Menu English

Verhalen aan Tafel

Een project met tweedejaarsstudenten van de opleiding

Verhalen aan Tafel is een project in het Verhalenhuis Belvédère met tweedejaars studenten van de opleiding. De studenten ontmoeten tijdens deze week 3 Rotterdammers (de ‘vertellers’) met wie ze verhalen uit het leven van de vertellers delen tijdens een lunch in het Verhalenhuis.

Vraagstelling

De grootstedelijke context is uniek in Rotterdam met 206 nationaliteiten die samenleven in de stad. Dat maakt de stad een voorbeeld voor de toekomst van Nederland (volgens Tegenlicht 2018). Het project Verhalen aan tafel draagt hierin bij door je op een nieuwe manier te verbinden met de stad. De kracht van verhalen wordt ingezet om deze verhalen opnieuw vorm te geven en te delen met een brede doelgroep.

Het algemene didactische en artistieke uitgangspunt is dat verhalen de perfecte ‘hybride vorm’ voor een kunstdocent zijn. Een verhaal vertellen is een vorm van educatie (overdracht), maar het is ook heel direct een artistiek medium (manier van vertellen, storytelling, poëzie, literatuur, theater, beeld).

Aanpak

In een compacte week leren de studenten hoe je kennismaakt met 'de ander', en de kracht en complexiteit van het vertellen van andermans verhalen. De eerste dag werden drie workshops gegeven. Workshops van Joran Koster (educator Verhalenhuis: hoe ontmoet je een ander?), Laura Schalkwijk (journalist: hoe stel je vragen?) en Josje Priester (antropologe: wanneer is een kunstproject écht sociaal?). De workshops zijn er om nieuwsgierigheid aan te wakkeren en het onbekende te onderzoeken; de student zal uitgenodigd worden buiten zijn comfortzone te stappen en de ander te ontmoeten. In deze huidige maatschappij bevinden we ons meestal in een veilige bubbel van gelijkgestemde mensen met vergelijkbare achtergronden, ideeën en interesses. Dit resulteert erin dat verschillende groepen zonder interactie naast elkaar leven, terwijl je door het nemen van een kleine stap al kan leren met het onbekende om te gaan en dit een interessante en informatieve spiegel kan zijn.

De tweede dag wordt de groep in drieën gesplitst en worden er gesprekken gevoerd met 3 door het Verhalenhuis geselecteerde inwoners van de stad. Deze gesprekken vonden plaats in het Verhalenhuis waarbij de vertellers ook de studenten meenamen naar voor hen bijzondere plek in Rotterdam. Uit deze kennismaking kwamen uiteenlopende verhalen voort. Verhalen hebben een kracht, ze roepen op tot verbeelding. Ze leren nieuwe verbanden te leggen en te associëren. Het verhaal kan een metafoor zijn om de werkelijkheid te begrijpen. Waargebeurde verhalen kunnen daarnaast sterk verbindend werken en het empathisch vermogen aanspreken. Empathisch vermogen helpt je om je te verplaatsen in de ander en daarom wordt het empathisch vermogen gezien als een belangrijke eigenschap van een docent.

Op de woensdag en donderdag bereidden de studenten, samen met de vertellers een driegangenlunch voor waarbij ze zelf rituelen, voordrachten en gerechten bedachten, om zo op een innovatieve manier verhalen van de ander te delen met een grote publiek. 

Resultaat

Het project resulteerde aldus in een gezamenlijke lunch, waarbij zowel studenten, de vertellers met vrienden en familie en gasten van het Verhalenhuis zelf aanwezig waren. Tijdens de lunch werden gedichten voorgedragen, bijzondere gerechten gedeeld, verhalen vertelt en gaven de studenten ook wat terug aan de vertellers in de vorm van een aandenken of bijvoorbeeld de start van een briefwisseling met zelfgemaakte ansichtkaarten tussen de studenten en één van de vertellers.