Menu English

Blijvende aandacht voor een betere overgang van middelbare school naar hoger onderwijs

Erasmus Universiteit Rotterdam sluit aan bij samenwerkingsverband vo-ho

12 maart 2020

In het eerste jaar van opleidingen in het hoger onderwijs vallen veel studenten uit. Het samenwerkingsverband vo-hbo onderkent al langere tijd dat het doorstromen naar hoger onderwijs voor niet elke leerling even soepel verloopt. De 54 middelbare scholen en de 4 hogescholen in de regio Rotterdam werken daarom samen aan maatregelen voor verbetering. Ook de Erasmus Universiteit Rotterdam is sinds een jaar betrokken.

De EUR trad op de werkconferentie van het samenwerkingsverband officieel toe tot het netwerk, dat daarmee netwerk 'Samen werken aan een betere aansluiting vo-ho' gaat heten. De scholen werken samen aan onder meer betere begeleiding van leerlingen, leerlijnen voor vakken als Nederlands, wiskunde en economie die doorlopen van vo naar ho en hbo- en academische vaardigheden. Zo'n 100 docenten, decanen, studieadviseurs en beleidsmedewerkers van zowel de middelbare scholen als het hoger onderwijs waren op de conferentie afgekomen en werden welom geheten door de programmaleiders, Carla Spek en Ellis Wertenbroek, van Hogeschool Rotterdam.

Reden voor uitval divers

Waarom gaat het voor sommige leerlingen nog steeds mis bij de overstap naar het hoger onderwijs? Decaan Bartha Meerkerk van de CSG Prins Maurits in Middelharnis: "Ik hoor van oud-leerlingen veel verschillende redenen waarom het niet lukt. Voor sommigen is het niveau van de vervolgopleiding te hoog, anderen kunnen niet goed omgaan met de zelfstandigheid die van hen verwacht wordt of hebben verkeerde verwachtingen van de studie. Om de juiste studie te kiezen krijgen ze bij ons op school begeleiding van mentoren, vakdocenten die ieder 15-20 leerlingen begeleiden, een proces dat 2 jaar in beslag neemt. Dat de studie ondanks deze voorbereiding vaak toch niet is wat ze ervan verwachten, was voor mij de voornaamste reden om aan te sluiten bij vo-ho. Ik wil er graag achter komen waar het nu misgaat."

Meerdere scholen bleken behoefte te hebben aan een betere informatievoorziening voor mentoren. Eén van de werkgroepen ontwikkelde een training voor hen, die op deze werkconferentie in ruwe vorm gepresenteerd werd. Lisette Kouwenhoven, beleidsadviseur Studiekeuze en Intake bij Hogeschool Rotterdam: "In de training laat de werkgroep zien wat er allemaal komt kijken bij de studiekeuze, het inschrijven als student, de eerste maanden van de opleiding. Decanen en mentoren kunnen daarmee hun leerlingen beter voorbereiden op die belangrijke keuze voor een studie die bij je past." Daarnaast wijst Lisette op het onderzoek 'de eerste 100 dagen', dat bij hogeschool Rotterdam wordt georganiseerd onder eerstejaarstudenten als ze er drie maanden van hun studie op hebben zitten. Het is namelijk zo dat studenten die de eerste drie maanden zonder al te veel kleerscheuren doorstaan een grote kans hebben op een gunstig verder verloop van de studie.

Meesterproef onderzoek en ontwerpen

Een andere werkgroep ging het afgelopen jaar aan de slag met hbo- en academische vaardigheden. Als al op de middelbare school gewerkt wordt aan onder meer onderzoeksvaardigheden, rapporteren, samenwerken en sociale vaardigheden, heeft de student daar op de vrvolgopleiding profijt van. Hoe mooi dat kan uitpakken lieten de zussen Liselotte en Anne Schmitz, de één leerling vwo 5 en de ander tweedejaars Natuurwetenschap en Innovatiemanagement aan universiteit Utrecht zien op de workshop. Op het Technasium van het Libanon College leerden ze bij het vak 'Onderzoek en ontwerpen' al zoveel vaardigheden dat Liselotte opmerkte: "In mijn eerste studiejaar had ik een ruime voorsprong op mijn studiegenoten die dat allemaal nog moesten leren." De leerlingen van het Technasium sluiten het vak af met een zogenoemde Meesterproef, een oplossing voor een probleem van een echte opdrachtgever. In Liselotte's geval was dat Diergaarde Blijdorp, waarvoor ze een nieuwe ingang mocht ontwerpen, compleet met logistieke routes.

Doorstroomcijfers onveranderd

Dat deze hulpmiddelen nodig zijn laten de doorstroomcijfers zien. In de vijf jaar dat het samenwerkingsverband bestaat, wordt per school bijgehouden hoe het hun leerlingen vergaat in het hoger onderwijs. Ondanks de inspanningen is de uitval niet afgenomen. Emiel Akkermans van Hogeschool Inholland: "We ervaren veel positiviteit in de samenwerking en we hebben al veel interventies ontwikkeld die we ook inzetten. Misschien ligt het er niet – alleen – aan of we wel de goede dingen doen. Wij hadden in onze workshop een open discussie over wat hiervoor nu eigenlijk de onderliggende problemen zijn, en durfden we het ook te hebben over onderwerpen die gevoelig liggen. Is het bijvoorbeeld verstandig om een leerling die met een 5,7 gemiddeld zijn diploma heeft behaald zonder meer in te laten stromen in het hoger onderwijs? De discussie moet gevoerd blijven." Er blijft dus werk aan de winkel voor het Samenwerkingsverband vo-ho.

De dag werd afgesloten door het ondertekenen van een convenant tussen de Rotterdamse hogescholen, de voorzitters van de onderwijskoepels en de Erasmus Universiteit Rotterdam. Namens de stuurgroep vo-ho tekende collegevoorzitter HR Ron Bormans. Een uitgebreider verslag van de bijeenkomst verschijnt binnenkort op de website van het samenwerkingsverband