Menu English

Ontmoeting 189: Veiligheid is een recht

Bestuursvoorzitter Ron Bormans kreeg de afgelopen tijd vaak met het onderwerp veiligheid te maken. Op velerlei manieren.

We kijken vanuit de stuurhut naar zee. Het deinende schip deelt de zee in de vorm van een immens panorama-achtig beeld met een windpark, boortorens, een cruise- en een containerschip. Talloze meters geven de essentiële informatie. Het anker moet gehesen worden en het schip kan de zee opzoeken. In rust delen twee collega-studenten de informatie met elkaar én met de kapitein, inmiddels vierdejaars student Maritiem Officier. Dichterbij de werkelijkheid kom je niet in die simulatieruimte die onze opleiding deelt met de maritieme opleidingen van het Scheepvaart en Transport College (STC). Het trotse hart van een bijzonder onderwijsgebouw, waar collega’s erg zuinig op zijn. Ik werd vriendelijk maar duidelijk aangesproken: dat bekertje koffie dat ik routinematig mee naar binnen had willen nemen, dat kon natuurlijk niet.

Er hangt een spanning in de lucht. Er gaat vast iets gebeuren. Je voelt dat de orde ontregeld gaat worden. Niet veel later zien we een gitzwarte rookpluim verschijnen, vallen er systemen uit, waardoor koers en snelheid meer op het oog ingeschat moeten worden en horen we alarmerende berichten van verdwenen bemanningsleden. De kapitein wordt getest – een van de docenten legt minutieus vast wat zij ziet – op zijn stressbestendigheid én vermogen om het overzicht te houden én in rust te blijven communiceren. Ik denk dat hem dat goed af gaat, maar ik ben slechts op bezoek. De docente zal dat in een feedbackgesprek bevestigen. Gelukkig maar. Ooit staat hij in het echt aan het stuur en moet hij in geval van nood de goede beslissingen nemen, zeker als de veiligheid van zijn mensen op het spel staat. Veiligheid is immers waarde nummer 1.

Woensdag 20 april: Op afstand verbonden

Je zou veiligheid een grondrecht kunnen noemen. Onveiligheid en de perceptie van onveiligheid ontregelen. Een gevoel van onveiligheid in de klas maakt het leren minder effectief. Is ook gewoon naar. Onveiligheid op het werk is dat ook. We hebben dat natuurlijk in extreme mate meegemaakt in coronatijd. De met corona gepaard gaande risico’s legden het land letterlijk stil. En het eindigt ongemakkelijk. We gaan van de ene naar de andere crisis. Over onveiligheid gesproken, de oorlog in Oekraïne, die een mondiale dreiging opbouwt die corona lijkt te doen vergeten. Die ons de ruimte voor de rustige terugblik en reflectie lijkt te ontnemen.

Deze woensdag nemen we die ruimte en kijkt een groep collega’s ademloos naar de documentaire Op afstand verbonden, gemaakt door twee jonge filmmakers, van wie een alumna van Willem de Kooning Academie. De film begint prachtig met huismeester Mohammed in de hoofdrol. We volgen hem in zijn auto, in alle vroegte op weg naar de hogeschool, opent de hogeschool, start alle systemen en tuurt vervolgens wat naar levenloze bewakingsschermen, het kartonnen bekertje koffie in de hand. Er is verder niemand.

Indruk maken de verhalen over eenzaamheid, het relaas van de stagiaire in de psychiatrie die een te grote verantwoordelijkheid opgedrongen krijgt. Een warm gevoel wordt opgeroepen door de veerkracht die mensen tonen. We gingen met zijn allen iets doen om ervoor te zorgen dat het onderwijs weer voortgang zou vinden. De ene opleiding stond er binnen een week, de andere had wat meer tijd nodig, maar we stonden er. Dat verdient veel respect. Zeker waar het de collega’s betreft die elke dag weer hun eigen onzekerheid en gevoelens van onveiligheid moesten trotseren, omdat ze de keuze niet hadden om thuis te werken. Soms ontstaat het beeld dat we allemaal twee jaar onze veiligheid thuis gezocht hebben. Er zijn veel collega’s geweest die elke dag de gang naar de hogeschool gemaakt hebben het afgelopen jaar. Voor mijn gevoel de echte helden van deze twee jaar.

Donderdag 21 april: Vooroordelen hebben we allemaal

Elk mens heeft zijn/haar eigen culturele dode hoek. Ik introduceerde het begrip jaren geleden toen we – tijdens het IFFR – de première meemaakten van een andere film: Studeren als rite de passage, waarin (inmiddels oud-collega) Marina Meeuwisse studenten aan het woord laat die ons met hun verhalen wijzen op het risico dat we mensen verkeerd bejegenen, omdat we met onze ogen naar hun gedrag kijken. En als we niet bewust die dode hoek opzoeken, niet voortdurend schuin over onze eigen schouders willen kijken, dan lopen we het risico dat we die stille jonge vrouw, achter in de klas, als onverschillig duiden, omdat ze minder actief aan het lesprogramma meedoet, terwijl ze mogelijk met haar culturele achtergrond een andere omgang heeft met gezag. Als voorbeeld. En de oneindige diversiteit die onze hogeschool kenmerkt, maakt het onmogelijk al die culturele verschillen te kennen. Wat we wel kunnen doen is ons er bewust van te zijn, de vraag te stellen in plaats van meteen het oordeel te vellen. Alleen dan creëren we een veilig, pedagogisch klimaat waarin iedereen tot zijn of haar recht kan komen.

En dus beginnen we (College van Bestuur en directeuren) bij ons zelf en oefenen met elkaar in wat we in lelijk ‘Nederlands’ een bias-training noemen. Het aardige is dat we ons daarbij laten helpen door expertise van buiten, maar dat de training voor een groot deel verzorgd wordt door collega’s van de hogeschool, met een Amerikaanse, Iraanse en Caraïbische achtergrond. Met mooie werkvormen, veelal op een lichtvoetige manier, voel je het besef groeien van én je eigenheid én de noodzaak met die eigenheid de wereld niet gesloten tegemoet te treden, maar open. Op momenten is de dag confronterend, bijvoorbeeld als we een filmpje te zien krijgen van drie jonge mannen die alle drie opzichtig een ketting van een fiets aan het doorzagen zijn in een park. De witte jongeman wordt op dat moment radicaal anders bejegend dan de jongemannen van kleur…. Over onveiligheid gesproken. Over racisme gesproken…

Dinsdag 29 april: Lichte daling beleving veiligheid

Het gevoel van onveiligheid is binnen Hogeschool Rotterdam toegenomen, weliswaar licht, maar toch. We weten dat omdat we periodiek onze studenten en medewerkers bevragen op hoe zij de veiligheid ervaren. We stellen algemene vragen en heel specifieke, naar ervaren racisme, seksisme, pesten, etc. Dat is belangrijk. Over dode hoeken gesproken. Als je niet weet wat er in de organisatie leeft, kun je niet werken aan een veilig klimaat waarin mensen plezierig leren en werken, waarin mensen in gelijke mate tot hun recht komen. Waarin mensen krijgen waar ze recht op hebben: veiligheid. En weten dat die veiligheid er niet altijd is. Nog niet zo lang geleden kwam de Inspectie met een alarmerend rapport, in diezelfde periode was er een ISO-enquête waaruit naar voren kwam dat een op de vijf studenten op een hogeschool of universiteit wel eens een sociaal onveilige situatie had meegemaakt. Ik voelde plaatsvervangende schaamte te moeten lezen dat de minister de sector moest oproepen meer werk te maken van het monitoren van sociale veiligheid. We weten dat dit een issue is, dus moeten we willen weten in welke mate en waar precies. Dat stelt ons in staat te handelen. Hogeschool Rotterdam wil daar graag transparant in zijn.

De hectiek in de stuurhut neemt even toe. Vooral zodra er essentiële systemen uitvallen waardoor de kapitein niet meer weet wat er precies gaande is. Dus bewandelt hij snel andere wegen om precies uit te vinden waar er brand is, waar zich bemanningsleden vinden, wat de oorzaak van de problematiek is. Zonder overigens het grotere beeld uit het oog te verliezen. Daarvoor is het te druk op zee, met al die windparken, boorplatforms en schepen van divers formaat.

Het licht floept aan in de simulatieruimte. De docente toont zich tevreden na afloop. De kapitein had overzicht gehouden en gehandeld op een optimale manier. Wat vooral belangrijk was, was dat hij weliswaar net wat meer in een autoritaire modus zat dan gebruikelijk, maar zich niet afsloot voor feedback en informatie van de bemanningsleden. “Dat is belangrijk,” zegt hij zelf, “Je ziet zelf niet altijd wat anderen wel zien. En als je jezelf daarvoor afsluit, dan mis je veel.”

Over de auteur

Ron Bormans - voorzitter College van Bestuur Hogeschool Rotterdam

Ron Bormans (1957, te Schinnen, Zuid-Limburg) mag zich verheugen in een lange periode van ontmoetingen in en met het hoger (beroeps)onderwijs. Tijdens zijn studies: Natuurkunde (propedeuse) in Eindhoven en Politicologie / Bestuurskunde in Nijmegen. Maar ook in zijn loopbaan. Hij werkte o.a. als plv. directeur HBO en directeur Studiefinanciering bij OCW. Daarnaast was hij consultant bij Capgemini. Op dit moment geeft hij leiding aan Hogeschool Rotterdam als bestuursvoorzitter, een functie die hij eerder bekleedde bij de HAN. Maar hij deed ook de HvA en Inholland aan en hield toezicht op onderwijsprogramma's als directeur NQA.

Elke twee weken is de nieuwe blog-post ook te volgen op Twitter via @ronbormans1.