Menu English

Uitdagingen voor ouderen, hoe ga je ermee om. Terugblik symposium 'Bouwstenen voor de toekomst'

Ouderen en jongeren bedenken het samen

17 juni 2018

Waar loop je tegenaan als je in deze tijd ouder wordt? Denk bijvoorbeeld aan langer zelfstandig thuis wonen, eenzaamheid als veel van je naasten overleden zijn, het (soms langdurig) een beroep moeten doen op mantelzorg. Uitdagingen die steeds urgenter worden. In dit symposium stonden ouderen niet alleen centraal maar waren ze ook zélf betrokken.

Samen met studenten van Hogeschool Rotterdam lieten ze zich inspireren door verschillende sprekers, waarna zij gezamenlijk aan de slag gingen in een ontwerp-workshop. De insteek van de dag was om eens op een andere manier te kijken naar deze problematiek. Ouderen zijn ervaringsdeskundigen, studenten kijken er fris en onbevangen naar.

Jong en  Oud, Samen Goud

In 2017 organiseerde Kenniscentrum Zorginnovatie van de hogeschool voor het eerst een symposium samen met de vijf ouderenbonden in het samenwerkingsverband OSO-Rotterdam waarbij studenten en ouderen zich bogen over oplossingen waardoor ouderen langer zelfstandig zouden kunnen wonen. Dit eerste symposium was voor beide groepen, ouderen en studenten, een succes. Reden genoeg om dit jaar opnieuw een bijeenkomst te organiseren in het kader van Jong en Oud, Samen Goud, ook dit keer weer samen met OSO-Rotterdam. 

Verbinding met de stad

Het symposium van dit jaar op 23 mei ging veel breder in op de ouderenproblematiek, want naast het wonen maken ook de zorg en het vinden van een zinvolle tijdsbesteding daar deel van uit. Zo’n veertig ouderen en zestig studenten waren naar het Museumpark gekomen om met de bouwstenen aan de slag te gaan. Jeroen Oversier, directeur van het Instituut voor Gezondheidszorg van de hogeschool heette de aanwezigen welkom op de elfde verdieping van het gebouw en wees op de stad die hier bijna letterlijk aan je voeten ligt. Hogeschool Rotterdam zoekt in het onderwijs nadrukkelijk de verbinding met de stad, zo bewijst ook dit symposium. Door interacties als deze zorgt de hogeschool ervoor dat studenten zo vroeg mogelijk in hun opleiding de beroepspraktijk ervaren en er in meedoen.

Bezoekers van het symposium

"Over 15 jaar is één op de drie Rotterdammers een 65-plusser"

Sven De Langen Wethouder Onderwijs, Jeugd en Zorg

‘Verbinding’ was ook de kern van het betoog van wethouder Onderwijs, Jeugd en Zorg Sven de Langen. “Misschien staat één van jullie hier over tien jaar als wethouder, om te praten over ouderenbeleid. Ik hoop dat we dan al wat meer grip gekregen hebben op deze uitdagingen”, stelde de voormalig student Fysiotherapie van de hogeschool. Hij is groot voorstander van een gezamenlijke aanpak. In 2035 is één op de drie Rotterdammers ouder dan 65. De stad is daar nog niet klaar voor, moest de wethouder constateren. Als het gaat om huisvesting en inzet van zorg bijvoorbeeld, is er nu onvoldoende capaciteit om deze toename op te vangen. Er zal flink gewerkt moeten worden aan bewustzijn en oplossingen door zowel de politiek als de inwoners van Rotterdam. Met dit symposium kunnen we alvast een kleine bijdrage leveren aan dit bewustzijn en wat aanzetten geven voor nieuwe oplossingen. 

De ervaringsdeskundigen

Waar ouderen daadwerkelijk tegenaan lopen schetsten de vitale tachtiger Alex Smits, van OSO Rotterdam en tweedejaarsstudent Verpleegkunde Linde Jelsma. Smits zet zich met de diverse ouderenbonden ook landelijk al jarenlang in om de uitdagingen waar ouderen voor staan op de kaart te krijgen. Hij vindt bijvoorbeeld dat er in de maatschappij te weinig geanticipeerd wordt op wat er gebeurt als je ouder wordt, zowel door het individu als collectief. Smits: “Ouderen veranderen na hun pensioen niet ineens van identiteit: als mens willen zij graag meedoen in de maatschappij. Er is te lang gepraat over ouderen en te weinig met ouderen, want wie kan vragen over wat ouderen belangrijk vinden beter beantwoorden dan de ouderen zelf?” Met de netwerkorganisatie Beter Oud zorgt hij voor de verspreiding van het toetsingskader waaraan hij heeft meegewerkt. Het kader is voortgekomen uit gesprekken met ouderen en laat zien wat de doelgroep belangrijk vindt bij wonen, welzijn en zorg.

Linde Jelsma: "Als mens zou je veel meer willen doen dan je als professional kan en mag."

Linde Jelsma wilde eigenlijk kinderverpleegkundige worden, maar kreeg een stageplaats in de Thuiszorg. En dat bevalt haar buitengewoon goed. “Ik dacht dat het vooral steunkousen aantrekken en billen wassen zou zijn”, zegt ze “, maar dat is maar een heel klein gedeelte. De mensen willen zoveel mogelijk zelf doen. De mensen die ik bezoek zijn zo dankbaar dat ik kom en soms ben ik de enige die ze op een dag zien. Maar het blijft wel een professionele relatie, ik kan niet in het weekend nog een kopje koffie bij ze gaan drinken.” Linde geeft aan het moeilijk te vinden de balans te bewaken tussen wat je als mens zou willen doen en wat je als professional kunt en mag doen. In elk geval heeft ze besloten om na de stage ook in de zomer nog bij thuiszorgorganisatie Laurens te blijven werken. 

Design Thinking: “Iedereen is creatief”

Om in de middag aan de slag te kunnen met ‘echte’ problemen, stond eerst een inleiding in de methode ‘Design Thinking’ op het programma. Deze methode is gebaseerd op de manier waarop in de creatieve sector nieuwe uitdagingen worden aangepakt. Jens Gijbels van de Fundamentals Academy liet zien hoe Design Thinking in de praktijk werkt, aan de hand van verschillende inspirerende voorbeelden, zoals de Future Care Challenge bij Utrecht Zorg. Daarbij bedenken multidisciplinaire teams van studenten Gezondheidszorg en Design samen concepten voor hoe de zorg er in de toekomst uit kan zien.   

Bij Design Thinking speelt de doelgroep waarvoor een product of methode wordt ontworpen een grote rol. Als je iets ontwerpt voor ouderen, betrek ze dan bij het ontwerp voor een beter product of de dienst. Een nuttige methode voor deze middag dus. Gijbels stelde dat écht goede ideeën voldoen aan drie voorwaarden: ze zijn technologisch haalbaar, zijn betaalbaar én mensen willen ze hebben. Verder is het belangrijk het probleem terug te brengen tot de kern, om het probleem waarvoor je een oplossing zoek in de praktijk te gaan onderzoeken, vervolgens een prototype te ontwerpen en te testen.

Schetsen, knutselen, ontwerpen 

Na de lunch, waarbij ouderen en jongeren al meer mengden, nam iedereen plaats aan één van de tien gesprekstafels. Hoofddocent Ronald van Gils van de opleiding Industrieel Product Ontwerpen legde uit hoe toekomstige ontwerpers op de hogeschool geleerd wordt een creatief ontwerp te maken. Door te knutselen, uit te proberen en er samen over te praten komen de meest bruikbare en onverwachte ideeën tot stand, laat hij zien in een filmpje. 

“Het ontbreekt mensen vaak aan creatief zelfvertrouwen”, zegt Van Gils. “Het gaat erom de patronen die voor je brein normaal en logisch zijn te doorbreken. Mensen vinden zichzelf niet creatief, maar als ze in een groep aan de slag gaan, gebeurt er van alles.” 

Een ideeënbus, opnemen van het vak ‘Jong en Oud’ in het curriculum, beter benutten keukentafelgesprek en meer

Hoe creatief mensen samen worden bleek na ruim anderhalf uur schetsen en overleggen. De groepen van studenten en ouderen die zich inmiddels gevormd hadden, bleken een aantal mooie ideeën te hebben bedacht. Als thema’s waren de groepen aangespoord om na te denken over oplossingen voor zes thema's:

  • Hoe verminderen we eenzaamheid en wat kan een sociale kaart daaraan bijdragen;
  • Hoe verbinden we zorg en welzijn;
  • Hoe kun je jongeren en ouderen aan elkaar koppelen;
  • Hoe ondersteunen we mantelzorgers;
  • Hoe kunnen ouderen langer thuis blijven wonen.

Een greep uit de ideeën:

  • Een gemeentelijke ideeënbus in het leven roepen waar jongeren en ouderen ideeën kunnen inleveren voor de oplossing van een probleem;
  • Buurthuizen koppelen aan een telefoonlijn, beide bestaan al maar los van elkaar. Door ze te koppelen bereik je meer mensen;
  • De zorgcoördinator, die alles weet over de persoonlijke situatie van een cliënt, koppelen aan de WMO-coördinator die bepaalt op hoeveel uur zorg een cliënt recht heeft met elkaar het keukentafelgesprek laten voeren levert enorme tijdwinst. De wijkverpleegkundige is voor dat gesprek ook een welkome toevoeging;
  • Breng coördinatoren van de verschillende disciplines op gemeentelijk niveau maandelijks bij elkaar voor overleg en zorg voor brede terugkoppeling in de eigen geleding;
  • Maak ‘Jong en Oud Samen Goud’ een standaardvak in het eerste jaar hbo-V op de hogeschool. Maak een match van oudere en jongere door speeddaten en laat ze vervolgens een paar uur per week samen optrekken;
  • Zorg voor betere nazorg voor mensen die uit het ziekenhuis worden ontslagen. 

Een waardevolle dag

Beide groepen leerden dat de ander een mens is met wie je contact kunt maken, ouderen voelden zich gezien en gehoord, de studenten gingen serieus nadenken over mogelijkheden voor ouderen en leerden en passant meer over ontwerpmethoden, vaardigheden die hen later in de praktijk van pas kunnen komen. 

Marleen Goumans, programmadirecteur van Kenniscentrum Zorginnovatie, vond het een waardevolle middag. “Het is erg goed om op een andere manier met elkaar in gesprek te gaan, de oplossingen die voor de hand liggen zijn al lang bedacht, maar hier begint het werkelijke ‘kennis maken’, waar je in je studie en later als professional veel aan hebt. De ontmoeting alleen is niet genoeg, als je wat voor elkaar wil betekenen móet je met elkaar in gesprek.“ 

Alex Klaassen en Marleen Goumans in gesprek met Sven de Langen en Jeroen Oversier

Het laatste woord was aan Alex Smits van OSO Rotterdam. “In deze paar uur heb ik diepere gesprekken gevoerd met jonge mensen dan in jaren met mijn eigen kleinkinderen. Deze studenten zijn veel rijper en wijzer dan ik dacht, hier moeten we zeker mee doorgaan. Het was een geweldige dag!”

Download dit verslag als Pdf >>

Bekijk ook de foto-impressie hieronder