Menu
    English

    Patiënten beter leren omgaan met heftige emoties bij de opleiding Verpleegkunde

    Post-doc onderzoek naar hoe verpleegkundigen ‘lastige’ patiënten beter ondersteunen

    30 april 2021

    “Ik wil graag een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van het beroep van verpleegkundige door te onderzoeken hoe verpleegkundigen patiënten gedrag dat ze niet goed begrijpen beter kunnen ondersteunen.“ Janet Been – Dahmen is senior onderzoeker bij Kenniscentrum Zorginnovatie. Dit voorjaar startte ze met haar nieuwe onderzoek. Dat doet ze op basis van een post-doc voucher. Hoe gaat dat onderzoek eruit zien en wat zijn dat, die vouchers?

    Janet begon haar carrière als verpleegkundige, na een studie aan Hogeschool Rotterdam. Ze koos voor de richting psychiatrie. “In de psychiatrie zie je misschien wel meer dan in andere zorgberoepen mensen die, laten we zeggen ‘ander’ gedrag vertonen dan wat je gewend bent van de gemiddelde patiënt. Het gebeurt bijvoorbeeld dat mensen boos reageren. Als je dat voor het eerst meemaakt als verpleegkundige merk je dat er in de verpleegkundeopleiding weinig handvatten worden geboden om met deze patiënten om te gaan. Er is in de opleiding veel aandacht voor het medische aspect, maar er is ruimte voor verbetering op het sociale en emotionele aspect in hoe je deze patiënten beter kunt begeleiden.”

    Hoe kunnen we verpleegkundigen hier dan beter op voorbereiden?

    “Het is belangrijk om in de opleiding al aandacht te besteden aan je houding ten opzichte van patiënten. In de opleiding zijn studenten nog vormbaar en nog niet gewend aan protocollen en handelingswijzen. Toen ik net in de psychiatrie ging werken vroeg ik me af waarom we dingen doen zoals we ze doen. Daarom ben ik verder gaan studeren en onderzoek doen sprak mij aan. Bij Kenniscentrum Zorginnovatie was er een vacature waar ik uiteindelijk gepromoveerd ben op het onderwerp zelfmanagement van mensen met chronische aandoeningen.

    Een chronische ziekte doet iets met mensen, het kan zijn dat je boos wordt, of verdrietig en depressief. Daarom heb ik gezocht naar handvatten die je als verpleegkundige nodig hebt om deze patiënten te helpen goed om te gaan met hun conditie. Op medisch gebied kunnen ze mensen goed ondersteunen maar op sociaal en emotioneel gebied is dat uitdagender. Verpleegkundigen lijken dat moeilijk te vinden, en beschikken over minder handvatten om deze ondersteuning te bieden. Ten eerste is het belangrijk te ontdekken waaróm iemand dat gedrag vertoont. Het vraagt een open houding waarmee je de patiënt benadert, en dat je de patiënt kunt coachen, zodat de persoon zelf beter kan omgaan met zijn emoties, een beter zelfmanagement dus. Dit was het onderwerp van mijn promotieonderzoek. Daarin heb ik een tool ontwikkeld die verpleegkundigen kunnen inzetten om gesprekken te voeren om dit zelfmanagement te bevorderen. Dit heb ik kunnen doen terwijl ik ook lesgaf als instellingsdocent in de psychiatrie, dat doe ik ook nog steeds om voeling te blijven houden met de praktijk.”

    En nu een post-doc onderzoek? Over hetzelfde onderwerp?

    “Ja, in een post-doc kun je als onderzoeker meer zelf je richting bepalen, wat je wil onderzoeken en wie je daarbij wilt betrekken. Als junior onderzoeker leer je hoe het in zijn werk gaat, je werkt onder supervisie van anderen en wordt begeleid bij hoe je het aanpakt. Als post-doc kan ik mijn projectleidersvaardigheden meer ontwikkelen en geef ik zelf sturing aan een docentonderzoeker. Zelfmanagement blijft mijn onderwerp, ik ga onderzoek doen naar hoe we dit thema bij verpleegkunde-opleidingen meer op de kaart kunnen zetten. Ik heb een vragenlijst ontwikkeld die we gaan uitsturen naar andere hogescholen en opleidingen mbo-verpleegkunde om te zien hoe het onderwerp nu in de opleidingen aan bod komt.”

    Je hebt je promotieonderzoek gedaan op basis van een promotievoucher en dit onderzoek met een post-doc-voucher. Hoe gaat dat in zijn werk?

    “Je legt je plannen uit in een voorstel, dat laat je beoordelen door een commissie van lectoren. Een voorwaarde is dat de kennis uit je onderzoek ten goede komt aan het onderwijs en dat je een bijdrage levert aan de ontwikkeling van het praktijkgericht onderzoek van de hogeschool. Gepromoveerde docenten zijn belangrijk bij het versterken van de aansluiting tussen onderwijs en onderzoek. Met dit onderzoek ontwikkel ik mijn eigen vaardigheden en kan ik tegelijkertijd een bijdrage leveren aan het verbeteren van het onderwijs – door een grotere rol te geven aan zelfmanagement van patiënten. Ik krijg hier nu twee jaar de tijd voor, twee dagen per week. In die tijd hoop ik iets moois neer te kunnen zetten. Ik ga dan ook met veel plezier hiermee aan de slag.”