Menu English

Wat doen vakdocenten al aan leesbevordering?

Door Mariska Okkinga, onderzoeker

Er wordt steeds minder gelezen. Het effect daarvan is te voelen in het onderwijs. Zo merken docenten dat studenten het lastig vinden om zelfstandig voor te bereiden, zodra er lange stukken tekst gelezen moeten worden. Het lezen onder studenten zou daarom een gemeenschappelijk doel moeten zijn. Maar wat doen vakdocenten binnen Hogeschool Rotterdam aan leesbevordering? Docent-onderzoeker Mariska Okkinga deed onderzoek en deelt in dit blog de eerste resultaten.

Op Hogeschool Rotterdam wordt voortdurend aan studenten gevraagd om teksten te lezen. Meestal betreft dit vakliteratuur of studieboeken waarbij vakkennis opdoen het belangrijkste doel vormt. Met de start van ‘Heel Rotterdam Leest’, vroegen WERKplaats Taal en het Kenniscentrum Talentontwikkeling zich af wat vakdocenten al doen aan leesbevordering, zowel op het gebied van fictie als non-fictie. In het studiejaar 2021/2022 is daarom een inventarisatie gedaan naar leesinitiatieven die docenten hebben opgestart en zijn een aantal docenten geïnterviewd over ‘hun’ leesinitiatief. In deze bijdrage worden de resultaten van deze inventarisatie gepresenteerd, met de hoop om andere docenten te inspireren om zelf leesinitiatieven op te starten. 

Inventarisatie van initiatieven

Voor het begin van de zomervakantie in 2021 is een korte vragenlijst binnen de hogeschool uitgezet om inzicht te krijgen bij welke opleidingen leesinitiatieven plaatsvinden en wat de initiatieven in het kort behelzen. Er waren 25 reacties vanuit verschillende instituten en opleidingen. Uit de reacties op de vragenlijst zijn 4 opleidingen (met in totaal 5 leesinitiatieven) gekozen om nader te bekijken. We wilden bijvoorbeeld weten: wat houdt het leesinitiatief precies in? Hoe wordt het leesinitiatief gefaciliteerd? En: wat vinden de studenten ervan? De betreffende docenten zijn middels een interview op een aantal hoofdthema’s bevraagd.

“Meer liefde voor taal”

Een grote gemene deler tussen alle initiatieven is dat docenten “meer liefde voor taal” willen bijbrengen. Het gaat ze vooral om de studenten aan het lezen te krijgen en ze leesplezier te laten ervaren. Hoewel veel studenten aangeven geen lezers te zijn, merken docenten een verandering in de leesattitude van hun studenten, al is het wel een “kwestie van een lange adem”.

Andere doelen hadden te maken met het vak waarvoor de studenten worden opgeleid, zoals “een andere manier van kennisverwerving, dan via de gebruikelijke vakliteratuur” en de studenten een bredere blik gunnen op hun toekomstige beroep.

Meestal integratie vakinhoud en lezen

Bij drie van de vijf leesinitiatieven wordt het lezen van een boek dan ook gekoppeld aan de vakinhoud. Docenten stelden een leeslijst samen waaruit studenten één (of meerdere boeken) kozen om te lezen. Vervolgens werden er opdrachten gekoppeld aan het lezen van de betreffende boeken, zoals het schrijven van een recensie of het maken van een vlog. Bij één opleiding werd aan studenten gevraagd om een verslag te schrijven over wat het gelezen boek heeft bijgedragen aan hun kennisverwerving en op welke wijze het boek de studenten heeft beïnvloedt bij het bedenken van een product. Opvallend aan de initiatieven is dat de docenten het belangrijk vinden dat studenten met elkaar praten over het gelezene, voordat de opdracht (individueel) wordt gemaakt. Het idee is dat discussiëren over het gelezen boek bijdraagt aan een diepere betekenisgeving en aan groter begrip van de vakinhoud.

Twee van de vijf initiatieven gingen anders te werk: in het ene staat poëzie centraal, terwijl in het andere om vrij lezen gaat. Om poëzie te introduceren en daarover in gesprek te gaan, selecteerde de docent voorafgaand aan de les een gedicht en droeg dat voor. Ook studenten werd gevraagd om het gedicht voor te dragen. Vervolgens vond een groepsgesprek plaats over de associaties bij het gedicht en de technische aspecten ervan. Bij het vrij lezen ging het de docenten alleen om leesplezier kweken bij de studenten. Vrij lezen is dus letterlijk vrij lezen: studenten mochten zelf kiezen wat ze lazen, zonder een opdracht erbij. De coaching van de docent is hierin cruciaal, om studenten te begeleiden in het kiezen van een boek of strip waar ze leesplezier uit halen, als ze zelf geen idee hebben wat ze willen lezen. Eén docent merkte op: “Jij bent het voorbeeld voor de studenten, dus praat in de les over wat je zelf leest in je vrije tijd”.

Ondersteuning vanuit de opleiding

Hoewel het management wel een belangrijke rol speelt in het succesvol faciliteren van de leesinitiatieven, kwam dit niet heel duidelijk naar voren uit de interviews. Dat een leesinitiatief in stand blijft, lijkt dus vooral te danken aan die ene enthousiaste docent die er zich voor in zet. Maar bij het wegvallen van die docent, houdt het initiatief vaak ook op. Bij een aantal opleidingen worden de

initiatieven wel financieel gefaciliteerd, bijvoorbeeld door het verstrekken van bibliotheekpassen of het aanschaffen van de leeslijst voor in de mediatheek. Al met al kan geconcludeerd worden dat leesbevordering op Hogeschool Rotterdam bij docenten hoog op de prioriteitenlijst staat en dat daar succesvolle initiatieven uit zijn voortgekomen. Nu is het zaak het momentum vast te houden en ervoor te zorgen dat leesbevordering ook hoog op de agenda komt van management, opleidingen, instituten en het CvB!

Tips om zelf een leesinitiatief te starten:

  • Betrek het management bij het leesinitiatief
  • Maak het leesinitiatief onderdeel van een vak en integreer het boek met de vakinhoud
  • Zorg ervoor dat studenten gemakkelijk aan de boeken kunnen komen (via biebpas of de mediatheek)
  • Zorg voor keuzevrijheid, maar wel aan de hand van een leeslijst
  • Bedenk dat een lange adem nodig is – leesplezier kweken gaat niet over één nacht ijs

Naar de webpagina van Kenniscentrum Talentontwikkeling.