Menu English

Smoorverliefd op duurzaamheid dankzij minor Waterworld

27 januari 2020

Met ‘Waterworld: The Energy Transition at Sea Symposium’ komt er voor Maritieme Techniek-student Nina Beekmann een eind aan de gelijknamige minor, die veel bij haar teweeg heeft gebracht. “Het heeft mijn ogen geopend.”

Ze wist het zeker: mijn toekomst ligt in het ontwerpen van zeiljachten. Nina Beekmann zeilt al haar hele leven en tijdens het kijken naar een race met ultramoderne jachten besloot ze ontwerper van dergelijke vaartuigen te willen worden. De keuze voor de opleiding Maritieme Techniek was voor haar niet meer dan logisch.

Maar toen ze kon kiezen tussen de minor Waterworld: The Energy Transition at Sea en de minor Yachts and Smartcrafts koos ze toch voor de eerste. “Ik wilde eerst zes maanden mijn horizon verbreden, het ontwerpen van zeiljachten kwam later wel tijdens mijn afstuderen”, vertelt de 22-jarige Nina in het Rotterdam Mainport Institute aan de Lloydstraat. Ze begint te lachen. “En toen ben ik helemaal omgeslagen. Ik wil nu niets anders meer dan me bezighouden met de energietransitie op het water. Duurzaamheid grijpt mij veel meer aan dan dure zeiljachten. Ik heb nu echt het idee dat ik een verschil kan maken voor de maatschappij in de energietransitie.”

De minor Waterworld draait met name om waterstof, dat de komende decennia een belangrijke rol gaat spelen in de transitie van fossiele naar duurzame brandstoffen. Oude olie- en gasplatformen op de Noordzee worden heringericht zodat er dankzij windenergie waterstof geproduceerd kan worden. Er wordt gekeken of waterstof via bestaande pijpleidingen naar het vasteland kan worden getransporteerd en daar worden gebruikt als brandstof voor auto’s en bussen.

“Er is zo veel mogelijk om iets aan de milieuproblematiek te doen”, zegt ze. “Maar dan moeten we dat wel daadwerkelijk gaan doen. Daarom is het belangrijk dat wij als ingenieurs worden opgeleid, die hiermee aan de slag kunnen. Ik heb tijdens de minor ontdekt dat ik dat echt veel zwaarder vind wegen dan een mooie en dure boot ontwerpen. Hoe meer ik met duurzaamheid bezig ben, des te groter mijn passie voor dit onderwerp. We hebben met alle studenten echt het idee dat we de wereld een beetje beter kunnen maken. Ik vind het heel vet om op zoek te gaan naar oplossingen.”

Ammoniak

In de minor ontwierp ze met haar medestudenten windturbineparken voor op zee, onderzocht ze hoe waterstof het best geproduceerd en vervoerd kan worden en zocht ze uit of de windturbines kunnen drijven, zodat ze ook op grotere diepten gebruikt kunnen worden. Daarnaast deed ze in opdracht van een bedrijf onderzoek naar welke schepen geschikt zouden zijn om op ammoniak te varen. Alles om zo min mogelijk gebruik te maken van fossiele brandstoffen.

Nina vond het vooral leuk om samen te werken met haar medestudenten. “Vooral ook omdat het niet alleen studenten van de opleiding Maritieme Techniek waren, maar bijvoorbeeld ook van Werktuigbouwkunde en Maritiem Officier. Alleen door op deze manier samen te werken kun je tot de juiste oplossingen komen. Verder was het mooi om al met bedrijven in contact te komen. Daar moet het toch écht gaan gebeuren.”

Vegetariër

Ook in haar privéleven heeft duurzaamheid een belangrijkere rol gekregen. Voorheen at Nina regelmatig vlees. “Nu ben ik vegetariër, haha.” Bij andere studenten proefde ze ook steeds meer enthousiasme en bewustwording op dit gebied. Daarom besloten ze zo veel mogelijk ruchtbaarheid aan de afronding van de minor te willen geven. Het resultaat is het ‘Waterworld: The Energy Transition at Sea Symposium’ dat op 31 januari plaatsvindt. Studenten presenteren daar het eindresultaat van hun projecten en er zullen verschillende sprekers hun kennis over duurzame oplossingen voor op zee met de aanwezigen delen.

Terwijl aanvankelijk het plan was na de presentaties alleen een borrel te organiseren. “Maar voordat we het wisten groeide het uit tot een groot evenement, waarbij de Rotterdamse waterstofoplossing centraal staat. Er zullen ook verschillende bedrijven aanwezig zijn, die met dit onderwerp te maken hebben. En er komt iemand van TNO spreken. Dat tekent niet alleen de gedrevenheid van de ambitieuze studenten, maar ook de grote interesse van de praktijk. Eigenlijk hadden we een klaslokaal in Blue City gereserveerd, maar al snel werd duidelijk dat we daar niet met 150 mensen in zouden passen. Dus hebben we nu een grote ruimte bij GustoMSC in Schiedam tot onze beschikking. Het symposium wordt de kers op de taart van de minor, die mij niet alleen heel veel heeft geleerd, maar ook mijn ogen heeft geopend.”