Menu English

Ontmoeting 20

Ron Bormans geniet van gesprekjes tussen ouders en hun kinderen op de open dag, maar is een beetje bezorgd over de ouderbetrokkenheid. Voorts signaleert hij: het kwaliteitsprogramma Focus gaat vruchten gaat afwerpen in de vorm van 129 docenten erbij. Ook is hij betrokken bij de opzet van een intensief verbeterprogramma voor de opleiding MWD en verhaalt hij met trots over de pas afgestudeerde Peter, die de Overtref Jezelf Beurs won.

Zaterdag 9 november: "Als ze verkeerd zitten, zitten ze in feite goed"

Onze open dag: voor veel aanstaande studenten de eerste echte kennismaking met het hbo en onze hogeschool. Ik begin mijn 'rondje langs de velden' op onze locatie Kralingse Zoom. Het is er al vroeg gezellig druk. Ik ben er erg op gespitst of onze boodschap van een strengere aanmelding overgekomen is. We willen studenten stimuleren zich vroeg (voor 1 mei) in te schrijven en goed na te denken over hun keuze. Daarom  hebben we besloten elke aanmelder aan een test te onderwerpen en een gesprek mee te voeren om na te gaan of de gemaakte keuze de goede is. Doe je daar niet aan mee, kom je er niet in. De grote collegezaal zit goed vol. Onze collega houdt een helder verhaal over onze financiële opleidingen. Midden in een zin loopt iemand de zaal uit. Ad rem refererend aan ons strengere beleid zegt hij: "Als ze verkeerd zitten, zitten ze in feite goed." Oftewel het is heel belangrijk om goed te weten wat je niet wilt en wat je wel wilt. We zijn strenger geworden, niet om mensen te weren. We zijn strenger geworden om mensen te stimuleren over hun keuze na te denken.

Even later zit ik bij de voorlichting over onze opleiding Bedrijfseconomie (BE). BE is een kwetsbare opleiding wat betreft het rendement: teveel studenten vallen uit, met name in de eerstejaars. De collega's van BE zijn met steun van het College van Bestuur een offensief gestart om die uitval tegen te gaan: meer lesweken, vier dagen per week op school, een eigen gang voor de eerstejaars, snel en duidelijk toetsen. De baas van de opleiding doet zelf de voorlichting. Hij licht het waarom van al die structuur treffend toe: "Jullie zijn voor ons zeker student, maar die 's' is in het begin nog wat klein." Je merkt in de zaal dat dat verhaal van 'structuur en aanpakken' aanslaat, met name bij de ouders. "Gaat de hogeschool dit bij alle opleidingen invoeren?", vraagt een vader hoopvol. Ik zie de collega aarzelen of hij mij het woord moet geven maar doet dat uiteindelijk niet. "Niet overal, wel daar waar het moet."

Ik rij langs alle locaties en geniet het meest van die korte gesprekjes tussen ouders en hun kinderen, misschien omdat ik zelf kinderen in die leeftijd heb. Moeder: "Dat is echt iets voor jou!" Dochter: "Ja maar mam, het is ook echt wel saai hoor." Of de vader die, genietend van de typische lucht van de machines bij werktuigbouwkunde, zijn zoon aanspoort in zijn voetsporen te treden... Of de zoon die bij het naar buiten lopen zijn vader duidelijk maakt dat het echt niet de bedoeling is dat hij bij elke voorlichting een vraag stelt....

Leuke dag, maar met een zorgelijk randje. Veel ouders zijn aanwezig, maar die ouders vormen samen niet bepaald een afspiegeling van de studenten die bij ons studeren. En zonder die ouderbetrokkenheid bij de school, sta je als kwetsbare groep meteen toch al een beetje op achterstand...  Niet veel later komt een proefschrift uit van onze collega Mariëtte Lusse, die een aanpak ontwikkeld heeft voor vmbo-scholen waarmee scholen het contact en de samenwerking met ouders kunnen versterken. Toch eens mee gaan praten.

Maandag 11 november: 129 docenten extra voor de klas

Het is begrotingstijd. Het College van Bestuur spreekt met elk instituut (we hebben er 13) over de begroting van het komende jaar. Vandaag is dat het Instituut voor Financieel Management. Te midden van een vrij heftige economische crisis zijn wij als (hoger) onderwijs in de gelukkige omstandigheid dat de politiek ons relatief gezien uit de wind houdt. Ik kan het niet laten in elk begrotingsgesprek te benadrukken welke grote maatschappelijke verantwoordelijkheid dat bij ons neerlegt. Ik voel de behoefte om het geld dat wij krijgen te presenteren op een wat schrijnende manier. Niet heftig moeten bezuinigen moet niet een gevoel van comfort oproepen, maar een enorme druk om het nog beter te gaan doen.

Elk gesprek met de 13 instituten kent eenzelfde structuur. Eerst behandelen we de meer technische zaken opdat de begrotingen technisch goed zijn en we goed 'in control' zijn. Dan volgt het beleidsmatige gesprek waarin we duidelijke afspraken maken over de conversie van geld dat we stoppen in projecten en overhead naar geld dat we stoppen in extra docenten die voor de klas gaan staan. De kern van ons kwaliteitsprogramma Focus. We focussen op waar het om gaat: onderwijs. We gaan ook wat risicovoller begroten. We willen niet meer het risico lopen aan het einde van het jaar geld over te houden; wat de afgelopen jaren wel het geval was als gevolg van de combinatie van extra geld van de overheid dat te laat in het jaar beschikbaar komt en veilige en zuinige manieren van begroten die we zelf hanteren. Deze solide en conservatieve manier van begroten heeft ons een degelijke financiële basis verschaft (een relatief hoge solvabiliteit heet dat in het jargon, d.w.z. relatief veel eigen vermogen) op basis waarvan we nu net wat meer risico's durven te nemen.

Met als doel: meer mensen voor de klas brengen. En dat gaat ons lukken. De begrotingsronde die we in oktober/november gemaakt hebben, levert ons het komende jaar 129 extra docenten op. Dus 258 extra handen aan het bord.... Zo hard kan het gaan. Als je maar focust. Als je maar kiest.

Woensdag 20 november: "Bij jullie begint de verandering"

In het kader van ons kwaliteitsprogramma Focus hebben we kwaliteitsnormen ontwikkeld. De kwaliteitsnormen die ons extern worden opgelegd (door de NVAO) zijn voor ons heilig, maar we hebben daarenboven besloten ook zelf een kader te hanteren en op basis daarvan die opleidingen extra aandacht te geven die niet aan onze standaard voldoen. Dit beleid is het afgelopen jaar redelijk succesvol gebleken. Van de zeven betreffende opleidingen hebben er vier een stevige stap voorwaarts gezet. De opleiding Maatschappelijk Werk en Dienstverlening (MWD) helaas niet.

Het is soms balanceren tussen ruimte geven en ingrijpen. We geloven in het uitgangspunt dat teams de dragers van het onderwijs horen te zijn en we proberen de ruimte te scheppen dat teams die verantwoordelijkheid ook kunnen en gaan pakken. Het is bijna een wetmatigheid: opleidingen die gedragen worden door de teams van docenten en ondersteuners scoren hoog op alle relevante parameters, zoals de accreditering, studenttevredenheid en studiesucces. In het licht van dit beleid moet je als bestuur terughoudend zijn met ingrijpen. Maar soms is dat onvermijdelijk: als ruimte geven de verbetering niet brengt. We bespreken in de eerste weken van november in diverse samenstellingen wat ons te doen staat bij MWD. Er ligt een prima verbeterplan, maar de uitvoering moet veel beter.

Op donderdagavond 14 november krijg ik een mail van de directeur van het instituut waar MWD onder valt met het verzoek of we elkaar vrijdagochtend kunnen spreken. We spreken af om half negen. Hij laat me weten dat hij heeft moeten vaststellen dat zijn aanpak draagvlak verloren heeft en hij eerder dan afgesproken ruimte wil maken voor een andere aanpak. Ik spreek mijn waardering uit voor de openheid van iemand die ons veel gebracht heeft de afgelopen jaren.

Dat moment markeert de stroomversnelling. Ik besluit dat de opleiding met hoge frequentie (elke twee weken) gaat rapporteren aan het college over de uitvoering van het verbeterplan. We zetten er goede adviseurs naast. We halen het al eerder gecommuniceerde moment van wisseling in de leiding naar voren: Jeroen Oversier wordt directeur per 1 januari in plaats van 1 september. We gaan ad interim een mededirecteur benoemen die in het bijzonder belast gaat worden met het verbeterplan MWD. In het weekeinde spreek ik mijn netwerk aan om te komen tot een geschikte kandidaat. Dat lukt. Er wordt gepland dat hij dinsdag met een aantal direct betrokkenen spreekt, alsmede met een collega-bestuurder. De maandag gebruik ik om zelf gesprekken te voeren met direct betrokkenen en ik bel vertrouwelijk met de voorzitters van de Centrale Medezeggenschapsraad en de Instituut Medezeggenschapsraad. De dinsdag bespreken we het definitieve besluit en hoe we gaan communiceren. We gaan open communiceren richting studenten, collega's, directeuren en plaatsen een communiqué op onze site.

Woensdagmiddag, 15.15 uur, ga ik naar lokaal L02.112 om met docenten te spreken over de stand van zaken. Ik vertel wat ons idee is, nadat de directeur heeft uitgelegd waarom hij een half jaar eerder plaatsmaakt voor zijn opvolger. "Kan de directie niet ook aan ons rapporteren," vraagt een docent, "zodat ook wij weten wat speelt en de dingen kunnen doen die we moeten doen." Donderdag besluiten we dat we de leiding van de opleiding niet op de klassieke wijze vragen te rapporteren - dat wil zeggen in een vorm van eenrichtingsverkeer naar het College van Bestuur - maar dat er elke twee weken een document over de stand van zaken komt, waar ook docenten kennis van kunnen nemen en desgewenst op kunnen reageren. Ik noem dat een wikipedia-achtige manier van rapporteren. Maandag 25 november neem ik het geheel nog eens door met het managementteam van het instituut waar de opleiding MWD deel van uitmaakt. Ik laat een boodschap achter: "Bij jullie begint de verandering; jullie moeten een professionele cultuur laten zien, laten zien wat veranderen is, wat leren van elkaar betekent en dat samenwerking gaat helpen"

Donderdag 21 november: Excellentie in beroepsonderwijs

Donderdag 21 november reikt mijn collega Jan Roelof namens Hogeschool Rotterdam voor de tweede keer de 'Overtref Jezelf Beurs' uit. Voor deze beurs komen excellente studenten in aanmerking die onlangs een Honoursprogramma hebben afgerond. Soms komen alle aspecten van kwaliteit in een persoon samen: talent, ambitie, doorzettingsvermogen en een inspirerende omgeving. Het gaat om Peter van der Eijk, die zijn diploma accountancy net op zak heeft. Via de aanvliegroute van het vmbo in het hbo terechtkomen, daar voor het hoogste gaan (de excellentieroute) en in staat gesteld worden om een prestitieuze Master in Australië te gaan volgen. En dan beloven dat hij zijn kennis en ambitie ooit weer met ons gaat delen. Mooi.

Over de auteur

Ron Bormans - Voorzitter College van Bestuur Hogeschool Rotterdam

Ron Bormans (1957, te Schinnen, Zuid-Limburg) mag zich verheugen in een lange periode van ontmoetingen in en met het hoger (beroeps)onderwijs. Tijdens zijn studies: Natuurkunde (propedeuse) in Eindhoven en Politicologie / Bestuurskunde in Nijmegen. Maar ook in zijn loopbaan. Hij werkte o.a. als plv. directeur HBO en directeur Studiefinanciering bij OCW. Daarnaast was hij consultant bij Capgemini. Op dit moment geeft hij leiding aan Hogeschool Rotterdam als bestuursvoorzitter, een functie die hij eerder bekleedde bij de HAN. Maar hij deed ook de HvA en Inholland aan en hield toezicht op onderwijsprogramma's als directeur NQA.

Elke twee weken is de nieuwe blog-post ook te volgen op Twitter via @ronbormans1.