Menu
    English

    Hoger beroepsonderwijs in 2030: “Veel bewuster omgaan met digitalisering samenleving”

    In deze serie nemen we een kijkje achter de schermen bij de bundel ‘Hoger beroepsonderwijs in 2030’, die onlangs is verschenen. In de tweede aflevering neemt lector Ben van Lier de digitalisering van de samenleving onder de loep.

    Hij is lector Internet of Things, verbonden aan ons Kenniscentrum Creating 010, directeur Strategie & Innovatie bij IT-bedrijf Centric en heeft talloze publicaties op zijn naam staan over onder meer de digitalisering van de samenleving. Ook voor de bundel ‘Hoger beroepsonderwijs in 2030’ schreef hij een essay over dit onderwerp. 

    Maar wat is digitalisering van de samenleving nou eigenlijk?

    “Wat wij nu aan het doen zijn; met elkaar spreken via Teams. Maar ook naar een Smart TV kijken, Netflixen, naar Spotify luisteren, een smartphone gebruiken, noem alles maar op. Maar ook rellen creëren door gebruik te maken van middelen die voor de overheid minder toegankelijk zijn, zoals Telegram. Dat is de digitalisering van de samenleving, en die is al heel ver gevorderd. Ook bij Hogeschool Rotterdam. Neem alleen al Hint. En alles wat gebeurt rond medewerkers zit in een digitaal systeem, lessen worden nu online gegeven. Overal waar we gebruik van maken zit data-informatie in, alleen zijn we ons daar nog niet altijd bewust van. De komende tien jaar zullen we nóg meer zien dat élk apparaat dat we gebruiken met een netwerk wordt verbonden. Denk aan deurbellen met een camera, koelkasten met digitale schermen, auto’s die zelf kunnen inschatten hoe hard ze moeten rijden en afremmen.”

    Wat betekent dat voor de samenleving?

    “Laten we bij het voorbeeld van de auto blijven. Een auto met adaptive cruise control is een softwaresysteem op wielen. De auto kan dankzij algoritmesoftware en data het rijgedrag aanpassen zonder menselijke tussenkomst. Daar denken we te weinig over na. Het is een gadget voor mensen. We gebruiken het en daarmee klaar. We zijn ons niet bewust van de gevolgen. Bijvoorbeeld voor alle garages in Rotterdam. Mogelijkerwijs moet een aantal van hen over een paar jaar hun deuren sluiten, omdat ze geen toegang hebben tot de data van die auto’s of te weinig kennis hebben van de software. De data en informatie van de auto komen steeds meer in handen van producenten van de auto, zoals Tesla. Zo neemt de kans toe dat kleine garages uit de samenleving verdwjinen.”

    Het draait dus vooral om data die in handen komt van anderen?

    “We gebruiken bijna allemaal een Smart TV zonder door te hebben dat dat eigenlijk een computer is die allerlei gegevens doorstuurt naar de fabrikant. Dat staat ook gewoon in de kleine lettertjes, hoor. Dus daar stem je mee in zodra je zo’n tv koopt. Maar niemand heeft ooit nagedacht over de beveiliging van die dingen. En dan heb ik het nu alleen nog maar over zaken die wij als consument gebruiken. In de industrie gaat de ontwikkeling van dit soort toepassingen nog veel sneller. De toepassing van algoritmes en software in machines en producten en de verbinding daarvan in netwerken wordt steeds vanzelfsprekender. De digitale ontwikkelingen nemen een enorme vlucht.”

    Met als gevolg?

    “Onze samenleving wordt door de toenemende digitalisering ook steeds onveiliger, omdat we niet in de gaten hebben wat digitalisering betekent voor de veiligheid van de objecten en wat deze onveiligheid op zijn beurt voor gevolgen kan hebben voor ons als mens. Er is al geprobeerd om Smart TV’s te hacken om Bitcoins te minen. Er gebeuren dus dingen op onze tv zonder dat we het in de gaten hebben. Dat is nog een klein probleem vergeleken met ransomware-aanvallen op fabrieken, universiteiten of ziekenhuizen.”

    Wat kunnen we daaraan doen?

    “We moeten ons bewuster worden van de nieuwe risico’s en bedreigingen die voortkomen uit al die apparaten die aan netwerken zijn verbonden. Fabrieken, laboratoria en ziekenhuizen komen stil te liggen omdat ze worden aangevallen met ransomware, waarna losgeld wordt gevraagd voordat de werkzaamheden kunnen worden hervat. We bevinden ons in een grenzeloos netwerk waar grenzeloos veel apparaten aan worden verbonden. We hebben niet in de gaten wat de gevaren daarvan zijn.”

    Zitten er ook nog positieve kanten aan de digitalisering van de samenleving?

    “Vanuit het oogpunt van de gebruiker natuurlijk wel. Als mensen het niet leuk zouden vinden, zouden ze het niet gebruiken. Zelf zie ik de voordelen van bijvoorbeeld TikTok niet zo, maar als ik om me heen kijk zie ik heel veel gezinnen met jonge kinderen die het gebruiken. Zonder dat iemand de vraag stelt: wat betekent het om de data van jouw kinderen in een Chinees netwerk te stoppen? Het bewustzijn moet in een hoog tempo groeien, dat kan ik niet vaak genoeg benadrukken.”

    Wat betekent de digitalisering voor het onderwijs?

    “We kunnen als onderwijs niet denken: dit probleem moeten anderen maar oplossen. Nee, ook wij zijn er verantwoordelijk voor dat we er op een bewuste manier naar kijken. Digitalisering is overal, in elke opleiding en in elke baan, waar onze studenten uiteindelijk in terecht komen. Hoe meer we weten over de voortschrijdende digitalisering van de samenleving, des te meer kansen dit kan opleveren. Binnen vijf jaar kan een student alleen nog maar een baan vinden als hij of zij iets afweet van digitalisering. We zitten er middenin en kunnen er niet meer uit. Dus digitalisering moet nadrukkelijker aandacht krijgen binnen het onderwijs.”

    Het is geen bubble die op een gegeven moment uit elkaar barst?

    “Het is ondenkbaar dat er een stop komt in de samenleving op het gebruik van informatietechnologie. Ik denk niet dat we ooit weer in grotten gaan wonen. We gaan niet minder bestellen in webshops, we gaan niet minder vaak onze boodschappen online doen, we gaan onze zonnepanelen niet loskoppelen van het netwerk waarmee ze zijn verbonden. Het is niet te stoppen. We gebruiken heel veel technologie, maar we verdiepen ons niet in wat dit betekent. Gebruiksgemak is voor de consument belangrijker dan privacy.”

    Is de door jou gewenste bewustwording nog wel reëel? Iedereen zet zonder nadenken nieuwe apps op de telefoon.

    “Laat ik WhatsApp als voorbeeld nemen. Voor mij blijft het raar dat mensen op een bericht reageren dat zogenaamd door zijn of haar kind of vriend is verstuurd, maar vanaf een ander nummer, met de vraag of er geld kan worden overgemaakt. Bel je dan niet even met je kind of vriend? Verdiep je je dan niet in wat er in die paar regeltjes staat? Wat is dat?”

    Luiheid?

    “Dat vind ik een mooie term in dit verband. Als mens zijn we lui geworden in het willen begrijpen van  de wereld waarin we leven. De samenhang tussen de digitale technologie die ons omringt en ons tegelijkertijd als mens stuurt, begrijpen we steeds minder goed. Dat leidt tot probleem die we nu nog niet kunnen overzien. Door schade en schande zullen we wijzer worden.”

    Mensen lezen dit interview op een desktop, laptop, telefoon of tablet. Heb je een tip voor hen?

    “We wonen, leven en werken in een digitale samenleving. Leer hoe je daarmee om moet gaan. Wat gebeurt er met jouw data als je een apparaat gebruikt? Door vragen te stellen en op zoek te gaan naar antwoorden, zal het bewustzijn groeien.”

    In de volgende aflevering neemt lector Fleur Prinsen het onderwerp 'leren in de toekomst' onder de loep.

    Suggesties

    De volgende hoofdstukken van de bundel hebben een raakvlak met het onderwerp ‘digitalisering van de samenleving’.

    1. Naar een datagedreven samenleving: uitdagingen (Sunil Choenni, Mortaza S. Bargh en Niels Netten)
    2. De digitale ecologie van 2030: Leven, werken en leren in een digitale samenleving (Ben van Lier)
    3. Communicatie, burgerschap en kunstmatige intelligentie (Paul Rutten, Maaike Harbers, Lotte Willemsen)
    4. Digital transformations and their design, Renewal of the socio-technical approach (Mortaza S. Bargh, Peter Troxler)
    5. Data Literacy, Critical Competences of Digital Transformation (Shengyun (Annie) Yang)

    De bundel

    De omgeving van het hoger beroepsonderwijs is volop in beweging. Veranderingen in de maatschappij, het werkveld en het onderwijsstelsel volgen elkaar niet alleen in hoog tempo op, maar versnellen en versterken elkaar ook steeds vaker. Dat is voelbaar in de klas, in de docentenkamer en aan de bestuurstafel. En het dwingt hogescholen om zich gedegen voor te bereiden op wat de toekomst (mogelijk) nog meer van hen verwacht.

    Daarom heeft Hogeschool Rotterdam haar lectoren gevraagd om over het hoger beroepsonderwijs in 2030 na te denken, met deze bundel als resultaat. Met maar liefst 26 toekomstverkenningen en -visies van lectoren rondom de thema’s ‘maatschappelijke opgaven en transities’, ‘voorbereiden op een veranderend werkveld’ en ‘doel en functie van het onderwijs’ worden de belangrijkste ontwikkelingen, bezien vanuit alle domeinen die Hogeschool Rotterdam rijk is, in kaart gebracht. In het laatste deel worden deze bijdragen samengevat in vier overkoepelende scenario’s die schetsen hoe het hbo er in 2030 uit zou kunnen zien. Daarmee beoogt deze bundel iedereen die aan de toekomst van het hoger beroepsonderwijs werkt te bewegen tot en te inspireren bij een goede voorbereiding. Maar nodigt hij vooral uit om daarover in gesprek te gaan en zo de toekomst samen vorm te geven.

    De bundel ‘Hoger beroepsonderwijs in 2030’ lees je hier.