De studies in dit promotietraject richtten zich op de vraag ‘wat draagt bij aan academisch floreren?’ Het promotietraject leverde vier artikelen op waarvan drie gebaseerd zijn op onderliggende projecten. Het eerste artikel beschrijft hoe onderwijswetenschappers bij kunnen dragen academisch floreren door samen met professionals experimenten uit te voeren die gericht zijn op combinaties van verschillende relevante doelstellingen. Het tweede artikel (gebaseerd op het goalsetting project) rapporteert de uitkomsten van een grootschalig veldexperiment naar de effecten van een opdracht waarin studenten hun gewenste toekomst en doelen beschrijven. Studenten die deze opdracht maakten aan het begin van de studie, vielen significant minder vaak uit en behaalden meer studiepunten dan studenten die een controleopdracht maakten. Het derde artikel (gebaseerd op het chatbot project) brengt bevindingen uit de onderwijspsychologie, klinische psychologie, en kunstmatige intelligentie bijeen om aanbevelingen te doen voor typen vervolginterventies die gepersonaliseerde coaching bieden op basis van de doelen en belemmeringen. Het laatste artikel (gebaseerd op het Werken naast je studie project) rapporteert een longitudinale studie naar de effecten van verschillende soorten werk op de studievoortgang van leraren in opleiding. De bevindingen van deze studie geven aan dat de optimale hoeveelheid werk aan het begin van de studie acht uur is. Veel studenten verruilen in het derde jaar hun bijbaan buiten het onderwijs voor een baan in het onderwijs. Dit werk hangt, verassend genoeg, gemiddeld samen met het halen van significant meer studievoortgang.
Bekijk voor meer informatie, publicaties en de link naar het online proefschrift de pagina van Dr. Izaak Dekker.