen medewerkers op verschillende niveaus een rol.
Een andere ’rol’ vraagt andere bekwaamheden, brengt andere bevoegdheden met zich mee en soms een andere verhouding tot collega’s. Rollen structureren functies in natuurlijke gehelen van werk. Rollen maken de diversiteit en complexiteit van het werk zichtbaar. Voor een goedlopende infrastructuur op een opleidingsschool moeten alle medewerkers op eenzelfde golflengte zitten. Het is van belang om te opereren vanuit eenzelfde visie en te spreken in dezelfde taal. (ADEF Rollenportfolio, 2019).
In dit rollenportfolio vindt u een uitwerking van de rollen binnen de huidige partnerschappen OS BOSS PO en AOS3R.
Rollen
Leden van de stuurgroep voeren gezamenlijk de overkoepelende regie over het partnerschap en bewaken de samenhang tussen de afzonderlijke delen.
Kerntaken:
- is eindverantwoordelijk voor de organisatie en coördinatie van de Opleidingsschool (OS) in zijn geheel;
- stuurt op visie, ambities en hoofddoelen;
- bewaakt (samen met de programmaleiding) de opdracht van het partnerschap door toe te zien op het realiseren van de streefdoelen;
- houdt toezicht op het functioneren van het partnerschap als geheel;
- beheert de financiën en is eindverantwoordelijk voor besteding van de door de subsidieverstrekker toegekende middelen, en de verantwoording daarvan terug naar de subsidieverstrekker;
- is verantwoordelijk voor de facilitering van de in dit document beschreven rollen binnen de eigen organisatie;
- draagt de inhoud van het programma uit in diverse gremia op stedelijk-, bestuurs-, HR- en opleidingsniveau;
- stelt vast of (her)beoordeelt de in het partnerschap ontwikkelde structuur, organisatie en producten;
- dient hiervoor blijvend op de hoogte te zijn van maatschappelijke en politieke ontwikkelingen die raken aan de ontwikkelopdracht. De stuurgroep adviseert de programmaleiding hoe hierop in te spelen;
- ziet toe op het goed functioneren van de programmaleiding.
Profiel:
- is bestuurder of lid van het College van Bestuur van een schoolbestuur PO, óf
- is onderwijsmanager van een Lerarenopleiding basisonderwijs
Professionalisering:
- neemt deel aan alle door het partnerschap georganiseerde visiedagen en bij de rol behorende bijeenkomsten;
- neemt deel aan door het partnerschap georganiseerde symposia;
- neemt deel aan bij de rol behorende bijeenkomsten van het Platform Samen Opleiden;
- is actief betrokken bij de peer reviews van het partnerschap;
De rol van programmaleider is een duo-schap: Een programmaleider vanuit het werkveld en een programmaleider vanuit de opleiding zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de uitvoering van deze rol binnen het partnerschap.
Kerntaken:
- het coördineren van de implementatie en uitvoering van het ontwikkelplan;
- het jaarlijks opstellen c.q. bijstellen, uitzetten en monitoren van opleidings-/projectplannen waarin de uitgangspunten uit het ontwikkelplan concreet worden gemaakt;
- het leveren van een bijdrage aan een effectieve (opbrengstgericht en efficiënte) organisatie van en samenwerking binnen het partnerschap;
- het op basis van het ontwikkel-/opleidingsplan leidinggeven aan de bij het partnerschap betrokken medewerkers;
- het samen met de penvoerder voorbereiden en organiseren van de besluitvorming door de stuurgroep en het samen voorbereiden van de proefvisitatie en zelfevaluatie in het kader van de NVAO-toetsing;
- het opstellen van rapportages ten behoeve van de vereiste financiële verantwoording en leveren van een bijdrage bij het opstellen van de begroting;
- het bewaken van de facilitering en ureninzet van de diverse rollen in het partnerschap;
het voorbereiden en opstellen van de kwaliteitszorg; - het initiëren, uitzetten en monitoren van verbeteractiviteiten;
- het samen met de betreffende bestuurders, programmateam en schoolleiders stimuleren dat scholen binnen het partnerschap voor hun schoolontwikkeling verbinding maken met het opleidingsplan en de in het partnerschap aanwezige expertise inzetten;
- het onderhouden van contacten c.q. kennisuitwisseling met andere opleidingsscholen en voor het partnerschap relevante partners.
Profiel:
- beschikt over hbo+ werk- en denkniveau;
- heeft kennis van ‘samen opleiden’ of in staat is dit snel eigen te maken;
- heeft ruime kennis van en ervaring binnen het primair onderwijs;
- functioneert op het niveau van de stuurgroep (directieniveau) waaraan hij verantwoording aflegt;
- is binnen de gestelde kaders (visie, begroting, kwaliteit, planning) gevolmachtigd door de stuurgroep; kan dus binnen de afgesproken kaders zelfstandig beslissingen nemen;
- heeft binnen het partnerschap voor de samenwerkende scholen en het opleidingsinstituut een coördinerende taak ten aanzien van het Samen Opleiden vanuit een inhoudelijk en organisatorisch gezichtspunt en fungeert als verbindende schakel tussen de diverse geledingen en partners;
- neemt deel aan de vergaderingen van de stuurgroep en is voorzitter van het programmateam en de ontwikkelgroepen.
Professionalisering:
- neemt deel aan alle door het partnerschap georganiseerde visiedagen en gezamenlijke bijeenkomsten met de stuurgroep.
- neemt deel aan alle bij de rol behorende bijeenkomsten;
- neemt deel aan door het partnerschap georganiseerde symposia;
- neemt deel aan bij de rol behorende bijeenkomsten van het Platform Samen Opleiden;
- is actief betrokken bij de peer reviews van het partnerschap;
De programmaleiding (PLOS)/het programmateam fungeert als inspirator en (tactisch) aanjager binnen het partnerschap. Het vormt de spil tussen de stuurgroep, het operationele niveau en de verschillende geledingen binnen het partnerschap. Het is o.a. verantwoordelijk voor de voortgang van de activiteiten en doelen volgens het ontwikkelplan, de dagelijkse leiding en de borging van de gemeenschappelijkheid.
Kerntaken:
- heeft een initiërende, signalerende en bewakende functie en rol binnen de eigen organisatie en binnen de PLOS/programmateam;
- voert de regie, heeft zicht op ontwikkelingen in werkveld, de onderwijsregio, onderwijs en onderzoek en signaleert indien van toepassing dat wijzigingen nodig zijn;
- is verantwoordelijk voor de inbreng van producten/programma onderdelen met en voor het onderwijsveld en het onderhouden en creëren van draagvlak voor de (vernieuwde) programma’s binnen de scholen en besturen;
- creëert draagvlak en verbanden m.b.t. de ontwikkelingen en implementatietrajecten in de eigen organisatie;
- adviseert en levert input aan de stuurgroep over benodigde ontwikkelingen en facilitering;
- organiseert en bereidt bijeenkomsten voor m.b.t. professionalisering en onderwijsontwikkeling;
- is mede verantwoordelijk voor de communicatie met stuurgroep, opleidersgroep/projectgroepen en trainers;
- is mede verantwoordelijk voor de jaarplanning;
- is mede verantwoordelijk voor de kwaliteitscultuur, zoals gesteld binnen het partnerschap;
- belegt structurele overlegmomenten met de diverse rollen binnen de eigen organisatie.
Profiel:
- beschikt over hbo+ werk- en denkniveau;
- heeft kennis van ‘samen opleiden’ of in staat is dit snel eigen te maken;
- heeft ruime kennis van en ervaring binnen het primair onderwijs;
- is binnen de gestelde kaders (visie, begroting, kwaliteit, planning) gevolmachtigd door het eigen bestuur; kan dus binnen de afgesproken kaders zelfstandig beslissingen nemen;
- heeft binnen het partnerschap vanuit het eigen bestuur een coördinerende taak ten aanzien van het Samen Opleiden vanuit een inhoudelijk en organisatorisch gezichtspunt en fungeert als verbindende schakel tussen de diverse geledingen en partners;
- neemt deel aan de vergaderingen van de programmaleiding/het programmateam.
Professionalisering:
- neemt deel aan de door het partnerschap georganiseerde visiedagen;
- neemt deel aan de bij de rol behorende bijeenkomsten van de partnerschappen;
- neemt deel aan de door het partnerschap georganiseerd symposia en/of ontwikkel- en professionaliseringsactiviteiten;
- neemt deel aan de bij de rol behorende bijeenkomsten van het Platform Samen Opleiden, aansluitende bij de ontwikkeling, en deelt dit met de andere leden van de PLOS/het programmateam;
- is actief betrokken bij de peer reviews van het partnerschap.
De projectgroep/opleidersgroep vormt een schakelpunt tussen de programmaleiding en uitvoerende betrokkenen. De groep signaleert relevante ontwikkelingen en knelpunten binnen het partnerschap en adviseert op basis van deze signalen de programmaleiding over mogelijke acties en interventies. Daarnaast werkt de groep vastgestelde ontwikkelopdrachten uit binnen de vier waarborgen van Samen Opleiden.
Kerntaken:
- signaleert relevante ontwikkelingen door documenten, plannen, materialen en modellen te screenen;
- signaleert knelpunten door het analyseren van evaluaties en het deelnemen aan voor de rol relevante bijeenkomsten;
- adviseert de programmaleiding door gesignaleerde ontwikkelingen en knelpunten uit te werken en als agendapunt in te brengen in de vergaderingen van PLOS en Programmateam;
- organiseert uitwissel-, professionaliserings- en inspiratiemogelijkheden door middel van bijeenkomsten en via de digitale omgeving;
- brengt producten/programma onderdelen met het onderwijsveld in, onder meer via de diverse bijeenkomsten en onderhouden en creëren van draagvlak voor de vernieuwde programma’s binnen de scholen en besturen;
- creërt draagvlak en verbanden m.b.t. de ontwikkelingen in het ontwikkel- en implementatietraject in de eigen organisatie;
- vormt het schakelpunt tussen werkveld en opleiding;
- maakt een jaarplan en jaarkalender voor het thema o.l.v. de portefeuillehouder vanuit de PLOS/het programmateam.
Profiel:
- beschikt over hbo+ werk- en denkniveau;
- heeft kennis van ‘samen opleiden’ of in staat is dit snel eigen te maken;
- heeft ruime kennis van en ervaring binnen het primair onderwijs;
- neemt deel aan de vergaderingen en bijeenkomsten van de projectgroep/opleidersgroep
Professionalisering:
- neemt deel aan alle door het partnerschap georganiseerde visiedagen;
- neemt deel aan alle bij de rol behorende bijeenkomsten van het partnerschap;
- neemt deel aan door het partnerschap georganiseerde symposia en/of ontwikkel- en professionaliseringsactiviteiten;
- neemt deel aan bij de rol behorende bijeenkomsten van het Platform Samen Opleiden, aansluitend bij de ontwikkeling, en deelt dit met de andere leden van de projectgroep/opleidersgroep;
- is actief betrokken bij de peer reviews van het partnerschap;
Binnen Samen Opleiden & Professionaliseren bundelen schoolbesturen, scholen en opleidingsinstituut hun krachten om samen een duurzame inrichting van opleiding én professionalisering voor leraren te realiseren.
Voortdurende groei en leren is noodzakelijk om het onderwijs te kunnen ontwikkelen. Het is een belangrijk aspect van ons beroepsbeeld. Binnen de partnerschappen OS BOSS PO en AOS3R worden een aantal professionaliseringstrajecten aangeboden: Teamtraining coach en opleider, training SO-IO, training onderzoeksbegeleiders, Train-de-Trainer.
De trainer is een gecertificeerd coach die, naar gelang ervaring en competentie, een of meerdere van deze trainingen vormgeeft en uitvoert conform de visie van het partnerschap.
Kerntaken:
- ontwikkelt, samen met het trainersteam, de inhoud van de trainingen;
- signaleert actuele ontwikkelingen en speelt daar – in overleg met de programmaleiding en volgens de visie en uitgangspunten van de partnerschappen– met de trainingen op in;
- bereidt trainingen voor, geeft de trainingen, rondt deze af en evalueert de gegeven trainingen;
- begeleidt als ervaren trainer de trainers in opleiding;
- neemt deel aan de vergaderingen en bijeenkomsten van het trainersteam.
Profiel:
- beschikt over hbo+ werk- en denkniveau;
- heeft kennis van ‘samen opleiden’ of is in staat dit snel eigen te maken;
- heeft ervaring met of kennis van het basisonderwijs en de lerarenopleiding bo;
- heeft een coachingsopleiding gevolgd, is deze aan het volgen en/of heeft ruime ervaring in het coachen van teams en het begeleiden van groepsprocessen;
- heeft, naast communicatieve vaardigheden, vaardigheden op het gebied van analyseren, feedback en advies geven, observeren en interpreteren;
- gaat in de coaching functioneel om met aspecten als contact, fasering in het begeleidingsproces, bewaken van voorwaarden voor de begeleiding, hanteren van de begeleidingsrelatie, zowel in individuele situaties als in groepsverband;
- onderbouwt het handelen vanuit theoretisch kader;
- heeft een groot arsenaal aan werkvormen of is in staat deze snel te verzamelen;
- is in staat in een duo-schap te functioneren als trainer.
Professionalisering:
- volgt de training Train-de-Trainer;
- blijft zich ontwikkelen in professionele gesprekken met de andere trainers en houdt zijn trainersvaardigheden up-to-date;
- continue eigen ontwikkeling door het verzorgen van trainingen in wisselende duo’s;
- continue eigen ontwikkeling door het verzorgen van trainingen binnen en buiten de eigen organisatie.
- neemt deel aan alle bij de rol behorende bijeenkomsten van het partnerschap;
- neemt deel aan door het partnerschap georganiseerde symposia en/of ontwikkel- en professionaliseringsactiviteiten;
- neemt deel aan bij de rol behorende bijeenkomsten van het Platform Samen Opleiden, aansluitend bij de ontwikkeling, en deelt dit met de andere leden van de trainersgroep en projectgroep Professionalisering;
- is actief betrokken bij de peer reviews van het partnerschap;
De schoolleider geeft leiding aan een school. Hij stimuleert een optimale leeromgeving voor leerlingen en ondersteunt het schoolteam om verder te professionaliseren. Hij richt de school in als professionele organisatie, gericht op samenwerking en samenhang.
Kerntaken:
- spreekt en handelt steeds vanuit de visie van Samen Opleiden: duidt en onderschrijft het belang van Samen Opleiden en draagt zorg dat een ieder binnen de school daar ook naar handelt. (bijv. het leren van de student gaat voor invalwerk)
- faciliteert de betrokkenen bij Samen Opleiden in tijd en middelen en initieert en faciliteert op alle niveaus in de basisschool professionele gesprekken over het leraarsberoep en de opleiding tot leraar;
- draagt bij aan een krachtige leerwerkplek voor (aanstaande) leraren door, samen met het team, een professionele cultuur te creëren en in de school een ondersteunende structuur voor het Samen Opleiden in te richten;
- speelt een centrale rol in de kwaliteitsborging van samen opleiden op de basisschool. Hij beheert samen met de schoolopleider en instituutsopleider de jaaragenda en verbindt die aan de actuele ontwikkelingen van de school en de schoolcontext.
- verbindt de professionalisering rond Samen Opleiden van de betrokken leerkrachten aan het HRM-beleid van de school en laat die professionalisering een vast deel uitmaken van de gesprekscyclus.
De dialoogkaart (link naar Dialoogkaart | Schoolleider versterkt in beeld bij Samen Opleiden - Platform Samen Opleiden) voor leidinggevenden op het Platform Samen Opleiden helpt bij het bewust maken van de rol die een schoolleider heeft bij Samen Opleiden.
Profiel:
- is schoolleider van een (aspirant) opleidingsschool;
- beschouwt de opleidingsschool als kans voor de school- en teamontwikkeling;
- is gericht op samenwerking: binnen de eigen school, het schoolbestuur en het partnerschap;
- stimuleert een cultuur van lerende feedback op school;
- beschouwt de schoolcontext als kansrijk voor het opleiden van leraren: voor zowel toekomstig leerkrachten als verdere ontwikkeling van leerkrachten van de eigen school en andere scholen;
- streeft naar continue ontwikkeling en verbetering van de opleidingsschool en benut daarbij de door het partnerschap ontwikkelde instrumenten;
Professionalisering:
- Neemt deel aan alle door het partnerschap georganiseerde visiedagen, passend bij de rol;
- neemt deel aan alle bij de rol behorende bijeenkomsten van het partnerschap;
- neemt deel aan door het partnerschap georganiseerde symposia;
- neemt deel aan bij de rol behorende bijeenkomsten van het Platform Samen Opleiden, aansluitend bij de ontwikkeling;
- is actief betrokken bij de kwaliteitscultuur van het partnerschap;
- heeft kennis van de instrumenten t.b.v. de kwaliteitscyclus;
De bovenschools schoolopleider is de verbindende kracht tussen de opleidingsscholen, schoolopleiders van het eigen bestuur en het partnerschap en kent een coördinerende rol vanuit de eigen organisatie binnen Samen Opleiden.
Kerntaken:
- heeft een inhoudelijk en organisatorisch verbindende rol in de ontwikkeling van Samen Opleiden in de scholen van het eigen bestuur;
- staat in direct contact met de schoolleiders en schoolopleiders van de basisscholen;
- is nauw betrokken bij de ontwikkelingen binnen Samen Opleiden, de ontwikkeling van het leerwerkplekcurriculum en de professionalisering. Neemt hierbij deel aan de projectgroep/opleidersgroep;
- signaleert ontwikkelingen in de scholen en verbindt deze met ontwikkelingen binnen Samen Opleiden;
- organiseert contact- en evaluatiebijeenkomsten met alle schoolopleiders (en instituutsopleiders) voor het eigen bestuur;
- organiseert bovenschoolse bijeenkomsten SO&P voor het eigen bestuur en is nauw betrokken bij de organisatie van professionaliseringsdagen en symposia binnen het partnerschap;
- coacht en begeleidt nieuwe schoolopleiders binnen het eigen bestuur.
Profiel:
- beschikt over hbo+ werk- en denkniveau;
- heeft ervaring als schoolopleider, heeft kennis van ‘samen opleiden’ of is in staat dit snel eigen te maken;
- heeft ruime kennis van en ervaring binnen het primair onderwijs;
- heeft ruime ervaring met het begeleiden en coachen van stagiairs.
Professionalisering:
- volgt de training schoolopleider-instituutsopleider;
- neemt deel aan alle door het partnerschap georganiseerde visiedagen, passend bij de rol;
- neemt deel aan alle bij de rol behorende bijeenkomsten van het partnerschap;
- neemt deel aan door het partnerschap georganiseerde symposia;
- neemt deel aan bij de rol behorende bijeenkomsten van het Platform Samen Opleiden, aansluitend bij de ontwikkeling;
- is actief betrokken bij de kwaliteitscultuur van het partnerschap;
- neemt deel aan alle bij de rol behorende kalibreersessies.
De (meerscholen) schoolopleider is de lerarenopleider van en op de basisschool die verantwoordelijk is voor het werkplekleren en de begeleiding op de leerwerkplek. De (meerscholen) schoolopleider is het bruggenhoofd tussen de school en de opleiding en is het aanspreekpunt binnen de eigen schoolorganisatie en Bureau Samen Opleiden van de lerarenopleiding. De student verbindt samen met de schoolopleider zijn ontwikkelstappen aan het leren in de context van de school en legt met hem de relatie theorie-praktijk. De schoolopleider en instituutsopleider werken hierin nauw samen.
Kerntaken:
- verantwoordelijk, samen met de schoolleider en instituutsopleider, voor de kwaliteit van de leerwerkplek, conform de afspraken binnen het partnerschap;
- verantwoordelijk, samen met de instituutsopleider, voor de kwaliteit van begeleiding en beoordeling;
- signaleren van professionaliseringsbehoeften en het doen van voorstellen voor professionalisering van wpb’s en andere betrokkenen in de school;
- blijvend op de hoogte van de activiteiten en ontwikkelingen binnen Samen Opleiden en professionaliseren;
- coördineren van informatiebijeenkomsten en activiteiten op het gebied van Samen Opleiden voor werkplekbegeleiders en studenten;
- heeft een coördinerende rol bij het aannemen en plaatsen van studenten in de school;
- draagt zorg voor overleg en afstemming tussen werkplekbegeleiders die studenten in hun dagelijks functioneren begeleiden;
- begeleidt de student bij zijn ontwikkeling en verbindt de ontwikkelstappen aan het leren in de schoolcontext waarbij de koppeling theorie-praktijk wordt gelegd;
- voert voortgangsgesprekken en geeft feedback in het stagedossier in samenwerking met de instituutsopleider en werkplekbegeleider;
- beoordeelt samen met de instituutsopleider het functioneren van de student op de leerwerkplek;
- verantwoordelijk, samen met de schoolleider en instituutsopleider, voor het navolgen van de kwaliteitscyclus binnen de school, zoals vastgesteld door het partnerschap.
Profiel:
- is schoolopleider van een (aspirant) opleidingsschool;
- heeft minimaal 3 jaar ervaring met het begeleiden van studenten;
- beschouwt de opleidingsschool als kans voor de school- en teamontwikkeling en de eigen ontwikkeling;
- is gericht op samenwerking: binnen de eigen school en het partnerschap;
- stimuleert samen met de schoolleider een cultuur van lerende feedback op school;
- beschouwt de schoolcontext als kansrijk voor het opleiden van leraren: voor zowel toekomstig leerkrachten als verdere ontwikkeling van leerkrachten van de eigen school;
- streeft naar continue ontwikkeling en verbetering van de opleidingsschool en benut daarbij de door het partnerschap ontwikkelde instrumenten.
Professionalisering:
- volgt de training schoolopleider-instituutsopleider;
- volgt de teamtraining samen met het schoolteam;
- de schoolopleider groeit als leerkracht, begeleider en verbinder tussen de lerarenopleiding en school in contact met studenten, werkplekbegeleiders, instituutsopleider en schoolleider, door voortdurende explicitering van en reflectie op het handelen van de betrokkenen en zichzelf;
- neemt actief deel aan alle bij de rol behorende bijeenkomsten binnen Samen Opleiden;
- neemt deel aan alle bij de rol behorende kalibreersessies.
De (meerscholen) instituutsopleider is de lerarenopleider van het opleidingsinstituut die samen met de SO en de WPB het begeleiden, opleiden en beoordelen van het leren op de werkplek stuurt en ondersteunt. De IO beheert en bewaakt daartoe met de schoolopleider de leeractiviteiten voor studenten en verbindt in dialoog met student, wpb en schoolopleider de praktijkervaringen en kennis aan de ontwikkeling van de student op schoolniveau en opleidingsniveau. De instituutsopleider signaleert actuele ontwikkelingen van het leraarsberoep en/of in de schoolcontext en reageert hierop samen met de schoolopleider en schoolleider door activiteiten te organiseren op de werkplek en/of op de opleiding.
Kerntaken:
- verantwoordelijk, samen met de schoolopleider, voor de kwaliteit van begeleiding en beoordeling;
- signaleren van professionaliseringsbehoeften en het doen van voorstellen voor professionalisering van wpb’s en andere betrokkenen in de school;
- verantwoordelijk voor de kwaliteit van de leerwerkplek;
- blijvend op de hoogte van de activiteiten en ontwikkelingen binnen Samen Opleiden en professionaliseren;
- coördineren van informatiebijeenkomsten en activiteiten op het gebied van Samen Opleiden voor werkplekbegeleiders en studenten;
- namens het opleidingsinstituut begeleider van de student in de school. Is benaderbaar voor studenten en wpb’s, legt bezoeken af;
- begeleidt de student bij zijn ontwikkeling en verbindt de ontwikkelstappen aan het leren in de schoolcontext waarbij de koppeling theorie-praktijk wordt gelegd;
- voert voortgangsgesprekken en geeft feedback in het stagedossier in samenwerking met de schoolopleider;
- beoordeelt samen met de schoolopleider het functioneren van de student op de leerwerkplek.
Profiel:
- is in dienst van een opleidingsinstituut, lerarenopleiding;
- functioneert als contactpersoon tussen het instituut en de leerwerkplek;
- heeft goed zicht op het opleidingscurriculum;
- beschouwt de opleidingsschool als kans voor de instituutsontwikkeling en de eigen ontwikkeling;
- is gericht op samenwerking: binnen het eigen instituut, de school en het partnerschap;
- stimuleert samen met de schoolopleider een cultuur van lerende feedback op school;
- beschouwt de schoolcontext als kansrijk voor het opleiden van leraren: voor zowel toekomstig leerkrachten als verdere ontwikkeling van leerkrachten;
- streeft naar continue ontwikkeling en verbetering van de opleidingsschool en benut daarbij de door het partnerschap ontwikkelde instrumenten.
Professionalisering:
- volgt de training schoolopleider-instituutsopleider;
- volgt de teamtraining samen met het opleidingsteam;
- neemt actief deel aan alle bij de rol behorende bijeenkomsten binnen Samen Opleiden;
- neemt deel aan alle bij de rol behorende kalibreersessies;
- de instituutsopleider ontwikkelt zich door de ervaringen die hij in het werkveld opdoet, in te brengen in zijn onderwijs op de Pabo (en vice versa) en verbindt op die manier de opleidingspraktijk aan de praktijk van het werkveld.
De PI-begeleider van de opleiding begeleidt de student bij zijn totale ontwikkeling als leerkracht. Het gaat hierbij om wie de student is als leerkracht en/of welke leerkracht hij graag wil worden. De PI bijeenkomsten zijn gericht op de professionele identiteitsontwikkeling van de student. Er is een één-op-één relatie tussen de bijeenkomsten en de ontwikkeling van de student in de praktijk.
Kerntaken:
- richt PI-bijeenkomsten op de ontwikkeling van studenten. Bijvoorbeeld door het betekenis geven aan succescriteria en gedragsindicatoren, uitwisseling van ervaringen, samen leer en kennisvragen te formuleren, beeldmateriaal van elkaar te analyseren, feedback leren vragen en verwerken;
- maakt de opbrengst van de activiteit tijdens de PI bijeenkomst voor de ontwikkeling van de student met de studenten zichtbaar in het voortgangs- en beoordelingsdossier. Bijvoorbeeld door aan te geven op welke manier studenten de opbrengst in hun dossier kunnen opnemen;
- stimuleert systematische reflectie en reikt methoden hiervoor aan (bv. Korthagen of Starr);
- stuurt op het creëren van betekenisvolle activiteiten en situaties in de praktijk en het verzamelen van (bewijs)stukken waarmee een student zijn ontwikkeling zichtbaar kan maken en kan aantonen in het dossier;
- stimuleert om op een systematische manier, met behulp van passende bronnen (zoals gerichte feedback, toonaangevende, actuele (vak)didactische literatuur) en data een onderbouwd antwoord formuleren op leer- en kennisvragen, met als doel de aanpak en het handelen als leerkracht te ontwikkelen;
- leert hulp vragen bij handelingsverlegenheid van studenten aan collega’s, peers en andere professionals om handelingsmogelijkheden te onderzoeken en selecteren;
- biedt intervisie waardoor studenten elkaar helpen om pedagogische- en didactische vragen uit de directe praktijk te analyseren en mogelijk op te lossen. Studenten bepalen afhankelijk van de opleidingsfase voor een groot deel zelf de inhoud van de gesprekken, door van tevoren de bespreekpunten en leer-/werkvragen door te geven. Daarnaast stelt ook de PI-begeleider onderwerpen aan de orde;
- onderzoekt met de student zijn persoonlijke en professionele kwaliteiten en drijfveren als leerkracht;
- draagt bij aan het vormen en concretiseren van een visie op onderwijs.
Profiel:
- heeft kennis van de opleiding in zijn geheel. Hij kent de succescriteria uit de praktijk en kan deze verbinden met het curriculum van de pabo;
- heeft een begeleidende houding en kan adequaat acties inzetten om de ontwikkeling van de student te stimuleren;
- kan PI-bijeenkomsten organiseren waarin de ontwikkeling in de praktijk en de ontwikkeling van de student als professional centraal staan;
- heeft de scope van partijen waarmee de student te maken heeft in beeld en kan professioneel overleg voeren met deze partijen indien nodig.
Professionalisering:
- volgt bijeenkomsten voor intervisie en peerfeedback met teamleiders en andere pi- begeleiders;
- haalt afspraken en verbeterpunten op via de PDCA-cyclus en gesprekken met studenten.
De werkplekbegeleider is de leerkracht die les geeft in het vakgebied waarin de student wordt opgeleid. In iedere opleidingsschool wordt een student door de wpb begeleid bij de dagelijkse praktijk van het werkplekleren. De relatie tussen de student en deze begeleider is de spil van de begeleiding. De werkplekbegeleider biedt de eerstelijnsondersteuning van de student op de leerwerkplek.
Kerntaken:
- begeleidt de student in zijn leer- en ontwikkelproces op de leerwerkplek;
- geeft pedagogische, vakinhoudelijke en (vak)didactische instructies aan de student;
- begeleidt de lesvoorbereiding, de uitvoering en de evaluatie van de lessen;
- geeft feedback aan de student over zijn werkplekleren in gesprek met en in het stagedossier van de student;
- geeft feedback op de uitvoering van opdrachten op het pedagogische en (vak)didactische vlak, in gesprek met en in het stagedossier van de student;
- begeleidt het pedagogische en (vak)didactisch leerproces;
- begeleidt de ontwikkeling van de student in de organisatie en context van de school, als collega en in relatie tot anderen;
- geeft formatieve beoordelingen en ziet toe op de hier op volgende voortgang;
- geeft een adviesbeoordeling aan de schoolopleider en instituutsopleider m.b.t. de vakmatige ontwikkeling van de student.
Profiel:
- is een vakbekwaam leraar en heeft minimaal twee jaar ervaring als bevoegd leerkracht;
- hanteert het concept van congruent opleiden: Is in houding en pedagogisch- en didactisch handelen een voorbeeld voor het gedrag dat de student dient te ontwikkelen. Stimuleert daarbij het zoekgedrag, experimenteervermogen en de zelfsturing van de student;
- kan het eigen handelen vanuit een theoretisch kader onderbouwen;
- bezit goede coachingsvaardigheden;
- kan reflecteren op het eigen handelen en de ontwikkeling als coach;
- heeft, naast communicatieve vaardigheden, vaardigheden op het gebied van analyseren, feedback en advies geven, observeren en interpreteren;
- gaat in de coaching functioneel om met aspecten als contact, fasering in het begeleidingsproces, bewaken van voorwaarden voor de begeleiding, hanteren van de begeleidingsrelatie.
Professionalisering:
- volgt de teamtraining ‘coach en opleider in de school’ samen met het schoolteam;
- volgt bij de rol behorende bijeenkomsten binnen Samen Opleiden.
Een belangrijk aspect van het beroepsbeeld van de leerkrachten die we opleiden is het handelen met onderzoekend vermogen. Hieronder verstaan we het bewust streven naar het koppelen van theorie en praktijk in de specifieke schoolcontext, het nieuwsgierig kijken en luisteren, analyseren van vraagstukken, en met een passende grondigheid ontbrekende kennis vinden en het resultaat bruikbaar maken binnen de schoolcontext en delen met anderen.
Het begeleiden van het onderzoekend handelen gebeurt op basis van een samenwerkingsrelatie tussen de opleiding en de basisschool waarbij een praktijk onderzoeksbegeleider (van de basisschool) en een instituutsonderzoeksbegeleider (van de opleiding) vanuit de eigen professionele rol de student begeleiden bij het onderzoek.
Kerntaken:
- denkt met de student mee over het thema waar onderzoek naar kan worden gedaan;
- helpt de student bij het oriënteren op een praktijkvraagstuk dat leeft binnen de school (maakt het mogelijk dat studenten oriënterende interviews kunnen afnemen tijdens de praktijkvraagstukanalyse);
- begeleidt de (derdejaars) student bij het bepalen van een onderzoeksvraag;
- faciliteert dataverzameling door de (derdejaars) student binnen de school;
- begeleidt de student bij het formuleren van aanbevelingen die voortkomen uit het onderzoek (samen met de instituutsonderzoeksbegeleider);
- maakt het mogelijk dat studenten hun onderzoek kunnen presenteren (en geeft feedback op de presentatie);
- zorgt voor draagvlak voor onderzoek door de student binnen de school;
- stemt af met de instituutsonderzoeksbegeleider en de schoolopleider rondom de richting en de voortgang van het onderzoek van de student;
- laat waar mogelijk de student aansluiten bij een voor het onderzoek relevante werkgroep binnen de school.
Profiel:
- heeft affiniteit met onderzoekend handelen/evidence-informed werken;
- heeft ervaring met het doen van onderzoek door een master of afgeronde academische pabo;
- is op de hoogte van schoolontwikkelingsvraagstukken;
- is in staat om draagvlak te creëren voor het onderzoek van studenten binnen de school.
Professionalisering:
- deelname aan scholing voor onderzoeksbegeleiders (2x een bijeenkomst van 1.5 uur + 0.5 uur voorbereiding)
- bijwonen van jaarlijkse startbijeenkomst onderzoek samen met de student en de instituutsonderzoeksbegeleider (alleen als een derdejaars student onderzoek gaat doen op de school)
- bijwonen van jaarlijkse onderzoekspresentatiebijeenkomst samen met de student en de onderzoeksbegeleider van de pabo (alleen als een derdejaars student onderzoek doet op de school)
- deelname aan de jaarlijkse intervisie/uitwissel/evaluatiebijeenkomst met andere onderzoeksbegeleiders
Het begeleiden van het onderzoekend handelen gebeurt op basis van een samenwerkingsrelatie tussen opleiding en basisschool waarbij een praktijk onderzoeksbegeleider (van de basisschool) en een instituutsonderzoeksbegeleider (van de opleiding) vanuit de eigen professionele rol de student begeleiden bij het onderzoek.
De Instituutsonderzoeksbegeleider leidt de student op tot onderzoekend handelende leraar en begeleidt de student bij alle activiteiten van de cyclus van praktijkgericht onderzoek, inclusief het rapporteren van het onderzoek. Hij werkt daarin samen en stemt af met de Praktijk Onderzoeksbegeleider over de richting en de voortgang van het praktijkonderzoek van de student in een school. De Instituutsonderzoeksbegeleider is verantwoordelijk voor de beoordeling van het praktijkonderzoek door studenten.
Kerntaken:
- begeleidt de student bij alle activiteiten van de cyclus van praktijkgericht onderzoek, inclusief het schrijven van het onderzoeksverslag;
- stemt af met de praktijk onderzoeksbegeleider rondom de richting, de voortgang en de disseminatie van het onderzoek van de student;
- neemt deel aan de (met de praktijk onderzoeksbegeleider) gezamenlijke start- en presentatiebijeenkomst;
- beoordeelt het onderzoeksplan en het onderzoeksverslag.
Profiel:
- heeft ervaring met het doen van onderzoek door minimaal een afgeronde master;
- heeft affiniteit met het begeleiden van onderzoek door studenten.
Professionalisering:
- bijwonen van de jaarlijkse startbijeenkomst onderzoek samen met de student en de praktijk onderzoeksbegeleider;
- leiden van jaarlijkse bijeenkomst onderzoekspresentatie op de pabo samen met de student en hun praktijk onderzoeksbegeleider;
- deelname aan de jaarlijkse intervisie/uitwissel/evaluatiebijeenkomst met andere onderzoeksbegeleiders;
- deelname aan tweejaarlijkse kalibreerbijeenkomsten (minimaal 1 keer per jaar).
De coach begeleidt startende leerkrachten bij het vormen van een brug tussen het leren als student en het leren als professional waarmee een doorlopende leerlijn wordt gerealiseerd. Voor de coach van de startende leerkracht ligt de nadruk vooral op:
- de startende leraren en zijn of haar concerns, op het verlichten van de stress die kenmerkend is voor de eerste jaren in het beroep en op een ‘zacht landing’ in de school.
- de leerling die centraal staat. Uitgangspunt is dat de leraar na de opleiding startbekwaam is, maar dat leerlingen zich uiteindelijk optimaal kunnen ontwikkelen met een leraar die zich verder ontwikkeld heeft. Bekwaamheidsbeschrijvingen op verschillende niveaus kunnen dan een handvat bieden voor verdere groei doordat ze een spiegel bieden voor reflectie en daarmee een duidelijk ontwikkelperspectief geven. Ontwikkeling en begeleiding worden daarmee meer doelgericht.
- het creëren van een lerende cultuur binnen de school waarbinnen het vanzelfsprekend is om je te blijven ontwikkelen. Middels het inductieprogramma kunnen startende leraren meegenomen worden in een cultuur van doorgaande professionele ontwikkeling die zich niet beperkt tot startende leraren.
Kerntaken:
- zorgt voor een goede balans tussen bovengenoemde drie doelen en een evenwicht tussen een meer open, zelfsturende benadering en een meer gesloten, doelgerichte benadering;
- begeleidt startende leraren op de basisschool (of scholen);
- is een onafhankelijk begeleider: beoordeelt niet, maar begeleidt richting de beoordeling op kwaliteit en vanuit een houding ‘Help mij het zelf te doen’;
- vervult een voorbeeldrol met betrekking tot een leven lang leren en leren in een professioneel leernetwerk;
- stimuleert en ondersteunt de startende leerkracht gedurende de inductiefase m.b.v. intervisie en training.
Profiel:
- beschikt over hbo+ werk- en denkniveau;
- is binnen het eigen schoolbestuur en binnen Samen Opleiden actief betrokken bij de ontwikkeling van het inductiebeleid;
- is een geschoold coach die een extra training heeft gevolgd om startende leraren te coachen;
- heeft verstand van de specifieke professionaliseringsvraagstukken die startende leraren hebben;
- de rol van coach starter is opgenomen in het personeelsontwikkelbeleid van het schoolbestuur.
Professionalisering:
- volgt bij de rol behorende bijeenkomsten binnen Samen Opleiden;
Beoordelen vormt een integraal onderdeel van het onderwijs. Een assessment is een gedragsgerichte beoordeling, een doordachte vastgelegde manier om de voortgang van competenties te beoordelen en subjectiviteit in beoordeling tot een aanvaardbaar minimum te beperken.
Het betrouwbaar beoordelen van een assessment vraagt van de assessor wel een specifieke deskundigheid.
Kerntaken:
- is in staat om een veilige beoordelingsomgeving te bieden, waarin hij de kandidaat faciliteert om zijn ontwikkeling en zijn bekwaamheid te etaleren;
- is bekend met het beroepsprofiel, de beoogde leeruitkomsten en de assessmentprocedure en kan deze hanteren en uitleggen;
- is in staat om op adequate wijze informatie over het bekwaamheidsniveau van de kandidaat te verzamelen en om door middel van het toepassen van vraag- en interviewtechnieken de kandidaat te faciliteren om zijn bekwaamheid en leerontwikkeling te tonen en die in het gesprek te vergelijken met het competentieprofiel;
- kan zijn beoordeling verantwoorden en is in staat om de kandidaat op een constructieve, motiverende wijze feedback te geven;
- is in staat om een duidelijk, gedetailleerd en gestructureerd verslag op te stellen.
Profiel:
Kwalificaties en Opleiding:
- minimaal een bachelor- of masterdiploma in een relevant vakgebied;
- deelname aan basistraining en certificering tot (minimaal) basisassessor.
Ervaring:
- aantoonbare ervaring in het uitvoeren van beoordelingen en evaluaties;
- ervaring in of met het beroep van leerkracht.
Vaardigheden:
- analytisch vermogen: In staat om gegevens en informatie kritisch te analyseren;
- communicatievaardigheden: Effectief kunnen communiceren, zowel schriftelijk als mondeling;
- objectiviteit: Onpartijdig en eerlijk kunnen beoordelen zonder vooroordelen;
- organisatorische vaardigheden: Goed kunnen plannen en organiseren van beoordelingsprocessen.
Persoonlijke Eigenschappen:
- integriteit: Ethisch handelen en vertrouwelijkheid respecteren;
- oog voor detail: Nauwkeurig en grondig in het uitvoeren van beoordelingen;
- besluitvaardigheid: In staat om weloverwogen en tijdige beslissingen te nemen.
Technische Vaardigheden:
- vaardigheid in het gebruik van digitale platforms voor rapportage en communicatie.
Professionalisering:
- niveau 1 t/m Niveau 3 assessments kunnen worden afgenomen door een assessor met bewijs van deelname van de basiscursus [aspirant assessor];
- niveau 4 assessment kan worden afgenomen door een gecertificeerd assessor;
- een aspirant assessor mag als tweede assessor naast een gecertificeerd assessor een Niveau 4 assessment afnemen;
- een expert assessor mag alle opleidingsassessments en niet opleidings-assessments afnemen (bijv. zij-instroom geschiktheidsonderzoek, zij-instroombekwaamheidsonderzoek, HBO werk- en denkniveau, EVC).
Meer informatie over de assessorentraining is te vinden op: Assessorentraining - Hogeschool Rotterdam