Menu English

Studenten ervaren tijdens afstandsonderwijs goed contact met docenten, maar minder leerplezier

14 juli 2020

Studenten van Hogeschool Rotterdam geven aan dat ze in de periode dat het onderwijs online is, goede interactie hebben met hun docent. Zo’n 85 procent van de studenten vindt dat docenten goed bereikbaar zijn voor vragen en volgens 74 procent komt een reactie van docenten op het juiste moment binnen. Ook weet bijna driekwart van de studenten aardig hun weg te vinden in de online aangeboden leermiddelen en roosters. Dit en nog meer blijkt uit een onderzoek dat is uitgevoerd door de Werkplaats Onderwijsleertechnologie (WOLT) in samenwerking met lector Fleur Prinsen van het Kenniscentrum Talentontwikkeling naar de wijze waarop studenten het afstandsonderwijs beleven.

"Deze uitkomsten bevestigen het beeld dat we al hadden, namelijk dat onze docenten na de stopzetting van het onderwijs op locatie snel en goed hun verantwoordelijkheid hebben gepakt en vrijwel direct zijn omgeschakeld naar afstandsonderwijs", aldus bestuursvoorzitter Ron Bormans. Tegelijkertijd is het merendeel van de studenten het erover eens dat dit onderwijs zorgt voor minder leerplezier en minder binding met de school en met medestudenten dan voorheen het geval was. Slechts een derde van de studenten ervaart dat hier door afstandsonderwijs geen verandering in is gekomen.

Aanleiding voor het onderzoek zijn signalen dat niet alle studenten aansluiten bij het onderwijs dat door hun opleiding nu volledig online aangeboden werd. Prinsen: "Dat is gezien de snelheid waarmee de omschakeling naar afstandsonderwijs plaatsvond enerzijds ook te begrijpen, want die omslag heeft een groot adaptatievermogen gevraagd van studenten. Anderzijds vinden we het belangrijk dat we ook met onderwijs op afstand alle studenten weten te bereiken."

Studieplezier

Toch blijkt dat ruim de helft (54%) van de studenten moeite heeft om het schoolwerk online te organiseren. Zij hebben moeite met online lessen voorbereiden en volgen en met het maken van opdrachten. Wel geeft een kleine meerderheid van de studenten aan dat ze hun studie, ook nu het online plaatsvindt, onder controle heeft (60%). Zo´n 58 procent er alle vertrouwen in de aangeboden vakken te behalen (58%).

Bormans: "We mogen er trots op zijn dat we in een kort tijdsbestek op adequate wijze onderwijs op afstand hebben kunnen aanbieden, waardoor we de continuïteit van ons onderwijs hebben geborgd. Dat volledig online onderwijs echter effect heeft op het studieplezier en de aansluiting bij aangeboden lessen moeten we ook onderkennen. Het sluit aan bij het landelijk beeld in het hoger onderwijs dat we twee derde van onze studenten goed weten te bereiken, maar dat ook een deel van onze studenten er moeite mee heeft. Daarom is het zo belangrijk dat we vanaf september meer ruimte hebben voor onderwijs in onze gebouwen. Daardoor is er meer contact met de docent mogelijk in een-op-een-gesprekken en met medestudenten tijdens onderwijsactiviteiten die we in kleine groepjes op locatie zullen aanbieden."

Verbetering afstandsonderwijs

Aan het online onderzoek hebben ruim 4000 studenten van de hogeschool deelgenomen. Dat is ongeveer 11 procent van onze studentenpopulatie. De uitkomsten zullen zoals bij de uitvraag aangekondigd is, worden ingezet voor verbetering van de ondersteuning van studenten bij het afstandsonderwijs. Een deel van het onderwijs zal na de zomer - zolang nog sprake is van overheidsmaatregelen – ook nog online aangeboden worden. Docenten, studieloopbaancoaches en decanen zullen aan de hand van alle uitkomsten kijken hoe we voor verbetering kunnen zorgen. In het najaar komt er een vervolgonderzoek om te checken welk effect de combinatie van afstandsonderwijs en fysiek onderwijs op de studentbeleving heeft.

Bormans: "Dat is ook belangrijk naar de toekomst toe, omdat we een afweging moeten gaan maken welke elementen uit de online periode door studenten en docenten positief ervaren zijn en wat we in de toekomst willen behouden. Hierdoor kunnen we gaan werken naar meer blended onderwijs waarin fysiek en online onderwijs elkaar adequaat ondersteunen en aanvullen. Het is goed om dit gesprek te voeren, hogeschoolbreed, maar juist ook in de onderwijsteams.”