Menu English

Onderwijsloopbanen van minderjarige nieuwkomers

Onderzoek

Publicatiedatum: 17 oktober 2018

Dit onderzoek richt zich op de ontwikkeling van de Nederlandse taalvaardigheid, rekenvaardigheid en sociaal-emotionele gesteldheid van minderjarige immigranten, waaronder kinderen van vluchtelingen, in primair en secundair onderwijs die hun schoolloopbaan in Nederland startten in groep drie of later.

Toon:

Over het onderzoek

Projectinformatie

Achtergrond

Het onderzoek Onderwijsloopbanen van minderjarige nieuwkomers, begeleid door lector Erik van Schooten richt zich op de ontwikkeling van de Nederlandse taalvaardigheid, rekenvaardigheid en sociaal-emotionele gesteldheid van minderjarige immigranten. Deze kinderen van vluchtelingen, in primair en secundair onderwijs zijn hun schoolloopbaan in Nederland gestart in groep drie of later. Zijn er verschillen in groei in emotionele gesteldheid, Nederlandse taalvaardigheid en rekenvaardigheid van groepen Nederlandse en immigrantenkinderen en waar hangen deze verschillen mee samen? Extra aandacht wordt gegeven aan effecten van traumatische ervaringen van leerlingen. Ook wordt onderzocht welke mogelijkheden er zijn voor het monitoren van schoolloopbanen en welbevinden van migrantenkinderen aan de hand van data uit leerlingvolgsystemen en van CBS. 

Onderzoek

Onderzoeksvragen betreffen verschillen in groei in emotionele gesteldheid, Nederlandse taalvaardigheid en rekenvaardigheid van onderscheiden groepen Nederlandse en immigrantenkinderen en de mate waarin de migrantenkinderen gaandeweg hun schoolloopbaan achterstand ten opzichte van de Nederlandse leerlingen in taal- en rekenvaardigheid verkleinen. Kenmerken van de leerlingen en het door hen gevolgde onderwijs die samenhangen met de groei in vaardigheid of welbevinden worden onderzocht zowel in het nieuwkomersonderwijs als in het reguliere onderwijs waarnaar de nieuwkomers na een of twee jaar doorstromen.

Extra aandacht wordt gegeven aan effecten van traumatische ervaringen van leerlingen (vluchtelingen en andere groepen) op welbevinden en leerwinst en of specifieke manieren om met deze trauma's om te gaan negatieve effecten kunnen verminderen. Ook wordt onderzocht welke mogelijkheden er zijn voor het monitoren van schoolloopbanen en welbevinden van migrantenkinderen aan de hand van data uit leerlingvolgsystemen en van CBS. Gegevens verzameld met vragenlijsten gecombineerd met data uit leerlingvolgsystemen en CBS-data worden geanalyseerd met behulp van multilevel groeimodellen met herhaalde metingen genest binnen individuen, genest binnen klassen, genest binnen scholen. Daarnaast worden problemen die zich voordoen binnen het onderwijs aan nieuwkomers zoals ervaren door leraren, leerlingen en hun ouders en door hen bedachte oplossingen geïnventariseerd met behulp van kwalitatief onderzoek (diepte-interviews en een Delphi procedure).​