Menu English

“Studievereniging is een mooi verlengstuk van je opleiding”

02 juni 2020

Een breder netwerk, ondersteuning bij je studie en natuurlijk (digitale) feestjes. Twee bestuursleden van studieverenigingen vertellen hoe belangrijk het is om je bij zo’n vereniging aan te sluiten.

Bas van de Meeberg snapte er niets van toen hij vorig collegejaar aan zijn studie Creative Marketing & Sales begon. Toen hij vroeg of er een studievereniging was verbonden aan de opleiding, luidde het antwoord namelijk ‘nee’. Terwijl hij uit ervaring wist hoe waardevol zo’n vereniging kan zijn voor studenten.

“Voordat ik naar Hogeschool Rotterdam kwam, studeerde ik Biologie aan de Universiteit van Utrecht. Daar was het bijna vanzelfsprekend dat je je aansloot bij de studievereniging, die al in 1924 werd opgericht”, aldus de eerstejaars. “Niet alleen voor de gezelligheid, maar vooral voor het uitbreiden van mijn netwerk en ondersteuning tijdens mijn studie. Het verbaasde me dan ook dat er bij Creative Marketing & Sales geen studievereniging was.”

Stoute schoenen

Dus trok Bas zelf de stoute schoenen aan door SV Rotterdam Creative Capital op te richten. Dankzij enthousiaste medestudenten en docenten was er vrij snel een bestuur gevormd. Daarna was het zaak leden te werven, maar dat was geen eenvoudige opgave. Zeker niet omdat de coronacrisis wild om zich heen sloeg.

“Normaal gesproken zijn feestjes de ideale manier om mensen enthousiast te krijgen voor een studievereniging”, weet Bas. “Maar dat is een stuk lastiger als je niet met grote groepen bij elkaar mag komen en alles digitaal moet gebeuren.” Op Instagram (@sv_rcc) startte de studievereniging met een rubriek waarin docenten laten zien hoe zij omgaan met onderwijs op afstand. “Voordat we daarmee begonnen hadden we 20 volgers, maar na de eerste post waren dat er al 60. Het is heel leuk om te zien hoe zoiets eenvoudigs voor groei kan zorgen. Verder hebben we een online pubquiz georganiseerd, waar 25 mensen aan meededen. Zo proberen we in deze tijd leuke dingen te bedenken voor onze volgers en leden.”

(Foto: De online pubquiz van SV Rotterdam Creative Capital was een groot succes)

De komende maanden hoopt de studievereniging een plan te ontrollen voor het begin van het nieuwe collegejaar. De kans is groot dat de meeste activiteiten tegen die tijd nog altijd online zullen plaatsvinden. Of op locatie in kleine groepjes. “We willen echt iets moois neerzetten voor de eerstejaars. Normaal gesproken leer je tijdens de introductiedagen heel veel mensen kennen. Dan weten ze in het vervolg bijvoorbeeld bij wie ze kunnen aankloppen als ze hulp nodig hebben bij een bepaald project. Dat is heel waardevol. Verder kunnen ze bijvoorbeeld van ouderejaars leren hoe het is om te hospiteren als je op zoek bent naar een kamer. Ook dat soort dingen kunnen heel belangrijk zijn als je nieuw bent in het studentenleven.”

Bas merkt dat er nog steeds een misverstand bestaat over wat een studievereniging precies inhoudt. Hij benadrukt dat het géén studentenvereniging is. “Dat is totaal iets anders en staat volledig los van de onderwijsinstelling. Terwijl een studievereniging juist een verlengstuk is van je opleiding. Ja, we organiseren leuke dingen. Maar het gaat vooral om de ondersteuning die je kunt krijgen tijdens je opleiding en de verbetering van het onderwijs. Daar staan wij voor.”

Aansluiting op onderwijs

Wouter Sipma sluit zich daar volledig bij aan. Hij is commissaris Studie & Activiteiten bij UNFC, de studievereniging van de opleiding Maritieme Techniek en vindt het prachtig om evenementen te organiseren waarbij studenten in contact worden gebracht met bedrijven. Zo was er twee weken geleden nog een zogenaamde lunchlezing via Teams. “Die lezing werd gegeven door iemand van een bedrijf dat bepaalde rekenmethode uitvoert in de maritieme sector. Studenten zagen hoe de rekensommetjes die ze tijdens hun opleiding leren in de praktijk worden gebracht. De lezing sloot perfect aan bij het onderwijs dat de tweede- en derdejaars krijgen.”

Voordat de coronacrisis uitbrak werden dergelijke sessies altijd op de hogeschool georganiseerd. Verder konden leden van UNFC (Ut Navem Futuri Creemus) zich regelmatig inschrijven voor een excursie naar bedrijven. Wouter: “Zo zijn we een keer van donderdagavond tot en met vrijdagavond op bezoek geweest bij maritieme bedrijven in Noord-Holland en Groningen. We zaten met eerste-, tweede-, derde- en vierdejaars gebroederlijk in een bus. Naast de leerzame rondgang langs de bedrijven hebben we pizza gegeten en een biertje gedronken. Zo proberen we de verdieping van onze opleiding te combineren met gezelligheid.”

(Foto: UNFC op excursie voordat de coronacrisis uitbrak. Linksvoor zit Wouter Sipma.)

In tegenstelling tot de kersverse vereniging SV Rotterdam Creative Capital bestaat UNFC al 51 jaar, en dat is duidelijk te merken. De commissaris: “Vorig jaar kregen we tijdens het jubileum een vitrinekast vol relikwieën van het allereerste bestuur. Die mannen zijn nu in de 70 en zijn nog steeds betrokken bij de vereniging. Geweldig toch? Als ik ben afgestudeerd weet ik zeker dat ik ook verbonden blijf. UNFC’er ben je voor het leven.”

La Casa de Papel

De grootste overeenkomst tussen Bas en Wouter is hun gedrevenheid. Hun enthousiasme kruipt bijna door de telefoon tijdens de interviews. ‘Missie’ is misschien een groot woord, maar ze doen niets liever dan medestudenten de helpende hand bieden. “Ik vond La Casa de Papel echt een heel toffe serie op Netflix en die heb ik er binnen een week doorheen gejaagd. Maar ik ben veel liever bezig met leuke dingen bedenken voor de studievereniging”, aldus de oprichter van SV Rotterdam Creative Capital. “Mensen bij elkaar brengen, verenigingen dus, is voor mij het mooiste dat er is.”

Wat dat betreft is het verlangen naar fysieke ontmoetingen groot. Wouter mist vooral het kantoortje van UNFC op de hogeschool. “Daar zitten wij als bestuur normaal gesproken en iedereen kon er altijd binnenlopen. We zullen creatief moeten zijn om ook in deze periode mooie dingen neer te zetten voor onze leden en studenten die lid willen worden. We doen er alles aan om een belangrijke aanvulling op de opleiding te blijven.”