Menu English

“Als je de wereld wil veranderen, moet je de bedrijven veranderen”

Openbare les Walter Baets, lector Values based leadership in business innovation

14 mei 2020

In de huidige maatschappij volgen ontwikkelingen elkaar zo snel op dat we in situaties belanden waarvan we de consequenties niet overzien. Dat komt door de snel ontwikkelende technologie en door hoe ‘klein’ de wereld geworden is.

Neem de coronacrisis. Deze toont zonneklaar aan hoe alles met elkaar verbonden is en heeft daarnaast ook nog eens ons leven in twee maanden tijd ingrijpend veranderd. Hoe kunnen we toe naar een wereld waarin we beter voorbereid zijn op onverwachte gebeurtenissen en tevens een maatschappij creëren die waardevoller aanvoelt voor meer groepen mensen?

Walter Baets, lector ‘Values based leadership in business innovation’, stelt dat als we onze bedrijven op een andere manier leiden, het mogelijk is deze maatschappij te verwezenlijken. Zijn openbare les is op 28 mei a.s. Het is de allereerste openbare les van Hogeschool Rotterdam die online plaatsvindt en wordt georganiseerd door het Kenniscentrum Business Innovation.

Waar gaat de openbare les over?

“Door nieuwe technologieën zoals bijvoorbeeld robotica, artificial intelligence, data science en het Internet of Things kunnen we veel sneller op ontwikkelingen reageren dan vroeger. Dat zal zich nog uitbreiden. Bedrijven die als eerste zo’n nieuwe technologie winstgevend maken noemen we succesvol, maar de huidige businessmodellen hebben ook geleid tot een wereld waarin klimaatverandering, uitputting van bronnen en grote economische ongelijkheid het beeld bepalen. Is dit de manier waarop we willen doorgaan? Wil je dit veranderen, dan moeten bedrijven hun organisatie meer vormgeven vanuit waarden.” 

Hoe ziet waardengedreven leiderschap eruit?

“Bij deze vorm van leiderschap gaat het erom dat bedrijven en andere organisaties zich afvragen: wat is mijn toegevoegde waarde? Zit de maatschappij te wachten op datgene wat ik aanbied? Wat mist de maatschappij als mijn bedrijf er niet meer is? Ik ben erg onder de indruk van hoe Feike Sybesma van DSM zijn organisatie veranderd heeft van een vervuilend mijnbouwbedrijf naar innovatieve producent van duurzame gezondheidsproducten. Zijn uitgangspunt is ‘Hoe kun je je bedrijf succesvol noemen in een wereld die faalt?’. Ik zou graag zien dat meer bedrijven niet alleen kiezen voor zichzelf maar tegelijkertijd ook iets doen voor de maatschappij. 

Wat is daarvoor nodig?

“Een bedrijf zou altijd moeten uitgaan van wat er nú nodig is en wat er aan nuttigs toegevoegd kan worden. Dat kun je zien als waarde toevoegen aan de samenleving. Bij een business model dat daar vanuit gaat, komen twee dingen kijken. Ten eerste kijk je naar de context waarin je bedrijf functioneert, ofwel het systeem. Oplossingen voor problemen worden tot nog toe meestal bedacht in en voor een beperkte omgeving. Een bedrijf als ASML ontwikkelt technologie waarmee snellere chips kunnen worden geproduceerd, zonder zich af te vragen waar die technologie voor nodig is. In mijn optiek vraag je je eerst af wat nodig is voordat je iets gaat ontwikkelen. In een systeem bezie je de samenhang die alles met elkaar heeft.

“Als je de samenhang tussen gebeurtenissen ziet, overvallen ze je minder”

Elke week staat er een andere groep te demonsteren op het Malieveld. Mensen uit de zorg, het onderwijs, de landbouw en met al deze groepen gaat de regering apart in gesprek. Je zou er ook voor kunnen kiezen te onderzoeken op welke wijze maatschappelijke problemen met elkaar samenhangen en gezamenlijk te zoeken naar een andere inrichting voor de maatschappij. Als je daarop stuurt ga je je minder overvallen voelen door gebeurtenissen omdat je de samenhang beter ziet en daar eerder op kunt inspelen.”

En het andere deel?

“Dat is het waarde toevoegen zelf. Dat je iets doet voor de maatschappij. Dat je met jouw bedrijf ervoor kiest om bijvoorbeeld de opwarming van de aarde terug te dringen, of om het dichter bij huis te houden, je als hogeschool ervoor kiest om anders les te gaan geven zodat het lerarentekort wordt opgelost of achterstand aangepakt. Dat is een keuze, een keuze voor een doel op langere termijn. Die waarde of waarden waar je voor kiest zijn voor je bedrijf een baken waarop je koerst. Dat neem je op in je strategie en dan ga je anders managen. “

Tot een aantal jaar geleden werkte Baets in Zuid-Afrika, waar hij mede geïnspireerd werd door de manier waarop men daar naar de wereld kijkt: “In (Zuid-)Afrika kijkt men anders dan wij. ‘I am, since I belong’ is het credo van de filosofie die weerspiegeld wordt in het woord ‘Ubuntu’, wat zoveel betekent als ‘het belang van medemenselijkheid’. Toen ik daar woonde zag ik twee soorten bedrijven. Een bedrijf als Total, dat een hek om zijn fabriek heen bouwde en daarmee de gemeenschap uitsloot en een bedrijf als Anglo Gold Ashanti dat bij elke goudmijn die zij opende ook een school en een ziekenhuis bouwde voor de mensen die er wonen. Zij bouwden hun onderneming in samerking met de gemeenschap. Dat sterkte mij in mijn overtuiging dat als je de wereld wil veranderen, je de bedrijven moet veranderen.”

Hoe verander je bedrijven?

“De keuze moet vanuit een organisatie zelf komen. We zien hier ook het verschil tussen waarden en ethiek. Privé kiest vrijwel niemand ervoor om onethisch te handelen. Maar als het om een bedrijf gaat wordt er al snel gezegd ‘de economische ongelijkheid is niet mijn probleem, laat de politiek het maar oplossen’. Dan stel ik de vraag: 'Wie is dat, de politiek?'”

Wat kun je hier op de hogeschool mee?

“Wat ik vooral kan doen is mensen inspireren. Niet alleen door het te vertellen maar door het te laten ervaren. Op de hogeschool zou ik dat willen doen door het oprichten van een Living Lab, een levend laboratorium waarin we bedrijven samenbrengen met studenten, docenten en onderzoekers. Daarin gaan ze samen werken aan innovaties voor de bedrijven, gebaseerd op de keuze voor bepaalde waarden. En dan echt fysiek met elkaar samenwerken en daarbij innovaties ontwikkelen voor bedrijven, terwijl studenten kennis vergaren en leren werken in een  multidisciplinair team, terwijl er ook onderzoek gedaan wordt en docenten het geheel begeleiden en daarmee zelf ook leren en zichzelf ontwikkelen.”