Menu English

Mevrouw Jansen is eenzaam en kwetsbaar

Een kritische beroepssituatie van een social worker

De 87-jarige mevrouw Jansen is eenzaam en kwetsbaar na het overlijden van haar man. Hoe zou je kunnen voorkomen dat mevrouw Jansen vereenzaamt?

De situatie van mevrouw Jansen

Mevrouw Jansen is 87 jaar en woont al veertig jaar in een fijne huur-bovenwoning in het Oude Westen van Rotterdam. Fijne buurt, verschillende winkels dichtbij, een goede buur die regelmatig aanwipt en vooral: een lage huur. Mevrouw Jansen krijgt AOW en een heel klein pensioentje.

Sinds twee jaar is mevrouw Jansen weduwe; na zestig jaar huwelijk is dit moeilijk om te verwerken. Ze heeft nog dagelijks verdriet en praat veel tegen de foto van haar man.

Hoewel zij aardig fit is, wordt het traplopen (veertig treden) bijna onmogelijk. Haar knieën en hart spelen op. Maar verhuizen, daar denkt mevrouw Jansen niet aan; er liggen in dit huis te veel mooie herinneringen. Het huishouden en boodschappen doen lukt ook niet meer zo goed, en alleen voor jezelf koken is toch ook geen pretje.

Van de week hoorde mevrouw Jansen dat die goede buur binnenkort gaat verhuizen naar Groningen. Ze zal haar erg gaan missen. Gelukkig wonen haar twee dochters niet ver weg, maar zij hebben belangrijke banen.

Jouw rol als social worker

Het is als social worker belangrijk om je goed te informeren. Dat kan niet altijd even goed vanaf een papieren casus. Daarom is het belangrijk om als sociaal werker eerst het gesprek met mevrouw Jansen aan te gaan. Voordat dat gesprek plaatsvindt zal je moeten nadenken hoe je mevrouw Jansen bijvoorbeeld uitnodigt voor het gesprek. En waar dat gesprek zal plaatsvinden. In dat gesprek kun je het beeld dat je op de casus hebt verbeteren. Er zijn nog verschillende zaken die je mevrouw Jansen zou kunnen vragen zoals: hoe vaak komt de buurvrouw langs, hoe groot is het verdriet over haar man, in hoeverre ervaart zij het verdriet over haar man als een probleem, wie hebben er aandacht voor haar verdriet? hoe vindt zij het om die 40 treden te lopen, wat maakt dat zij verhuizen geen alternatief vindt, wat zijn mogelijkheden die zij zelf ziet (buiten verhuizen), hoe vaak ziet zij haar dochters?

Op basis van deze informatie zou je kunnen beginnen met het analyseren van haar situatie:

  • Mevrouw Jansen is een vrouw van 87 die mogelijk door haar leeftijd minder kan doen dan eerst. Wat lukt haar nog wel? Wat deed haar man altijd wat zij nu zelf moet doen? Of helpen anderen haar daarbij?
  • Verhuizen ziet mevrouw zelf niet zitten omdat haar huis gevuld is met goede herinneringen en omdat de huur er laag is.

Jij als sociaal werker zou samen met mevrouw Jansen kunnen gaan kijken naar:

  • Mogelijke alternatieven voor het verhuizen: aanpassingen laten doen aan haar woning, boodschappenservice, thuiszorg, tafeltje-dek-je?
  • Mevrouw Jansen heeft nog veel verdriet over het verlies van haar man. Wat zou je met mevrouw kunnen doen om aan dat verlies te werken: heeft haar man een graf? bezoekt zij dat graf? met haar kinderen? Je zou een rouwritueel met mevrouw Jansen kunnen doen?