Menu English

"Taal kan verbinden en taal kan uitsluiten"

Goed Nederlands of overstappen naar Engels? Verslag van Symposium 'Taal Centraal'

30 november 2017

Taal is belangrijk, taal gaat over emancipatie, over identiteit, over studiesucces. Hoe die taal in het onderwijs het beste vorm kan krijgen, daarover lopen de meningen sterk uiteen. Hogeschool Rotterdam en Science Guide namen het initiatief voor een symposium, geheel gewijd aan taal in het hoger onderwijs. Taalexperts, bestuurders en onderwijsprofessionals gingen met elkaar in debat bij ‘Taal Centraal’.

“In aanloop naar het symposium zagen we al heel wat uitwisseling over taal door hogescholen en universiteiten. Mensen die er vandaag graag bij waren geweest maar niet konden, gaven wij van tevoren een podium voor deze discussie”, zegt Sicco de Knecht van Scienceguide, presentator bij het symposium. "En heb je een mening, laat die dan vooral horen." Het symposium op 29 november in het auditorium van onze locatie Kralingse Zoom trok belangstellenden vanuit het hele land en ook uit België. 

Namens de hogeschool heette Collegevoorzitter Ron Bormans de aanwezigen welkom, en benadrukte wat hij al eerder verwoordde in o.a. zijn blog en een column op ScienceGuide. “Als mensen het Nederlands niet goed beheersen, ontzeg je hen de deelname aan het publieke domein. Op die manier kan taal zowel verbinden als uitsluiten” Door een taal tot in haar subtiliteiten te beheersen, kun je communiceren in je werk en op school. Het zou volgens Bormans ook getuigen van slordigheid om de trend van internationalisering aan te grijpen om Engels te gaan gebruiken als voertaal en het Nederlands links te laten liggen. 

"Taal moet deel uitmaken van vakonderwijs"

Lector Taalverwerving en Taalontwikkeling Amos van Gelderen maakte zich vooral sterk voor ‘Academische schrijfvaardigheid’. Van Gelderen: ”Taal is meer dan spelling en grammatica. Elk vak vraagt een andere benadering van taal. Een scriptie bij de Lerarenopleidingen stelt andere eisen dan een scriptie bij Chemie. Studenten zouden bij elk vak moeten meekrijgen hoe ze de taal daarbij optimaal kunnen benutten. Ik zou er een voorstander van zijn taal en het vak in gemeenschappelijkheid te doceren. Apart taalonderwijs is geen oplossing.”

Hogeschooldocent Jean-Marie Molina was het daarmee eens. In haar persoonlijke verhaal vertelde ze over haar worsteling zich het Nederlands eigen te maken. Teksten die zij schreef voor haar studie werden afgekeurd omdat ze niet voldeden, waarbij tegelijkertijd gesteld werd dat zij de studie toch niet zou halen. Taal wordt dan een uitsluitingsmechanisme, waar een student door de juiste feedback juist geholpen kan worden beter te worden en vervolgens trots te zijn op zichzelf.

Iliass El Hadioui, foto Roy Borghouts 

Straattaal is ook een taal, maar niet in de klas

Socioloog en onderzoeker Iliass El Hadioui pleitte voor ‘gelijke kansen in diverse klassen’. Nu een aantal Nederlandse steden een superdiverse samenstelling kent, in Rotterdam gaat het om 173 nationaliteiten, behoort iedereen wel tot een minderheid. Inwoners van Rotterdam spreken vaak twee, drie, vier talen, maar vaak in een andere context. Bijvoorbeeld het Nederlands op school, de moedertaal thuis en voor op straat een heel eigen taal. El Hadioui: "Straattaal ontstaat tussen jongeren, in wijken als Feijenoord en het Oude Noorden begrijpen zij elkaar feilloos, maar wij hebben geen idee waar het over gaat. Het kan dan gebeuren dat leerlingen of studenten in de klas onderling ergens om lachen, terwijl de docent het niet begrijpt." El Hadioui liet zien hoe docenten hiermee om moeten leren gaan, niet door straattaal te verbieden maar wel door strenge eisen te stellen aan het taalgebruik in de klas. Hij brakt een lans voor multi-taligheid omdat jongeren daarmee leren verschillende maatschappelijke 'ladders' te beklimmen, zoals hij uitlegde in zijn boek 'Hoe de straat de school binnendringt'.

Wat is de waarde van taaltoetsen? 

De discussie die volgde ging in op taaltoetsen. Zijn deze een middel voor uitsluiting of juist voor insluiting? Bart Deygers van de Katholieke Universiteit Leuven deed onderzoek naar (entree)taaltoetsen en constateerde dat met een taaltoets niet zonder meer kan worden gemeten of iemand de taal beheerst. In zijn onderzoek bestudeerde hij meerdere toetsen waarmee studenten toegelaten konden worden tot een opleiding. Studenten die beide toetsen maakten, werden door de ene toets wel en door de andere niet toegelaten tot dezelfde opleiding.

Paneldiscussie Nederlands, vlnr. Jean-Marie Molina (HR), Iliass El Hadioui, Joyce van der Wegen (LSVb), Bart Deygers (KU Leuven), Sicco de Knecht (ScienceGuide). foto Roy Borghouts

Voorzitter Paul Rüpp van Avans gaf vanuit de zaal aan taaltoetsen vooral te gebruiken om het niveau van studenten vast te stellen, niet om ze daarmee te selecteren. Jean-Marie Molina vond dat de student vooral van tevoren moet weten welke eisen er gesteld worden. Lector Studiesucces Ellen Klatter bevroeg de taalbeheersing van de docent: welke eisen stellen we zelf aan onze vakdocenten opdat zij voor de klas mogen staan? Joyce van der Wegen van studentenvakbond LSVb meende dat er nooit afgewezen mag worden op basis van taal, maar dat het onderwijs de student handvatten moet bieden om op het gewenste niveau te komen. 

Engels of niet?

Het tweede deel van het symposium was gericht op de snel oprukkende verengelsing in het hoger onderwijs. In een dubbelinterview discussiëerden voorstander Pieter Duisenberg, voorzitter VSNU en tegenstander oud-rector Rik Torfs van de KU Leuven met elkaar. Duisenberg ziet het als gunstige ontwikkeling dat we meer internationale studenten binnenhalen. Om een international classroom te kunnen creëren en mee te doen op het wereldtoneel. Studenten zouden juist ook vragen om Engelstalig onderwijs. Rik Torfs betoogde dat door lessen alleen in het Engels aan te bieden de nuance verloren gaat. Non-native speakers drukken zich in het Engels minder goed uit, waardoor de discussie vervlakt. Ook zou door te focussen op Engels het aanbieden van vakliteratuur beperken: literatuur in het Nederlands maar ook het Frans of Duits kan een verdieping geven die het hoger onderwijs nodig heeft. Vooral voor de bacheloropleiding pleit hij voor het Nederlands als primaire taal.

Dubbelinterview Pieter Duisenberg (VSNU), Rik Torfs (KU Leuven) en Sicco de Knecht (ScienceGuide), vlnr. foto Roy Borghouts

Niet tegenover maar naast elkaar

Hoogleraar Nederlands en Academische Communicatie Marc van Oostendorp (Radboud Universiteit Nijmegen) plaatste in zijn keynote Engels en Nederlands niet tegenover elkaar, maar naast elkaar. Beide zouden aandacht moeten krijgen en een plek mogen krijgen in het onderwijs. Engels moet, het is niet meer weg te denken uit onze globaliserende wereld, maar in het lokale blijft Nederlands eveneens noodzakelijk.

Presley Bergen van Beter Onderwijs Nederlands merkte in het aansluitende debat op: "De meeste studenten gaan straks na hun studie toch gewoon ergens in Etten-Leur werken."  Bij het debat over hoe om te gaan met verengelsing sloten ook Janneke Gerards van het KNAW en vertegenwoordiger van het Interstedelijk Studenten Overleg ISO Rhea van der Dong aan. Bekostiging, validiteit van het Engels als primaire taal en verband met onderzoek kwamen aan de orde. 

Ron Bormans stelde het panel nog de vraag wat een valide omstandigheid is om een opleiding in het Engels aan te bieden, waarop Janneke Gerards verwees in haar antwoord naar de aard van de opleiding en de relevantie voor de arbeidsmarkt waarop de studenten terecht komen. Een goede weergave van deze discussie is te vinden op de site van ons hogeschoolmagazine Profielen.

HR- collega's in discussie: Amos van Gelderen, Jean-Marie Molina, Ron Bormans en Ali Akboga, vlnr.  Foto Roy Borghouts

Men leek het er over eens dat de rol van het hoger onderwijs erin ligt om met elkaar het debat over taal te blijven voeren, of het nu gaat om goed Nederlands, het invoeren van Engels of beide. Hopelijk draagt dit symposium ertoe bij dat deze discussie breder gaat worden opgepakt.

 

Lees ook