Tomasz Jaskiewicz heeft een achtergrond in architectuur en stedenbouw en heeft praktische werkervaring met het ontwikkelen van experimentele architectuurprojecten, interactieve installaties en digitale ontwerptools. Tomasz heeft zijn MSc-diploma’s in architectuur en stedenbouw aan de TU Delft en aan de TU Gdansk gehaald. Hij is gepromoveerd aan de TU Delft, aan de faculteit Bouwkunde waarin hij onderzoek deed naar tools en methoden voor het ontwerpen van adaptieve gebouwen. Sinds 2014 werkte hij als universitair docent bij de faculteit Industrieel Ontwerpen van de TU Delft, waar hij zijn onderzoek heeft gefocust op Explorative Prototyping als een strategie voor het omgaan met de complexiteit die inherent is aan het ontwerpen van interactieve omgevingen. Parallel daaraan heeft hij ook inhoudelijk onderzoek gedaan naar sociale praktijken binnen flexibele kantoorecosystemen en 'slimme' stadscontexten. Zijn onderzoek raakt thema’s zoals duurzaamheid, gedragsverandering, participatory design, IoT, AI en big data. Als lector Civic Prototyping is Tomasz zich aan het focussen op het betrekken van mensen in de stad in het ontwerp, de transformatie en de ontwikkeling van complexe socio-technologische ecosystemen.
Projecten
Digital Inclusion by Design
Inclusief User Experience (UX)-ontwerpen is het creëren van digitale diensten die bruikbaar zijn voor zoveel mogelijk mensen, ongeacht hun fysieke of mentale beperkingen, gezondheidsproblemen, leeftijd,
achtergrond of gebruikscontext. Niet alleen is er de afgelopen jaren steeds meer aandacht voor inclusie in
gebruiksgemak en toegankelijkheid van digitale diensten, er komen ook nieuwe wetten die de digitale toegankelijkheid verplicht stellen. Toch zijn digitale inclusie en toegankelijkheid in het ontwerpproces vaak een afterthought. Meestal wordt een digitale dienst in eerste instantie ontworpen en ontwikkeld voor een gemiddelde gebruiker en pas daarna uitgebreid met toegankelijkheidsfuncties voor andere gebruikersgroepen. Er zijn veel richtlijnen en ‘best-practices’ voor inclusief ontwerpen, maar die zijn ofwel heel specifiek, of algemeen en generiek. Digitale ontwerpbureaus en UX-ontwerpopleidingen ontberen beproefde methoden om een omvattend, toegankelijk ontwerp van digitale diensten te kunnen garanderen. Daardoor kunnen ze te weinig inspelen op maatschappelijke behoeften en zijn ze niet voorbereid op de aanstaande wetgeving.
Met het voorgestelde onderzoek willen we een beter begrip ontwikkelen van factoren die ontwerpers belemmeren bij het creëren van toegankelijke en inclusieve UX-ontwerpen, en achterhalen welke vaardigheden, methoden en hulpmiddelen zij nodig hebben om meer inclusieve en toegankelijke digitale diensten te kunnen ontwerpen. Het project is opgedeeld in drie fasen. Het 1e deel van het project is een onderzoek naar de ontwerpprocessen die een groep HBO Communication and Multimedia Design
(CMD)-studenten hanteert die door domeinpartners worden uitgedaagd om een toegankelijke digitale dienst te ontwerpen. Fase 2 omvat onderzoek naar processen van betrokkene UX-ontwerpbureaus (MKB-beroepspartners) en vergelijking van procesobstakels in educatieve en professionele ontwerpprocessen. In fase 3 worden de resultaten van fase 1 en 2 vertaald.
Creatieve Competentiekaart
Lokale innovatie is essentieel voor steden om te reageren op maatschappelijke uitdagingen zoals de energietransitie, klimaatadaptatie, circulariteit en digitalisering. Om deze innovaties niet alleen economisch haalbaar te maken, maar ook een impact op de maatschappij te laten hebben, is het nodig dat burgers, ambtenaren en lokale ondernemers hier samen aan werken. Creativiteit en creatieve competenties zijn hierbij van cruciaal belang om initiatieven te ontwikkelen met maatschappelijk verdienvermogen. Ontwerpers en ontwerpbureaus hebben al laten zien dat zij een rol willen spelen in deze samenwerkingen. Om deze samenwerkingen verder te versterken, ontwikkelt dit project een Creatieve Competentiekaart voor Co-Creatie (CCCC) voor de stad Rotterdam.
De vier fasen van het project behandelen vier daaruit voortvloeiende onderzoeksvragen. Welke initiatieven bestaan al binnen Rotterdam waar burgers, lokale ondernemers en ambtenaren samen aan werken? Welke creatieve competenties bestaan er die relevant zijn voor lokale initiatieven? Hoe werken de Rotterdamse initiatieven samen, welke creatieve competenties komen daarbij van pas en welke missen in de samenwerking? Hoe kunnen Rotterdamse ontwerpbureaus hun creatieve competenties inzetten om initiatieven met burgers, ambtenaren en lokale ondernemers te ondersteunen? De antwoorden op deze vragen vormen vier lagen van de 'Creatieve Competentiekaart voor Co-Creatie'. Hiermee komt het netwerk en kennis beschikbaar over lokale initiatieven met maatschappelijk verdienvermogen en kunnen geïnteresseerden aansluiten. Daarnaast legt de CCCC de basis voor vervolgonderzoek naar methodes om creatieve competenties in de stad te ontwikkelen.
Het onderzoek in het project wordt uitgevoerd in samenwerking met drie Rotterdamse ontwerpbureaus die betrokken zijn bij co-creatie-initiatieven in de stad, en in samenwerking met de gemeente en twee actieve burgergemeenschappen. Het onderzoek omvat drie studentenstages.
UPSCALE
The construction sector is responsible for 50% of raw material consumption and 35% of all waste [1]. That poses a significant societal challenge, especially considering the strong commitments made on national and European levels to reduce climate impact and stimulate the implementation of a circular economy. Several initiatives have fueled the transition of the construction sector from a linear into a circular model, e.g., Buildings as Material Banks (BAMB),
Material Passports, Platform CB’23, circularity hubs, Building Circularity Index, etc. However, further systemic changes are needed. Achieving a circular construction industry and reducing Construction and Demolition Waste (CDW) requires a holistic network effect, including societal awareness, engagement, and commitment to eliminate waste. The UPSCALE project investigates ways to enable this socio-technical paradigm shift, relying on the collective knowledge and expertise from research and innovation in practice to transform traditional supply chains into dynamic supply networks. The consortium is composed of dedicated partners that aim to leverage the potential of digitalisation to enable tracking, tracing and linking CDW using state-of-the-art decentralised, networked web technologies with decomposed asset data in Building Information Models and Digital Twins. Furthermore, behavioural research aims to stimulate the adoption of these technologies and the associated actions and procedures. That includes co-design studies with relevant partners and stakeholders (contractors, clients, engineering companies, waste management companies and product manufacturers) and a detailed investigation of existing and emerging material flows. New business processes and decision-making models are developed with a clear focus on upscaling these flows into CDW supply networks.