Menu English

Internationalisering bij Hogeschool Rotterdam

Interview met lector Leo Klienbannink

27 juni 2018

Internationalisering van het hoger onderwijs is de laatste dagen flink in het nieuws. 4 juni stuurde de onderwijsminister haar langverwachte visie op internationalisering naar de Tweede Kamer. In dit interview vertelt lector Leo Klienbannink hoe Hogeschool Rotterdam invulling geeft aan internationalisering.

"Neem nou die zaakjes hier in Rotterdam die Italiaanse koffie schenken met hun eigen barista's. Dat is ook internationalisering! Waarom zie je die barista's ook in vergelijkbare metropolen zoals Antwerpen of Marseille? Waarom ligt de oorsprong in Italië en is dat eigenlijk wel zo? Dat je je als eigenaar gaat afvragen waarom die Eritreeër hier op de hoek niet naar jouw zaak komt? Drinken zij wellicht geen koffie? Je daarin verdiepen als mkb-er, dat is intercultureel nadenken."

Internationalisering van het hoger onderwijs is de laatste dagen flink in het nieuws. 4 juni stuurde de onderwijsminister haar langverwachte visie op internationalisering naar de Tweede Kamer. Profielen reageerde dezelfde dag met een artikel en een paar dagen later gaven via het platform van Profielen docenten en studenten van Hogeschool Rotterdam hun mening. Daarbovenop verscheen er een artikel in MKB Magazine Rotterdam met onder andere Leo Klienbannink over het onderwerp.

Vlak voordat minister Van Engelshoven haar visie uitbracht, gaf lector Internationalisering Leo Klienbannink op 24 mei jl. zijn openbare les. Tijdens die les gaf hij inzicht in hoe Hogeschool Rotterdam al met internationalisering bezig is. We gingen nog een keer bij hem langs om de aanpak van de hogeschool langs die van de minister te leggen.

Opvallend was dat in alle berichtgevingen over dit onderwerp het louter ging over Engelstalig onderwijs. Maar internationalisering is meer dan dat. Sterker, taal is maar een klein onderwerp, vertelde Klienbannink in zijn openbare les. Ook in dit gesprek dreigen we het veel te lang over dit ene aspect van internationalisering te hebben.

Van Engelshoven heeft het in haar brief over een evenwichtige benadering van internationalisering (kwaliteit, toegankelijkheid, doelmatigheid en verbinding met de omgeving). Klienbannink: "Ik denk dat wij met de hogeschool hier prima invulling aan geven met de Driehoek Internationalisering en de WERKplaats Internationalisering. Opleidingen kunnen zelf vorm geven aan hun ambities vanuit hun eigen profiel en de boodschap van inclusiviteit, superdiversiteit en interculturele sensitiviteit. Het is goed dat daarin, wat het Engels betreft, het arbeidsmarkperspectief wordt genoemd. Dat is onze benadering steeds geweest."

Rekening houden met elkaars culturen

In het gesprek komt de Driehoek Internationalisering naar voren. Het is een steeds vaker gebruikt 'hulpmiddel' in de hogeschool. De driehoek is gemaakt in de WERKplaats Internationalisering en ontwikkeld binnen het inspiratieplatform, iedereen had een inbreng in de ontwikkeling.

"Met onze Driehoek Internationalisering en boodschap sluiten we goed aan bij wat Van Engelshoven noemt 'de inbedding van internationalisering' in de instellingsbrede visie op onderwijs, onderzoek en kennisbenutting. Ook de VH/VSNU legt een nadruk op inclusieve internationalisering, met aandacht voor professionalisering en diversiteit. Ik kan niet anders zeggen dan dat Hogeschool Rotterdam deze lijn al heeft ingezet."

Heel veel nationaliteiten zijn al trilinguistisch en bicultureel. Iedereen, ook de studenten van de hogeschool, nemen hun eigen cultuur mee, maar allemaal met een bepaalde sensitiviteit. Klienbannink: "Dat bedoel ik met inclusiviteit en diversiteit. Zo creëer je als student bij ons een competitive advantage. Niet alleen bedrijven vinden dat belangrijk, ook publieke organisaties.

Internationaal congres

Nuffic (Nederlandse organisatie voor internationaal onderwijs) is erg gecharmeerd van onze driehoek. Een collega hogeschool is op bezoek geweest en die heeft inmiddels een vergelijkbaar concept binnen hun instituten neergezet. Daar mogen we als hogeschool trots op zijn. "Ja, we mogen ons best wel wat meer op de borst kloppen. In november organiseren we, samen met onze partners, een breed congres over internationalisering. Daar ligt een kans om ons te laten zien."

Op dit moment hebben vier hogescholen een lector Internationalisering. Bij de Haagse Hogeschool is onlangs Jos Beelen als lector Global Learning benoemd. Den Haag en Rotterdam hebben nagenoeg dezelfde opgave als diverse stad en hebben nauw contact. In Leeuwarden (NHL Stenden) en in Hogeschool Zuyd zitten ook lectoren, maar die hebben een andere benadering. Zuyd en NHL Stenden hebben een andere omgeving dan Rotterdam en Den Haag en stellen andere vragen aan internationalisering. Niettemin trekken de vier hogescholen samen op met betrekking tot internationalisering, waarbij ook de Hanzehogeschool en Nuffic zijn aangesloten.

Good practice

Klienbannink hoeft niet lang na te denken om een goed voorbeeld te geven binnen Hogeschool Rotterdam. "Dat is Watermanagement waarbij wij samenwerken met de plaatselijke universiteit. Ook in de landelijke visiestukken is dit project als good practice opgenomen. Samen met de Universiteit van Indonesië kijken wij naar het probleem waar Indonesië mee worstelt. Je test toepassingen samen in de praktijk en je test meteen hoe de samenwerking verloopt. Samen wordt er gewerkt aan een oplossing, met de sterktes uit beide culturen."

Alle vijf grote onderwijsorganisatie van Rotterdam hebben zich inmiddels verzameld: Thomas More, Codarts, Erasmus Universiteit, InHolland en de hogeschool. We gaan ons verbinden en maken samen met de gemeente Rotterdam één onderzoeksagenda. "Er is zoveel enthousiasme en animo om samen te werken. Totaal niet competitief. Dat vind ik een heel mooie ontwikkeling," sluit hij af. Alhoewel afsluiten niet het goede woord is, Leo Klienbannink is nog lang niet uitgepraat over zijn visie op internationalisering in het onderwijs.