Ellen Klatter en Mariëlle Theunissen startten beiden in het voorjaar 2016 als lector bij de hogeschool. Hun onderzoeksgebieden zijn met elkaar verweven, daarnaast kennen de twee elkaar al langer uit Nijmegen, waar Mariëlle studeerde en waar ze allebei promoveerden. Genoeg aanknopingspunten om hun openbare les, die de start markeert van hun onderzoekslijnen, samen te doen.
Het doel van hun gezamenlijke les hebben ze als volgt geformuleerd: ‘Wat is binnen Hogeschool Rotterdam nodig om onze studenten als toekomstig professionals voor een grootstedelijke context, effectief te ondersteunen bij de ontwikkeling van hun talenten, die nodig zijn op de arbeidsmarkt en in het dagelijkse leven?’
Leraren in opleiding meer voor de klas door opleidingsscholen
De openbare les en het onderzoek van Mariëlle Theunissen gaan over ‘Samen Opleiden’. Mariëlle gaat daarin op zoek naar aanscherping van het curriculum van opleidingsscholen. Sinds een jaar of vijftien kunnen studenten die worden opgeleid tot leraar in het basis- en voortgezet onderwijs en ook het mbo, een deel van hun opleiding volgen in een zogenoemde opleidingsschool. In de VS en UK was deze ontwikkeling er al eerder. In een opleidingsschool werken scholen samen met de lerarenopleiding en bieden ze een deel van het curriculum gezamenlijk aan, ter plekke op de betreffende school.
Naast de stage brengen de studenten in deze nieuwe opzet veel meer tijd door in de praktijk. De schoolopleiders laten zien wat op deze school belangrijk is in een docentenrol en de hogeschooldocenten sturen bij op didactiek en pedagogiek.
Onderzoek naar effectieve verbetering onderwijsprogramma
Als je op deze manier je opleiding kunt volgen voegt dat veel toe, is ook de ervaring van studenten. Mariëlle Theunissen: “Er ontstaat een veel betere aansluiting met de praktijk. Er is vaak een kloof tussen de theorie en wat er daadwerkelijk in de klas gebeurt. Een deel van de opleiding dat eerst theoretisch in het curriculum plaatsvond, gaat veel meer leven in de complexe praktijk. Mijn onderzoek richt zich op het gedeelte van het curriculum dat is uitbesteed aan de opleidingsschool. Hoe ziet dit ‘werkplekcurriculum’ er idealiter uit, om welke competenties gaat het, hoe vertaal je dat naar de praktijk en hoe zorg je voor een doorgaande leerlijn? Daar hoop ik met mijn onderzoek een antwoord op te gaan geven.”
Hogeschool Rotterdam breidt de samenwerking met opleidingsscholen nog steeds uit. Nog niet alle scholen zijn aangesloten als opleidingsschool. Momenteel loopt 30 tot 40% van de studenten aan de lerarenopleidingen stage via opleidingsscholen.
Studiesucces voor iedereen? Wat moeten we daarvoor doen?
Dat het opleiden van studenten tot betere docenten hiermee een impuls krijgt, lijkt duidelijk. Maar hoe zit het met het studiesucces van alle studenten aan de hogeschool? Waar bestaat studiesucces precies uit en waar kunnen we als hogeschool aan werken om het te verbeteren? Deze vragen komen naar voren in de openbare les van Ellen Klatter. Haar rede wordt ingeleid door Ron Bormans, die het belang van de toename van studiesucces aan de hogeschool introduceert.
Ellen Klatter werkt al sinds 2014 aan meerdere onderzoeken binnen de hogeschool ter versterking van het beroepsonderwijs. Dit doet zij als lector vanuit het gelijknamige lectoraat Versterking Beroepsonderwijs. Dit lectoraat is uiteindelijk ook gericht op het studiesucces van studenten. Met ‘studiesucces’ wordt vaak het rendement aangeduid, het percentage studenten dat hun opleiding binnen vijf jaar succesvol afrondt. Succesvol studeren houdt echter veel meer in dan het halen van een diploma. Het werken aan de persoonlijke en maatschappelijke vorming van studenten is net zo belangrijk.
Het begin: bewustzijn opvoedkundige taak bij docenten
Ellen ziet daarbij vooral een rol weggelegd voor docenten. Als docent moet je je bewust zijn van deze veelomvattende en pedagogische taak. Bewustzijn van het doel van je onderwijs, van de wijze waarop je de lessen vormgeeft, omgaat met verschillen, en hoe je studenten beoordeelt, draagt bij aan de ontwikkeling van de student, en heeft zo effect op studiesucces.
Ellen Klatter: “Ik wil het brede begrip studiesucces graag samen met docenten, studenten, managers en externe begeleiders onderzoeken. Vragen die daarbij spelen zijn: wat vinden wij goed onderwijs, en wat is het resultaat van dat onderwijs? Met andere woorden, waartoe leiden we op? Komt dat overeen met de doelstellingen die een opleiding stelt, en niet onbelangrijk, komt dat overeen met de doelstellingen die studenten zelf voor ogen hebben? En draagt dit alles bij aan het optimaliseren van studiesucces?”
De aandacht verschuift daarmee van de cijfers naar de persoonlijke betekenisgeving van het onderwijs, van rendement naar engagement. Leidt meer engagement tot een hoger rendement? Of deze redenatie klopt, gaat Ellen Klatter samen met de onderwijspraktijk onderzoeken.