Menu
English

Sterfte rond geboorte in Europa

Door Ageeth Rosman, lector Audit en Registratie in de perinatale zorg

Eens per vier jaar verschijnt een rapport waarin een rangorde wordt gepresenteerd van perinatale sterfte in Europese landen. Dit is sterfte van kinderen tijdens de zwangerschap en/of in de eerste 28 dagen na de geboorte. Op de Europese ladder staat Nederland op plek 14 van de 23. Nederland neemt deze plek in sinds 2015. Dit moet en kan beter. Daarom gaat lector Ageeth Rosman de komende jaren onderzoek doen naar deze sterfte.

Onderzoek naar perinatale sterfte

EURO-PERISTAT doet onderzoek naar sterfte rondom de geboorte in Europa sinds de begin jaren 2000. In het eerste rapport bleek Nederland op een ongewenste plek op de Europese rangorde te staan, namelijk op plek 23 van 26 landen. Dit leidde tot gestructureerd onderzoek naar perinatale sterfte in Nederland door het Erasmus MC en tot de publicatie Lijnen in Perinatale sterfte in Nederland (Bonsel et al., 2010). Uit dit onderzoek kwam naar voren dat deze sterfte samenhing met vier grote aandoeningen, de BIG 4 genoemd: vroeggeboorte, een te laag geboortegewicht, aangeboren afwijkingen en een slechte start bij de geboorte (een lage Apgarscore). Deze bevindingen leidden tot grote nationale programma’s als Klaar voor een Kind, Healthy Pregnancy 4 All en het huidige programma Kansrijke Start. 

Bekijk deze programma's 

“Het moet en kan beter”

Het zijn niet alleen medische factoren die bijdroegen aan perinatale sterfte, maar ook niet medisch-risicofactoren zoals armoede, lage gezondheidsvaardigheden, schulden dragen bij aan een verhoogde kans op perinatale sterfte én perinatale ziekte. Perinatale sterfte is het overlijden van een baby tijdens de zwangerschap of in de eerste 28 dagen na de geboorte. Perinatale ziekten zijn aandoeningen die een kind tijdens de zwangerschap of in het eerste levensjaar ontwikkelt maar die een levenslange invloed kunnen hebben op de ontwikkeling en het welbevinden van het kind. De inzet van de landelijke programma’s leidde tot een daling van deze sterfte in Nederland en ook tot een hogere (betere) positie op de Europese rangorde. Nederland klom in 2010 van de onderste regionen naar de middenmoot op deze ladder. In 2015 bekleedde Nederland nog steeds deze middenpositie ondanks dat de perinatale sterfte in Nederland fors afgenomen was. De meeste landen waarmee we ons vergelijken lieten ook een afname van de perinatale sterfte zien.

Stagnatie sinds 2015

In het meest recent verschenen rapport (2022) blijkt dat Nederland sinds 2015 dezelfde positie heeft behouden. In een persbericht van de Nederlandse EURO-PERISTAT-Stuurgroep constateert de groep ‘dat de Nederlandse positie rondom perinatale sterfte beter kan en dat terugdringen van de sterfte noodzakelijk en mogelijk is’. Deze constatering  onderschrijf ik en met mij de gehele geboortezorg.

De perinatale sterfte is wel afgenomen, maar in de vergelijkende landen is de afname groter. Nederland staat op plek 8 voor sterfte tijdens de zwangerschap en op plek 17 voor sterfte in de eerste 28 dagen. Opgeteld leidt dit tot plek 14 op de Europese ladder. Een positie dat niet past bij de geboortezorg van Nederland en ook niet bij het welvaartsniveau dat wij hebben. Dit vraagt om nader onderzoek.

Binnen mijn lectoraat bij Perined heb ik een expertgroep opgericht dat zich gaat richten op de perinatale sterfte vanaf 2015. In dit consortium zitten hoogleraren en onderzoekers van alle universiteiten en onderzoeksgroepen uit de geboortezorg. Samen stellen we onderzoeksvragen op en coördineren we dit onderzoek. Doel is het verkrijgen van inzicht waarom kinderen overlijden tijdens de zwangerschap of direct na de geboorte. De lessen die we daaruit leren, vertalen we naar de dagelijkse praktijk.

Samenwerken medisch en sociaal domein

Factoren als overgewicht, armoede, taalachterstand en lage gezondheidsvaardigheden nemen toe in de Nederlandse samenleving. Deze factoren blijken meer dan gedacht bij te dragen aan sterfte rondom de geboorte en vragen daarom voor een brede aanpak door het medische en sociale domein. Ik ben van mening dat de geboortezorg in Nederland hierin nog meer dan nu moet gaan samenwerken met gemeentes en de overheid. Samen bereik je meer dan alleen.

Op de korte termijn moet er via diverse kanalen nog meer aandacht zijn voor het voorkomen van perinatale sterfte. Verloskundige SamenwerkingsVerbanden (VSV), waarin verloskundige praktijken samenwerken met verloskunde afdelingen in ziekenhuizen, worden hierin een belangrijk gremium. Zij worden opgeroepen om te benchmarken en de geleverde zorg meer en meer te bespreken. Hieruit kunnen zij lessen halen voor de dagelijkse praktijk. De perinatale audit (dit is het gezamenlijk bespreken van geleverde zorg en dit te vergelijken met zorg volgens richtlijnen, protocollen, standaarden en gangbare zorg) en de perinatale registratie zijn hierin van groot belang. Samen bespreken, maar ook nauwkeurig registreren van de geboortezorg helpt om inzicht te krijgen in de stand van zaken van deze zorg. En legt knelpunten bloot die mogelijk bijdragen aan perinatale sterfte. Het kan en mag niet meer zo zijn dat verbeterpunten uit perinatale audits al tien jaar lang dezelfde zijn.

Het is nodig om een stap voorwaarts te zetten want uiteindelijk willen we allemaal de beste zorg voor moeder en kind. En de best mogelijke start voor het nieuwe, jonge gezin. 

Ondersteuning vanuit het onderwijs

Hogescholen in Nederland leiden beroepsprofessionals op en doen met de kenniscentra door middel van praktijkgericht onderzoek. Daarmee hebben zij een directe lijn met de professionals op de werkvloer. En natuurlijk ook met toekomstige professionals die zij met een goed gevulde rugzak in de beroepspraktijk willen afleveren. Hogescholen hebben daarmee een unieke positie om via en met studenten bij te dragen aan het verbeteren van de verloskundige zorg.

Ten aanzien van onderzoek naar perinatale sterfte is het belangrijk dat studenten al tijdens hun opleiding de meerwaarde leren kennen van een betrouwbare perinatale registratie en goed inhoudelijke besprekingen tijdens perinatale audits. Het is van belang dat dit reeds in het eerste jaar van de opleiding gestalte krijgt.

Daarom gaan we het onderzoek naar perinatale sterfte uitvoeren in samenwerking met andere hogescholen en onderzoeksgroepen. We gaan met studenten en onderzoekers terugkijken vanaf 2015 tot en met 2021 naar alle sterfte om te onderzoeken of, en wat we hebben gemist en vooral wat we er in retrospect van kunnen leren. Daarmee hopen we dat we nog meer handvatten krijgen om ‘goed op te letten’.  

Goede start van het leven

Het is gelukt om de perinatale sterfte te laten dalen in de periode van 2004 tot 2015 en die daling, die toen is ingezet, moet weer opgepakt worden. Het kan en moet beter en vooral met ons allen, inclusief de zwangere vrouw, haar partner en haar omgeving. We moeten werken aan onze gezondheid en gezondheidsvaardigheden zodat het voor iedereen die zwanger wordt of met zwangere vrouwen in aanraking komt duidelijk is hoe belangrijk een goede gezondheid is voor een goede start in het leven.

Wil je meewerken aan onderzoek naar perinatale sterfte, meld je dan aan: a.n.rosman@hr.nl onder vermelding van onderzoek perinatale sterfte.

Naar de webpagina van Kenniscentrum Zorginnovatie.