Menu English

Ontmoeting 158 | Niets is wat het lijkt?

Waarom weet ik niet, de vergelijking gaat ook mank, maar ik moest er toch even aan denken deze week, toen ik ‘influencer’ Famke Louise op TV zag. Ooit ‘bestormden’ studentenbonden de vergadertafels van het hoger onderwijs. We schrijven begin jaren ’90.

Er was veel onrust. Er moest bezuinigd worden, het collegegeld ging omhoog, de studiefinanciering kreeg een prestatie-element en ineens zaten de studentenbonden aan de tafels van het ‘establishment’ van het hoger onderwijs. Kysia Hekster, nu als journalist vaak op TV, was erbij, zo ook Joeri van den Steenhoven, hbo-bestuurder in Leiden. En de bekende Diederik Samsom iets meer op de achtergrond.

Actie voeren was een bekend beeld, maar meepraten aan tafel, was nieuw. Het ontregelde in eerste instantie de gevestigde orde. Gerenommeerde bestuurders hadden moeite hun houding te bepalen. Ik herinner me – ik zat als jong ambtenaar aan de tafel - de lichaamstaal van iemand als Willy van Lieshout (man met een enorme staat van dienst in het hoger onderwijs, zowel hbo als wo, destijds voorzitter van de VSNU): ongemak. Het duurde even voordat men begreep wat er gaande was.

Botsende paradigma’s. Nieuwe werkelijkheden, andere mores. Ik heb daarvan geleerd: niet te snel met oude beelden naar het nieuwe kijken.

Influencer

En toen zat Famke bij Jinek aan tafel. En was het zoeken hoe daar mee om te gaan. Met deze prachtige versmelting van oude en nieuwe paradigma’s. De gevestigde orde die haar ziet als de voorvrouw van een miljoen mensen (op een vakbondsachtige manier welhaast) en dus in gesprek wil om mede greep te houden / krijgen op die miljoen mensen (waar vast een hoop studenten van onze hogeschool bij zit). Voor een meer dan een nobel doel.

Ik zie een meisje van 21, verstrikt in en verslaafd aan een businessmodel, meegesleurd in een te hoog gegrepen spel. Een meisje dat niet te vangen is in een eendimensionaal beeld van ‘influencer’. Misschien zet ze niet (alleen) een toon in de richting van een achterban, maar is ze (ook) de ‘marionet’ van die achterban. Vertolkt ze wat daar leeft, in plaats van dat ze het bepaalt. Als dat zo is, moeten we haar niet groot maken, maar ons rechtstreeks wenden tot die achterban. Die 40.000 studenten van ons bijvoorbeeld. En moeten we een beetje mild willen zijn.

Het is geen tijd om mensen weg te sturen

Hoe je ook tegen deze crisis aan kijkt, feit is dat elke variabele die ons leven kleurt, een andere waarde heeft. Nu elke routine overhoop gegooid wordt en we de plicht hebben dat goed te analyseren, om daar vervolgens op te kunnen acteren. Neem het fenomeen van het bindende studieadvies, het advies dat we studenten in het eerste jaar geven en waarmee we inschatten of zij met succes de studie gaan vervolgen. Een advies waar we consequenties aan kunnen verbinden: de studie verlaten. Dit jaar hebben we het advies wel uitgebracht, maar de consequentie van ‘de deur wijzen’ niet gehanteerd. Het is geen tijd om mensen weg te sturen, zeiden we midden in de eerste golf.

De feiten omtrent het bsa

Wat is het effect geweest van die beslissing? De feiten op een rij:

  • Uit de cijfers blijkt dat een grote groep studenten met een negatief bsa alsnog een tweede kans aangrijpt en de opleiding vervolgt.
  • 6.157 positieve adviezen hebben we afgelopen studiejaar uitgebracht, 3.639 negatieve adviezen verstrekt, dat zijn er bijna 1.300 meer dan het jaar daarvoor.
  • Ongeveer een derde van de studenten met een negatief advies heeft dat advies opgevolgd en is gestopt met de opleiding. Zij hebben mogelijk ingezien dat de opleiding niet bij hen past, maar het kan wellicht ook te maken hebben met afgenomen studieplezier.
  • Door het niet-bindende karakter zien we dat tweederde van de studenten ondanks een negatief advies de studie toch vervolgt.
  • Dit betekent niet dat zij automatisch doorgaan naar het tweede jaar. Sommige studenten hebben een zodanige achterstand dat het verstandig is het eerste jaar feitelijk over te doen, uiteraard met behoud van de punten die behaald zijn. Veel opleidingen hanteren hiervoor bij hun advisering aan studenten een grens van 30 EC.

Meer studenten, minder les op school

Het aantal studenten is gegroeid, het aantal studenten dat daarbij met achterstand aan een volgend studiejaar begint ook. Terwijl we minder in staat zijn om les op school te geven. Ik zeg het maar ronduit, in het licht van de tweede golf. Ik zal blij zijn als we over een jaar vaststellen dat we de huidige vorm, waarbij we online en fysiek onderwijs combineren, tot het einde van het hogeschooljaar kunnen aanbieden. We staan voor een gigantische uitdaging die steviger is dan de opgave die we hadden half maart. Met medewerkers die perspectief zoeken en soms terug verlangen naar hoe het ‘ooit’ (dat wil zeggen net een half jaar geleden) was. Met studenten die soms ook een beetje heen en weer geslingerd worden tussen #ikdoenietmeermee en #ikdoewelmee.

De rug recht, met mildheid

Hoe daarmee om te gaan? Het antwoord op die vraag kent twee versies. In de ene benadrukken we de extra inspanningen, proberen we die extra stap te zetten, herhalen we de oproep de regels te respecteren, is de mantra: volhouden. In die versie is het antwoord voorzien van hetzelfde energieniveau als waarmee de vraag zich manifesteert. In deze versie wil je het van de daken schreeuwen, zoals ik ooit zei, dringt de wens om te disciplineren zich aan je op en begrijp je een beetje wat de minister-president zei naar aanleiding van het ongedisciplineerde gedrag in De Kuip.

De tweede, qua toon en volume wat paradoxaal klinkende versie is: doe wat je altijd gedaan hebt. In die versie zeg ik tegen de collega’s, geef les naar beste vermogen, help studenten, probeer ze te begrijpen, ga in gesprek, spreek elkaar aan, maar wel vanuit begrip. Een school heeft altijd regels gekend en die regels zijn nu net wat explicieter en geïllustreerd met geel-zwarte illustraties. Draag ze uit. En zorg ook goed voor jezelf.

In de tweede versie zeg ik tegen studenten: doe je best, volg de les, online, offline, stel de vraag als je het niet snapt, zoek hulp als je het even niet weet. Haal het maximale uit je school. Vertrouw de toekomst. En hou je aan de regels.

In die tweede versie klink ik eigenlijk als het ‘hoofd der school’ in gewone tijden.

Niets is wat het lijkt?

Ik weet niet wat het waard is. Ik vind het moeilijk om te duiden. Het kan oprecht zijn, het kan een commercieel belang zijn. Ik doorgrond de mechanismen van Instagram nog onvoldoende. Dus abstraheer ik maar van de achterliggende intenties. Maakt het allemaal een stuk eenvoudiger.

Na die dramatische avond bij Jinek verklaart Famke onder andere: “Ik ga even een stap achteruit doen, reflecteren en op zoek naar een bijzonder, inspirerend iemand die gespecialiseerd is in pandemieën om mij te onderwijzen over deze situatie en wellicht met mij het podium wil delen”.

Het is, zoals gezegd, nog even zoeken hoe hier naar te kijken. Maar met dergelijke teksten maakt het ook niet meer uit of we hier nu met een ‘leider’ of ‘volger’ van een miljoen mensen van doen hebben. Alle twee is prima.

Over de auteur

Ron Bormans - Voorzitter College van Bestuur Hogeschool Rotterdam

Ron Bormans (1957, te Schinnen, Zuid-Limburg) mag zich verheugen in een lange periode van ontmoetingen in en met het hoger (beroeps)onderwijs. Tijdens zijn studies: Natuurkunde (propedeuse) in Eindhoven en Politicologie / Bestuurskunde in Nijmegen. Maar ook in zijn loopbaan. Hij werkte o.a. als plv. directeur HBO en directeur Studiefinanciering bij OCW. Daarnaast was hij consultant bij Capgemini. Op dit moment geeft hij leiding aan Hogeschool Rotterdam als bestuursvoorzitter, een functie die hij eerder bekleedde bij de HAN. Maar hij deed ook de HvA en Inholland aan en hield toezicht op onderwijsprogramma's als directeur NQA.

Elke twee weken is de nieuwe blog-post ook te volgen op Twitter via @ronbormans1.