Menu English

Bij observeren gaat het vooral om het kijken en luisteren naar de te beoordelen student. Er wordt gelet op feitelijk, waarneembaar gedrag dat iets zegt over de te beoordelen gedragscompetenties. Tijdens het observeren maakt de assessor aantekeningen om bij de beoordeling op een later tijdstip met behulp van de aantekeningen tot een objectieve score te komen. Het is belangrijk om zoveel mogelijk concreet gedrag te beschrijven en niet te interpreteren. De WACKER methode is hierbij een hulpmiddel en in deze fase zijn de letters W en A van belang.